Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 56, Marie en Odile Anne Heurart, zusters van wijlen Pierre Philibert Heurart, erfgenamen van de onroerende goederen uit zijn erfenis, geïntimeerden. Pierre Le Mede, als voogd van de minderjarige kinderen van wijlen Henri Le Mede, en wijlen Marguerite Constance Burlen, zijn echtgenote en weduwe van Pierre Philibert Heurart, erfgename van de roerende goederen uit zijn erfenis, appellant. Inv. nr. 970, f. 187-195. 28 juni 1698. Beroep uit Namen. Kunnen erfgenamen van de onroerende goederen uit een nalatenschap aanspraak maken op de opbrengst van schuldbekentenissen? In concreto beweren Marie en Odile Anne Heurart dat ze recht hebben op de helft van de opbrengst van verschillende schuldbekentenissen aangegaan tijdens het huwelijk van Marguerite Constance Burlen en Pierre Philibert Heurart, ook al zijn zij enkel erfgenamen van de onroerende goederen van Heurart. Op 2 december 1695 veroordeelt de Raad van Namen Pierre Le Mede tot het betalen van de helft van de opbrengst van verschillende rentes en schuldbekentenissen inclusief de achterstallen sinds het overlijden van Marguerite Constance Burlen. Marie en Odile Anne Heurart hebben weliswaar geen recht op de helft van een rente die enkel toebehoorde aan Marguerite Burlen en waarop haar echtgenoot geen aanspraken kon doen gelden. Odile Anne krijgt ook nog recht op een kwart van twee schuldbekentenissen waarop Marie geen recht heeft. Het vonnis maakt geen melding van de proceskosten. De Grote Raad bevestigt het vonnis van de Raad van Namen en veroordeelt de appellant tot de boete van frivool appel en tot de proceskosten.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
56