Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 50, De schepenen van Lokeren, tussenkomend voor hun inwoners die schade hebben opgelopen door het foeragerende leger van de graaf van Hoorn, appellanten. De hoogbaljuw en hoofdschepenen van het Land van Waas, geïntimeerden. Inv. nr. 970, f. 123-130. 30 april 1697. Beroep uit Vlaanderen. Betwisting van de verplichting van de hoogbaljuw en hoofdschepen van het Land van Waas om de inwoners van Lokeren te vergoeden voor de schade - geschat op 1689 gulden 13 stuivers en 15 groten - veroorzaakt door het leger van de graaf van Hoorn. De Raad van Vlaanderen verklaart op 19 januari 1694 het verzoek tot schadevergoeding van de schepenen van Lokeren ongegrond en veroordeelt hen tot de proceskosten. De Grote Raad hervormt het vonnis van de Raad van Vlaanderen en beveelt de geïntimeerden om voor commissaris van de Grote Raad de gevraagde vergoeding te vereffenen, met interesten sinds het begin van de zaak [1693]. De Grote Raad veroordeelt de geïntimeerden tot de proceskosten van beide instanties.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
50