Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 174, De pastoor, burgemeester, schepenen en kerkmeesters van de parochie Melden, geïntimeerden. De proost, deken en het kathedraalkapittel van Kamerijk, tiendheffers in de parochie Melden, appellanten. Inv. nr. 972, f.602-609. 14 februari 1722. Beroep uit Vlaanderen. Welk deel van de inkomsten uit de tienden moet het kathedraalkapittel van Kamerijk, als tiendheffer in de parochie Melden, afstaan voor het herstel van de kerk?. Op 28 juni 1719 verplicht de Raad van Vlaanderen de tienheffers om twee jaren op zes de inkomsten uit de tienden af te staan voor het herstel van de kerk, zonder aftrek van de toelage voor de pastoor en de koster. Indien de tiendheffers daaraan niet voldoen, zal de Raad voldoende effecten en penningen van de tiendheffers overdragen aan de burgemeester en schepenen van Melden om daarop hun kosten te verhalen. De Raad van Vlaanderen veroordeelt het kathedraalkapittel van Kamerijk tot de proceskosten. De Grote Raad hervormt het vonnis van de Raad van Vlaanderen en verklaart dat de appellanten hun aanbod van 13 juli 1718 moeten nakomen en twee jaren op zes de inkomsten van de tienden moeten afstaan voor het herstel van de kerk, met aftrek van de totaliteit van de toelage voor pastoor en koster voor zes jaren. De Grote Raad veroordeelt de geïntimeerden tot de proceskosten van beide instanties.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
174