Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 142, Mattheus Verhuyck, eiser. Antoon Van Herdeghem, gedaagde. Inv. nr. 972, f.107-112. 4 juni 1712. Eerste aanleg. Betwisting van de uitvoering van een willige condemnatie van 28 juli 1711. Deze willige condemnatie gaat terug op een contract, afgesloten op 13 mei 1700, tussen de voorouder van Mattheus Verhuyck en de vorige eigenaar van het huis van Antoon Van Herdeghem. Het contract bepaalt dat de eiser een deel van de moerasgrond tussen beider huizen afstaat op voorwaarde dat de waterafvoer van zijn huis over deze grond mag blijven stromen. De gedaagde meent echter dat deze willige condemnatie geen waarde meer heeft omdat hij niet de erfgenaam is van de vorige eigenaar van zijn huis en omdat de eiser een bijkomende 'illegale' afwatering heeft gecreëerd die niet in het contract vermeld staat. De Grote Raad verklaart dat de willige condemnatie moet uitgevoerd worden en dat de gedaagde verplicht is om toe te staan dat de afwatering van zowel de kamer als de winkel van de eiser over de moerasgrond stroomt. De gedaagde wordt veroordeeld tot de proceskosten.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
142