Rekenkamer te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven.
Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- XXXVI.Lebbeke
- 3930, Daneel van den Crude doet verhef van zijn leen zijnde een heerlijkheid van mannen die de leenhouder heeft van diverse percelen erfgronden die men van hem houdt dit alles gelegen in Lebbeke. Die gronden zijn gelegen in het veld genoemd: [.] namelijk : de begijnen van Dendermonde hun hof genoemd TEN HECKENE tien bunders groot waarvan Jan van der Elst als sterfelijk man is aangesteld. Margriete van Rossem houdt een half bunder. Gillis van der Vondelen houdt drie dagwand. Beele Rams, vrouw van Heinricx van der Elst houdt een half bunder en Ghiselbrecht van der Scelde een half bunder. Jan Paridaen houdt vijf dagwand en nog eens drie dagwand daarnaast gelegen. Gillis van der Vondele houdt nog eens drie dagwand bos en Jan van Rossem drie dagwand weide. De vrouw van Jan van der Elst houdt een bunder weide en de weduwe van Andries Neckere een bunder weide. Jan de Meyer houdt een dagwand land gelegen aan zijn hofstede en Cateline van Rossem houdt veertien dagwand lands haar hofstede inbegrepen. Verder heeft de leenhouder vanwege zijn hoofdleen twee deniers par. en een oude mijt erfelijke rente op drie dagwand land. Men moet weten dat Janne Paridaen, Catelijne van Rossem en Catelinen van der Muelen het gehele derde onder hun drie hebben het welke de leenhouder staat ten gevolge. Dit wil zeggen dat zij het gehele derde deel van alle kosten en lasten die de leenhouder of zijn erfgenamen kunnen of mogen pretenderen moeten betalen. Maer even verre dat nu eeneghe bate of proffite toecommende ende verstorven van mijnen voorseyden leene, danof zo behoort toe Janne Paridaen, Catelijne van Rossem en Catelinen van der Muelen trechte derde onder hem drien twelke zij voort van mij houden ten ghevolghe. Dats te wetene dat se betalen moeten trechte derde van allen costen en lasten die nu of mijnen hoirie commen mochte van desen voorseyden leene, beede van relieve ende anderssins. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op de 2 juli 1430.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 548 -
3930