Rekenkamer te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven.
Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- XIII. Zele
- 4569, Jan de Kimpe fs Heyndricx doet verhef van zijn leen van zeven bunders groot gelegen in TUWIJCK.Mattheeus van Putte fs Gillis heeft de wederhelft en de erfgenamen van Jan de Kimpe, de neef van de leenhouder, heeft een derde. Uit de andere twee delen heeft wijlen Bertelmeeus de Kimpe aan Jacob Coene een half bunder verkocht. Dit deel wordt nu in leen gehouden door de erfgenamen van Jacob Coene. Er resteert nu nog vier bunders en een vaatzaad. De leenhouder en Mattheeus van de Putte moeten de leenman bijstaan met een paardendienst met een halsteren. Jacob Coene moet op op zeven en half bunders met zijn paard werken. Jan de Kimpe bezit het leen wegens het overlijden van Bartolomeeus de Kimpe zijn broer. Van dit leen worden vier achterlenen gehouden: eerst Mattheeus van den Putte fs Gillis houdt drie dagwand, de erfgenamen van Jan de Wale houden drie dagwand, Joos de Kimpe fs Jans houdt een half bunder en de erfgenamen van Pieter Coppejans houden tien vaatzaad in twee percelen. In jaarlijkse penningrente heft de leenhouder vierentwintig deniers par. vierentwintig dagwand erfland die verscheidene laten moeten betalen. Mattheeus van de Putte moet zijn deel in de verplichtingen van het leen bijdragen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 18 februari 1514 n.s.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 548 -
4569