Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 543 De notarissen Jan Baptist van der Meerssche en Frans Michiel Vanneste maken bekend dat Adriaan den Inghel, zoon van Jan, schoenmaker te Kortrijk aan de Grijze Zusters 300 lb. groten geschonken heeft op voorwaarde dat het klooster instemming van heer en meester Jan van der Meulen, pastoor en deken van de Christenheid, een lijfrente van 18 lb. groten zal uitkeren aan hem en na zijn dood aan zijn neef Adriaan van der Plancke, zoon van Nikolaas. 28 februari 1681.
- 544 Bekendmaking door Joos Doornaert, zoon van Laurentius, gehuisvest te Kuurne, voor heer Nikolaas Daman, heer van Diesvelt, hoogpointer en maner, de heren Willem Lievens, Jacob Hijme en Jacob Everaert, vrijschepenen van de kasselrij Kortrijk, erkend heeft dat hij aan jonkvrouw Joosine en Maria de Boosere, begijnen te Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 3 lb. groten moeten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn brouwerij en herberg genaamd Curenbrugghe, gelegen te Kuurne, groot ongeveer 514 roeden en vrijeigen grond gehouden van de kasselrij van Kortrijk. 12 mei 1681.
- 545 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat op verzoek van de Grijze Zusters een huis met erf, gelegen op Overbeke in de Lambrechtstraat tussen de huizen van de Karmelietessen ("het Oude Swijntken") en van Jan van Heule, in beslag genomen en openbaar verkocht werd omwille van het feit dat een erfelijke jaarrente van 4 lb. groten dier er op bezet was ten gunste van de Grijze Zusters en ten laste van Frans de Coninck, zoon van Osto, gedurende 9,5 jaar niet uitgekeerd was. 5 januari 1682.
- 546 Noël du Pret, koninklijk raadsheer in de baljuwschappen van Doornik en het Doornikse en Koninklijk zegelbewaarder te Doornik, oorkondt dat Marie Catulle, weduwe van Daniel Delf, gehuisvest te Kortrijk, aan (het koor van) Sint-Maartens te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 12 lb. Vlaams heeft verkocht voor 240 lb. Als waarborg geeft zij al haar goederen en die van haar erfgenamen. Joos van de Burie, zoon van Pieter, van Helkijn geeft als waarborg een hofstede met afhankelijkheden en erf, groot 1200 roeden, gelegen te Helkijn en afhankelijk van het Hoge Hof aldaar. 15 november 1687.
- 547 Lodewijk Jozef, burggraaf d'Aman, heer van Hérinnes, Sint-Aldegonde en Ennequin, groot-baljuw van Doornik, het Doornikse, Mortagne, Saint-Amand, enz., geeft aan de eerste "huissier d'armes à cheval" van genoemde baljuwschappen opdracht er op te waken dat de goederen van Maria Catulle en Joos van de Burie, die als waarborg gelden voor de rente van 12 lb. Vlaams waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 546, enkel hiertoe zullen gebruikt en niet vervreemd worden. 3 december 1687.
- 548 Karel Despret, "huissier d'armes à cheval" van de baljuwschappen van Doornik, het Doornikse, enz. laat aan de groot-baljuw weten dat hij te Helkijn in naam van de koning van Frankrijk de hand gelegd heeft op het goed van Joos van den Burie, opdat het voor niets anders zou kunnen gebruikt worden dan als waarborg voor de rente van 12 lb. Vlaams, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 546. 9 januari 1688.
- 549 Heer Anthonis Goetghebeur, baljuw, de heren Joos Causse, Jan van Mullem, Pieter van Tijeghemen Willem Snellaerdt, schepenen van de heerlijkheid van Venissien, oorkonden dat juffrouw Magdalena Goetghebuer, dochter van Pieter, begijn te Kortrijk, erkend heeft dat zij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 6 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op twee hofsteden met aanhorigheden groot 4 bunders en gelegen te 2Zwevegem onder de heerlijkheid van Venissien. 17 augustus 1689.
- 550 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Joos van de Maele, zoon van Roeland, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 18 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning twintig en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de wijk van Overbeke op de zuidkant van de Lambrechtstraat tussen de huizen van heer Filips Lammertijn en van de erfgenamen van Willem Pieters. 24 oktober 1697.
- 551 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Frans Wijckaert, zoon van Maarten, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 15 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning twintig en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de wijk van Overbeke op de zuidkant van de Lambrechtstraat tussen de huizen en erven van heer Filips Lammertijn en van Jan Verfalge. 9 november 1697.
- 552 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat meester Filips Strobbe, zoon van Joos, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 8 lb. 5 s. groten Vlaams moet uitkeren, losbaar tegen de penning twintig en bezet op een huis en erf, gelegen in de wijk van Sint-Joris aan de noordkant van de Lange Steenstraat tussen de huizen van heer en meester Ignaas Crombeen, griffier van Kortrijk, en zijn kinderen en van heer Filips Lammertijn. 3 april 1699.
- 553 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat jonkvrouw Juliana Bocquet, weduwe van heer Karel Gheluck, in uitvoering van het testament van jonkvrouw Isabella Gheluck, gedateerd 6-11-1690, erkend heeft dat zij aan het koor van de Sint- Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moet uitkeren, niet losbaar en bezet op een huis en erf, gelegen in de wijk Pamele op de oostkant van de Leiestraat tussen de huizen en erven van Jan van Mullem en van de weduwe van Jan Jooris. Deze rente is bestemd voor het vieren van de jaargetijden van genoemde Karel en Isabella. 18 december 1699.
- 554 Jean Vinchent, koninklijk tabellio en erfelijk notaris ("gardenotte hereditaire") voor Doornik en het Doornikse, maakt bekend dat voor meester Pieter Bonnet, koninklijk notaris te Doornik, Lodewijk Gabriel Delionne, koopman en Jan Jozef Grimbelle, klerk, daartoe geroepen getuigen, Karel Maillet, schildknaap, heer van Simpris (?), luitenant van de cavalerie in het regiment van de koningin in garnizoen te Straatsburg, aan meester Jan Buen, procureur aan het hof, een erfelijke jaarrente van 62 lb. groten heeft toegekend als vergoeding voor geleend geld en voor de diensten die genoemde Buen hem heeft bewezen als zijn zaakgelastigde voor het parlement van Doornik. De rente is losbaar tegen de penning zestien en werd aan Karel Maillet uitgekeerd door heer Pieter Frans Spetebrood, zoon van Karel, inwoner van Haringe, sedert 1689 (58 lb. groten) en 1696 (4 lb. groten). 19 januari 1700.
- 558 Ignaas Cannaert, koninklijk notaris te Kortrijk, maakt bekend dat Jacob Buschaert, zoon van Joos, en Augustijn Kint, zoon van Simon, zich tegenover Theresia van de Vijvere, zuster-overste van de Grijze Zusters te Kortrijk, borg hebben gesteld voor de uitkering van een erfelijke jaarrente van 6 lb. groten, losbaar tegen de penning zestien, die in 1662 door Rogier van der Banck, zoon van Jan, ten gunste van genoemde Grijze Zusters bezet werd op een oliestampkot, molenhuis en molenwal en 200 roeden lands en waarvoor Jan van der Banck, zoon van Rogier en vader van de hoger genoemde Rogier, zich borg gesteld had. Getuigen: Jan van Slembrouck, zoon van Willem en Jan Seijse, zoon van Jan. 22 september 1709.
113 gevonden, 101 t/m 113 getoond, pagina 6 van 6