Inventaire des archives du château d'Elseghem. Tome II . Famille de Vaernewyck, 1249-1872
- 1108 Verheffing van twee lenen die de heerlijkheid van Ter Plancke vormen, door Vigoreus Cortwylle, voogd en echtgenoot van Marguerite van der Cruce. Het leen hangt af van de heerlijkheid van Scaecx, behorend aan Jean den Oosterlinc. 15 juli 1514.
- 1109 Chirograaf (titel van een rente) verleden voor de vierschare van Berchem, 'te Spieghele', ten laste van Arnould Colins en zijn vrouw, Catherine van Herpe, ten voordele van Jean den Robe, als voogd van zijn kinderen. De rente werd overgekocht door d'Oosterlinck. 10 mei 1517.
- 1110 Verheffing door Gérard d'Oosterlinck van een leen gehouden van Te Hoenleden, behorend aan Adrien S'Trisschen; verleden voor Ampleunis van den Berghe, baljuw van de genoemde heerlijkheid. 4 april 1526.
- 1111 Titel van een rente ten laste van Liévin de Mets, verleden voor de baljuw en schepenen van Hillegem. 25 maart 1527.
- 1112 Overdracht van de genoemde rente, met twee andere renten, ten laste van Jean van der Meere, en van Robert van Wassenhove en Martin van den Kerchove, door Jean van den Abeele, ten voordele van Simon van Culsbroeck. 3 juli 1543.
- 1113 Overdracht van de drie hierboven genoemde renten, door Simon van Culsbroeck, ten voordele van Gérard d'Oosterlinck. 23 februari 1545.
- 1114 Kwitantie van de betaling van een derde van de genoemde rente, door Gérard d'Oosterlinck. 10 juli 1592.
- 1115 Verheffing van het leen van Ter Canne in Kortrijk, gehouden van de heerlijkheid van Steenkiste, door Jean Froidure, vazal van Gérard d'Oosterlinc. 10 oktober 1527.
- 1116 Verheffing van een leen in Deerlijk, door Florent van Caloen, vazal van Gérard d'Oosterlinck voor zijn heerlijkheid van Scaecx. 20 februari 1532.
- 1117 Verheffing van het leen genaamd Ter Plancke (twee lenen) in Deerlijk, door Louis Ryckewaert, vazal van Gérard d'Oosterlinck voor zijn heerlijkheid van Scaecx. 5 december 1533.
- 1118 Brief van een rente bezet door Pierre van den Steene, ten voordele van Henri van Boecxberghe, gehypothekeerd op gronden in Scheldewindeke. In de marge: kwitantie van Henri van Boecxberghe waarin hij erkent de betaling van de rente te hebben gekregen van Gérard d'Oosterlinck. 13 november 1535.
- 1119 Verheffing van het leen van Ter Canne in Kortrijk, gehouden van de heerlijkheid van Steenkiste, door Jean Froidure, vazal van Gérard d'Oosterlinck. 12 [?] 1537.
- 1120 Verheffing van een leen genaamd Ter Plancken in Deerlijk, door Matthieu Bruggheman, als vazal van Gérard d'Oosterlinck, voor zijn heerlijkheid van Scaecx. 24 juli 1540.
- 1121 Verheffing van een leen in Deerlijk door Josse Salin, vazal van Gérard d'Oosterlinck voor zijn heerlijkheid van Scaecx. 12 juli 1541.
- 1122 Verheffing van een leen van 8 bunders in Deerlijk door Jacques Pauwels, vazal van Gérard d'Oosterlinck voor zijn heerlijkheid van Scaecx. 8 februari 1543.
- 1123 Verheffing van het leen den Rubbin in Beveren, door Jean van der Venne, vazal van Gérard d'Oosterlinck voor zijn heerlijkheid van Scaecx. 13 maart 1543.
- 1124 Verheffing van het lee den Rubbin in Beveren door Jean Reylof, uit hoofde van zijn vrouw, Jeanne Gheerolfs, door erfenis van Catherine van Heule; voor Jean d'Oosterlinck voor zijn heerlijkheid vvan Scaecx. 28 mei 1543.
- 1125 Aankoop door Gérard d'Oosterlinck, voogd van Jean, Georges, Jossine en Marguerite d'Oosterlinck, kinderen van Jean en Barbe de Morslede, van het deel van de erfenis toegewezen aan hun halfbroers en -zussen. Erfenis afgestaan door de voogd van de minderjarige kinderen van Wauthier van der Gracht. 19 mei 1544.
- 1126 Titel van een rente erkend door Balthazar van Pamele, ten voordele van Gérard d'Oosterlinck, gehypothekeerd op een stuk grond in Haaltert; verleden voor de schepenen van Haaltert. 31 januari 1545.
- 1127 Notariële procuratie door Gérard d'Oosterlinck, in aanwezigheid van zijn vader Gérard d'Oosterlinck, aan Simon van Culsbroeck, voor het beheer en de administratie van zijn goederen. 24 januari 1547.
447 gevonden, 41 t/m 60 getoond, pagina 3 van 23