Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 95 Datum anno a nativitate domini M° CCC0 L septimo mensis octobris die decimasepta. De meier en de zeven gezworenen van het allodiaal hof van Loon konden dat Hermannus de Eldris door bemiddeling van Johannes Barbitonsor, voogd van Nonnemielen, aan de pitancie 4 Sint-Truidense mudden jaarlijks betaalt op gehypotekeerde gronden te Loon, Hombroec (bij Hoeselt), op de Herinxebergh bij Loon en te Kuttekoven. 1357, 16 oktober.
- 96 Datum anno dominice nativitatis trecentesimo quinquagesimo octavo mensis februarii die quarta. De meier aangesteld door de pastoor van Mettekoven en de laten van het prins-bisschoppelijk cijnshof te Sint-Truiden oorkonden dat Petrus Ackerman, poorter van Sint-Truiden, aan Johannes de Hoyo, kloosterling in de abdij van deze stad een jaarlijkse erfrente verkocht heeft van een mud graan op een huis gelegen tussen de Judenstrate en de Zistrate. Na zijn overlijden zal de rente toekomen aan Maria de Hoyo, religieuze te Mielen, en na haar dood aan de pitantie van dit klooster voor het opdragen van een jaargetijde. Bekrachtigd door Otto Ridders en Arnoldus de Dike, schepenen van Sint-Truiden. Pastoor: Johannes Ekele. Meier: Wernerus Magnus, dictus Ekele. Laten: Otto, zoon van wijlen Wilhelmus de Sparney; Thilmannus de Ghenc; Henricus Bukaro; Arnoldus Zijrken. 1358, 4 februari.
- 97 Datum anno nativitatis domini M° trecentesimo quinquagesimo octavo mensis junii die decimaquinta. Hermannus de Uden en Otto Militis (Ridders), schepenen van Sïnt-Truiden, doen kond dat Arnoldus Coghelhouuft en Sophia, weduwe van Servaes Wuythuuft aan Elisabeth de Muiken, religieuze te Mielen, ten voordele van het Sint-Jansaltaar, een jaarlijkse erfrente verkocht hebben van 2 gouden Florentijnse obolen, op een huis met toebehoren, gelegen in de parochie van het H. Graf, in de Tquerstrate bij het goed van Lambertus de Stapele, dictus de Minsswinghen en van Johannes Borssijrs, onder de jurisdiktie van het hof Vurgoet. 1358, 15 juni.
- 98 /A Anno nativitatis dominice millesimo trecentesimo octavo indictione undecima mensis septembris die vicesima tertia. Notaris Theodoricus de Havert, sekretaris van de Prins-Bisschop geeft akte van een tussenkomend vonnis van Engelbert de la Marck: er is een geschil gerezen tussen abt Robertus [de Craenwinc] van Sint-Truiden, met het stadsbestuur aan zijn zijde, en priores Maria [de Brus ] van Nonnemielen, met betrekking tot de jurisdiktie over een doodslag, gepleegd door Johannes Amelii op Egidius Opdbrouke, bij de oude molen, aan de brug naar Mielen. Om klaarheid te brengen in deze netelige kwestie, belast de Prins-Bisschop kanunnik Elbertus de Bettincourt met een onderzoek en schort hij zijn uitspraak op, tot hij over meer gegevens zal beschikken. Opgesteld in het huis van Renerus de Goure, proost van Sint-Dyonisius te Luik. Getuigen: Helmia de Molane en Rasso de Langdris, kanunniken; Engelbert de Marka, heer van Loverval; Willem, kastelein van Montenaken en heer van Einderveld, Godefridus Pincart, heer van Tongrenelles, ridders. 1358, 23 september.
- 98 /B Anno domini millesimo trecentesimo quinquagesimo octavo indictione undecima, die septadecima mensis octobris. De abt, schepenen en raad van Sint-Truiden verklaren akkoord te gaan met de beslissing van de Prins-Bisschop en zullen zich aan zijn uitspraak te onderwerpen. Schepenen: Hermannus de Uden; Walterus de Gorssem; Mathias Voertgaet; Egidius de Speculo; Philippus de Marvelle; Otto Spernay; Walterus de Repen; Cristianus van der Biest; Arnoldus van den Dike; Johannes de Truydlinghen; Eustacius de Halmale. Raadsleden: Gerardus de Gorssum; Adam de Evemale; Gheymarus Herenhughe; Magnus Warnerus; Nicolaus Herbollen; Henricus Goetan; Lambertus Sculteti, geheten met de baard; Arnouldus Timmerman; Amelius delle Schut; Otto van Eyke. 1358, 17 oktober.
- 98 /C Engelbert de la Marck laat de voorgaande akten noteren door notaris Georgius de Catena, en bezegelt ze in aanwezigheid van een reeks getuigen. Getuigen: Renerus de Goure; Zegher, kloosterling te St. -Truiden; Hermannus de Adene, deken van St. Truiden; Jacobus de Langdris, kanunnik van Sint-Jan te Luik; Warnus Pege, kanunnik van Sint-Monegondis te Chimay; Engelbertus de Marka, heer van Loverval, oom van de Prins-Bisschop; Willelmus Oist, schepen van Luik; Borchardus de Kukelse, kamerheer; Willelmus Hanegreve, schenker; Hermannus Wisselere; Arnoldus Greve, schout van Sïnt-Truiden; Godescalcus de Beepe; Eustacius de Halmale. 1358, 17 oktober.
- 98 Anno a nativitate eiusdem [domini ] millesimo quinquagesimonono indictione duodecima mens is novembris die nona. Notaris Renerus Cubendere van Sint-Truiden getuigt dat Gerardus de Ghorseme aan Nicholaos de Hoenshoven, optredend in naam van het klooster van Nonnemielen, 10 mudden graan verkocht heeft op 15 roeden akkerland, gelegen te Gingelom op de Nirincebergh, waarvan de gezusters Maria en Jhehanna de Hoyo het vruchtgebruik genoten. Getuigen: Robertus de Reckelinghen, schout; Ghiselbertus, zoon van Arnoldus de Score; Gerardus de Beringhen; Johannes zoon van Johannes Caudenberch; Libertus de Ricle, priester; Otto de Sperney; Arnoldus de Woude; Walterus Moech. 1359, 9 november.
- 99 Datum anno a nativitate domini M° CCC° sexagesimo mensi junii die octava. Maria de Brus, priores, en het hele konvent van Mielen oorkonden dat van de 5 gouden Florentijnse gulden, gekocht van Johannes Ade, burger van Sint- Truiden, ten voordele van de pitantie, er 3 bestemd zijn voor het Sint-Jansaltaar. 1360, 8 juni.
- 100 Datum anno a nativitate domini millesimo CCC° sexagesimo quarto in die Beati Stephani Prothomartiris. De deken van Sint-Jan te Luik doet, als gevolg van een bulle van paus Urbanus V, gegeven te Avignon op 13 juni 1363, een oproep tot alle geestelijke en wereldlijke naburen van Nonnemielen, om de goederen te restitueren, die van het klooster wederrechtelijke werden ontvreemd. 1363, 26 december (n s.).
- 101 Anno a nativitate eiusdem (domini) millesimo tricentesimo sexagesimo quarto indictione secunda mensis martii die duodecima. Notaris Laurentius Bertout getuigt dat Hermannus de Ricle als voogd van dekellerij van Nonnemielen een erfrente van 19 d. Luiks heeft gekocht van de Minderbroeders van Sint-Truiden, met verscheidene kloostergebouwen als pand. Getuigen: Henricus de Stockem, meier; Franco de Mettecoven; Waltgherus de Sancta Katherina; Otto de Eyke; Henricus Warnerus; Egidius de Reckelingen; Johannes de Pascuis. 1364, 12 maart.
- 102 Datum anno domini M° CCC° LX quarto aprilis die XVa. Egidius Meestermans, pastoor te Horpmaal, verdedigt bij de deken van Sint-Jan te Luik "enige afgevaardigde rechter van de H. Stoel", naar aanleiding van diens oproep tot restitutie van wederrechtelijk in bezit genomen goederen van Nonnemielen, de belangen van Maria en Henricus Museners. 1364, 15 april.
- 103 Datum anno a nativitate domini M° trecentesimo sexagesimo quarta mensis octobris in crastino Luce Ewangelestae. Johannes de Vesten, gardiaan, Symon de Pariis en het gehele klooster van de Minderbroeders van Sint- Truiden, sluiten een overeenkomst met Maria de Brues, priores, Maria de Hoyo, celleraria, Damnia de Ghothem, pitanciaria, en het konvent van Mielen, om een einde te stellen aan de onenigheid over de vereffening van een jaarlijkse erfcijns van een vat koren en 19 d. Luiks, die aan de kellerij moesten bestaald worden. 1364, 19 oktober.
- 104 Anno a nativitate eiusdem domini millesimo trecentesimo sep-tuagesimo mensis octobris die penultima. Notaris Mathias de Men (?) van Montenaken verklaart dat Johannes en Renerus, zonen van Johannes Groetjohans, zich niet schuldig gemaakt hebben aan usurpatie van goederen, toebehorend aan Nonnemielen, maar dat ze degelijke eigendomstitels bezitten. Getuigen: Johannes de Buste van Houtem en Johannes Caudenbergh, clerici. 1370, 30 oktober.
- 105 Datum anno nativitatis domini millesimo CCC° LXX tertio mensis aprilis die XV. De meier en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat vrouwe Beatrix afstand doet van het vruchtgebruik op 23 oude groten en 3 kapuinen ten voordele van haar zoon Theodoricus de Caenvelt. Deze heeft ze verkocht met toestemming van Katherina zijn echtgenote, aan Oliverus de Merwele, geheten de Scautbroeck, clericus. Deze cijns bestond uit: 8 oude groten en 2 kapuinen, die Christina Boghelers verkocht op huis en hof, gelegen te Merwele; 8 oude groten, die Henricus Guetmans verkocht op huis en hof; 4 oude groten, die Gerardus, geheten de Lenen, verkocht op huis en hof, gelegen naast Guetmans; 3 oude groten en een kapuin, die Hermannus de Bercht verkocht op 3 grote roeden, gelegen bij Roede. Hiervan droeg Oliverus de Merwele 3 oude groten en een kapuin op aan Maria de Bruys, priores van Nonnemielen. Meier: Herbordus Moleman. Schepenen: Henricus, zoon van Johannes ex palude, Wilhelmus Bredeken; Henricus Werneri; Willelmus Doelman. 1373, 15 april.
- 106 Anno videlicet incarnationis dominice millesimo tricentesimo LXX octavo indictione prima, mensis aprilis die vicesima tercia. Notaris Martinus de Welins geeft akte van een verzoeningspoging, ondernomen door Jacobus de Langdris en Matthias Pottem, kanunniken van de H. Kruiskerk te Luik om een einde te stellen aan een geschil tussen het Klooster van Orienten enerzijds en het klooster van Mielen en van Terbeek anderzijds, over een erfenislegaat: Wijlen Walterus Probus (Proijt), in leven schepen van St.-Truiden, had aan Orienten geld nagelaten dat als volgt diende verdeeld: 20 s. Leuvens aan Mielen voor een jaargetijde voor schenker en zijn echtgenote, evenveel aan het konvent van Terbeek voor hetzelfde. De 20 s. Leuvens moesten uitbetaald tegen 20 oude groten en een goudstuk. Mielen en Beek vragen nu dat het klooster van Orienten zou voortgaan hun uit te betalen tegen 26 oude groten Toernoois en 2 oude esterlingen. Nicolaus de Zipinghen, procurator van Orienten, kan hierop niet ingaan. Opgemaakt in het huis van Walterus de Repen, geheten de Stella, op de markt te Sint-Truiden, met als getuigen: Gerardus Crudere, priester, Walterus de Repen en Cloiskunus de Puchey, dienaar van Jacobus de Langdris. 1378, 23 april.
- 107 Anno predicto die vero vicesimaquarta mensis aprilis. Notaris Martinus de Welins verklaart dat de volgende dag Katherina, priores en het hele konvent van Mielen voor hem verschenen, en aan hun eis niets wilden wijzigen. Nicolaus de Zijpinghen komt overeen voortaan 26 zilveren oude groten Toernoois en 2 oude esterlingen te betalen. Getuigen: Johannes de Straten, priester; Walterus de Oerle. 1378, 24 april.
- 108 Anno nativitatis Christi millesimo CCC° LXXX primo mensis junii die decima octava. De testamentuitvoerders van Johannes de Biest, geheten de Kelen, verklaren van het konvent van Mielen 32 kleine gouden florijnen ontvangen te hebben, die het nog schuldig was aan de overledene. Uitvoerders: Libertus de Rosuten, deken van de Sint-Bartholomeuskerk te Luik; Adam de Eyke, priester; Henricus de Brustem; Johannes de Stapele. 1381, 18 juni.
- 109 Datum anno a nativitate Christi millesimo CCC° LXXX sexto mensis februarii die quartadecima. De schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat Theodoricus de Oraenwijt, brouwer, aan Henricus de Busco voor de pitantie van Nonnemielen een gulden jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op zijn huis, gelegen in de Zoutstraat, tussen de huizen van Renerus Jordens en Ghiselbertus Vorenoyen, onder het cijnshof Vurgoet. Schepenen: Christianus de Byst; Johannes de Nusia, geheten de Nyel; Adam de Rummale. 1386, 14 februari.
- 110 Anno a nativitate Christi CCCmo LXXX sexto mensis maii, die vicesimatertia. De meier en de laten van het cijnshof dat prinsbisschop Arnoldus [van Hoorn] te Sint-Truiden bezit, getuigen op aanvraag van Johannes de Volmolen, dat Henricus Dol en zijn echtgenote aan Maria de Hoyo, religieuze te Mielen een jaarlijkse erfrente van een gulden verkocht hebben op huis en hof, met alle toebehoren, groot 8 grote roeden, gelegen te Sint-Truiden, extra-muros, aan de Sijtstrate, tussen het huis van Johannes Sprouten en Johannes de Milen. Meier: Gerardus de Fonte. Laten en schepenen: Christianus de Byst; Adam de Rummale. Laten: Henricus Werneri; Christianus de Byst Junior; Egidius de Enghelinghen; Johannes Sproute; Thomas Wisseler. 1386, 23 mei.
- 111 Datum Luce in mensis Julii pontificatus nostri Anno Decimo. Urbanus VI beveelt aan de deken van Sint-Martinus te Luik ervoor te zorgen dat van alle bezittingen, rechten, jurisdiktie enz. van het klooster van Nonnemielen en van allen die er zijn ingetreden, rechtsgeldige eigendomstitels zouden opgesteld worden. Dan moet hij zorgen dat iedereen, die goederen van de abdij in zijn bezit heeft, zonder de vereiste bewijsstukken, restitutie doet aan het klooster. 1387, 5 juli.
66 gevonden, 41 t/m 60 getoond, pagina 3 van 4