Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 138 Gegeven int jaer ons heren duysent vierhondert ende sevenentwintich in decembri X dage. De meier en de laten van het prinsbisschoppelijk cijnshof te Sint-Truiden, oorkonden dat Mechtelt van Nulant, kellersse van Nonnemielen, aan Geert van Entbroeck voor 50 lutslage jaarlijks een hoeve in erfpacht heeft gegeven, die eertijds toebehoorde aan Robeert van Stapel, schepen van Sint-Truiden, en gelegen is ter Linden, bij de stad. Voor de meier en de laten van het cijnshof der kellerije te Sinte-Katline-Buiten-de-Muren heeft Geert als onderpand een gulden jaarlijks en erfelijk gesteld, op zijn huis, gelegen naast de bedoelde hoeve. Bezegeld door Ard Warniers, Arde Greve en Gielis van Horne, schepenen van Sint-Truiden. Prinsbisschoppelijk cijnshof: Meier: Ard van Houthem. Laten: Ard Warniers; Ard Greve, Gielis van Home; Dangel vander Borch; Jannes Sprute; Gheert Geerarts. Cijnshof kellerije: Meier: Warniers. Laten; de bovenvermelde Greve, Sprutee en Geerarts en Jannes vanden Engelbampde. 1427, 10 december.
- 139 Inden jare der gheboerten ons heren dusent vierhondert ende neghenentwintich des sessentwintichste daechs in de maent van novembre. Art Smeyers, wonende te Gingelom, verklaart voor de meier en de laten van het cijnshof van Nonnemielen te Cameric, dat hij van Mabilien van Streels, priores van Mielen, in erfpacht heeft genomen, 1/ 2 bunder land, gelegen te Gingelom, voor 10 vaten rogge jaarlijks, waarvoor hij als onderpand een vat rogge heeft gezet op 3 grote roeden, gelegen bij dat Borkeluken. Meier: Ghilijs van Vleytinghen. Laten: Johan Willems; Art Smeyers. 1429, 26 november.
- 140 Inden jaere der geboerten ons heren dusent vierhondert ende tweendertich inder teenster indictien in sprockille des achtienste daechs. Notaris Arnoldus Hane van Sint-Truiden geeft akte van een nieuwe pachtovereenkomst tussen Mabilie van Streels priores van Nonnemielen en Joris vanden Laere, zoon van Ard, die wenne was te Minsingen. Het pachthof wordt opnieuw voor een tijd van 12 jaren verhuurd voor 100 vaten rogge jaarlijks en een hele reeks andere verplichtingen in speciën en in natura. Getuigen: Lambrecht van Werfengeys, schout van de abt; Art Warniers; Ghielis van Horne; Dieric Grutere; Jan Abertijns, schepenen van Sint-Truiden. 1432, 18 februari.
- 141 Int jair der gheboirte ons heren XIllI° ende drijendeertich in in apprillis XXIII daghe. Lauwerijs Baeckhove, meier in zijn eigen cijnshof te Sint-Truiden en zijn eigen genoten oorkonden dat Hendrick Zillen een zekere erfcijns heeft opgedragen ten voordele van de kosterij van Nonnemielen. Bekrachtigd door de Prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. 1433, 23 april.
- 142 Int jair ons heren XIIII° ende drijendertich in mey. Lambrecht van Stapele, meier, en de laten van zijn eigen cijnshof te Sint-Truiden, konden dat Jan Peextert aan Herman van Metthecoven 1/2 bunder eusels verkocht heeft, gelegen ten Roede, dat boven de grondcijns belast was met een mudde rogge erfelijk, ten voordele van genoemde Herman van Metthecoven. Bezegeld door Jan Abertijns en Stas van Nijsem, schepenen van Sint-Truiden. Laten: Jan Abertijns; Henrick Uten Broeke; Henric Vos; Henric Alaert. 1433, Mei.
- 143 Inden jare ons heren dusent vierhondert ende vierendertich in sprockille XVII daghe. De meier en de laten van het cijnshof dat de abdij van Park bezit te Runkelen oorkonden dat Baudewijn Weden zijn ongelijk erkent en belooft aan Mabilie van Streels, priores van Nonnemielen, weer jaarlijks een erfrente te betalen van 4 kapuinen en 3 oude groten, waarvoor zijn huis, gelegen te Duras, op het Haenrode, als onderpand dienst doet. Meier: Jan van den Natenbampde. Laten: Willem van de Lare; Henric Godijns van Duras; Jan Salijs; Henric Salijns; Henric Begarts; Wouter Velpart; Jan Witmuys; Jan Beceman. 1434, 17 februari.
- 144 Inden jare dusent vierhondert ende vierendertich in meye twee dage. De schout en de schepenen van de heerlijkheid Duras oorkonden dat Jan Smeets, priester, en Daniël vander Borgh, gemachtigden van vrouwe Mabilie van Streels, priores van Mielen, Henric Godijns van Wilderen en zijn vrouw Mabilie Evers in gebreke verklaren voor de betaling van een erfpacht van 2 mudden koren, Sint-Truidense maat, staande op twee halve bunders land, waarvan de ene uitgaf opt Roet en de andere op de Wilrestrate. De schepenbank verklaart Henric Godijns en Mabilie Evers vervallen van hun rechten op voorgenoemde land, te voordele van Mabilie van Streels. Schout: van de heerlijkheid: Jan van Duras; van de bank: Weyn vander Linden. Schepenen: Willem vanden Lare, alias van Minsinghen; Boudewijn Weden; Willem vanden Natenbampde; Claes Tgroer; Jan Loewis van Gorsemme, 1434, 2 mei.
- 145 Inden jare ons heren gheboerte doen men scref dusent vierhondert ende XXXIIIItich des XVI, daechs in die maent van decembris. De meier en de laten van het hof van Gingelom oorkonden dat Peter Tilmans, zoon van Willem, aan Marie van Leuwe, voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Mielen, 5 vaten koren, Sint-Truidense maat jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op 7 grote roeden land, gelegen in het dal, naast de weg naar Attenhoven. Meier; Jan Louwix van Brustem. Laten: Ghert Tuteler den Alde; Goetscalc Robeerts; Jan Willems; Claes Reyners; Peter Visschers. 1434, 16 decembe.
- 146 Gedaen ende gesciet in den jare ons heren geborden duen men screef dusent vierhondert ende sesse en dertich en die maent van januarien des vertoende daechs. De meier en de schepenen van het Sint-Truidense proosthof te Borlo oorkonden dat Willem Lodduen uit een erfpacht van 2 mudden koren, die hij bezat op 2 stukken grond te Buvingen, Berlo en Montenaken, een mud koren opgedragen heeft voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Nonnemielen in handen van Jan Albertijns, rector van het konvent. Proost van Sint-Truiden: Jan van Beest. Meier: Baudewijn vanden Kerckhove. Schepenen: Laurens vande Kerckhove; Johannes Bauwijns; Paulus Pervenen; Henric Ulrix; Art Tilmans; Jacob Puttheys; Art Veylarts. 1436, 14 januari.
- 147 Int jaer der gheboirten ons heren J. Chr. duysent vierhondert ende sessendertich in decembri eenentwintich dage. De meier en de laten van het cijnshof vanden Cruce te Sint-Truiden, toebehorend aan Claes Pruymen, oorkonden dat joffrouw Yde Kervers, begijn in het Sint-Agnetenbegijnhof te Sint-Truiden, uit de erfenis van haar ouders een erfrente van haar ouders een erfrente van 8 oude groten, die dezen bezaten op een huis en hof te Zerkingen, heeft overgedragen aan Henrick Aelbrecht. Deze overdracht wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en 4 schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: Henrick Hoefnaghel. Laten: Wouter Uyt den Broecke; Henrick Alaert; Lauwerijs Baeckhoven; Wouter vander Moeien; Govaert Ackerman; Willem vander Masen. Schepenbank: Schout: Willem van Scoenbeeck. Schepenen: Henrick int Scep; Art Greve; Gielis van Hoerne; Stas van Nyssem.
- 147 /BIS Kopie van een bekrachtiging van pauselijke voorrechten aan de kongregatie van Bursfeld. 1436.
- 148 Gegeven inden jare der geboirten ons heren duesent vierhondert ende sevenendertich des twellefste daechs in julio. Johan van Beesde, abt van Sint-Truiden, oorkondt dat zijn abdij, om een einde te stellen aan de onenigheid tussen hem en Mabilie van Streels, priores van Mielen, jaarlijks en erfelijk 2 mudden rogge zal betalen aan het konvent van Mielen, op voorwaarde dat laatstgenoemd klooster zijn tiendeaanspraken zal verzaken op de goederen van Sint-Truiden, die onder de jurisdictie van Nonnemielen liggen. 1437, 12 juli.
- 149 Inden iaere der gheboerten ons heren duysent vierhondert ende XXXVIII inder maent van januaris des sesde daechs. De meier en de laten van het cijnshof dat de vrouwe van Colum bezit te Duras oorkonden dat Otto Comans, priester, en Willem Greven, als ghemechtichde voorghangers van Mabilie van Streels, priores, de bekrachtiging hebben gevraagd van een rente van 4 oude groten op een zille weide, gelegen bij de dries, tegenover de Haenroden kouter, grenzend aan het land van Willem Ghedijns en Lambrecht van de Bossche en hun erfgenamen. Na getuigenis van de gherf luden, hebben meier en laten de erfrente bekrachtigd. Meier: Willem vanden Natenbeemde. Laten: Jan vanden Natenbeemde; Jorijs van Lare; Jan van Duras; Claes Tyser; Henric Godijns; Henric Bogarts; Weynen vander Linden; Willem van Minsinghen. Cherf luden: de broeders Willem Hilloten, wonende te Sint-Truiden, Hendrik Hilloten, wonende te Winde; Lambrecht Cole en Mathijs Speken, als mombers en echtgenoten van Aleydis en Kerstine Hilloten, wettige zusters van de eerstgenoemden; Jan Hilloten en zijn zuster en Jan Woeste als ghesuster kinder Willems ende sijnre broeder. 1438, 6 januari.
- 150 In den jare ons heren dusent CCCC ende XXXVIII XV daghe in die maent van decembri. De meier en de schepenen van het cijnshof van Sint-Jan uit Luik te Gingelom oorkonden dat joffrouw Marie van Schoor een jaarlijkse erfrente van 11 vaten koren, die zij trok op een bunder akkerland te Gingelom, gelegen op de Nyelschebergh, langs de weg naar Wezeren, heeft opgedragen ten voordele van de pitantie van Nonnemielen. Meier: Wouter Tuteler. Laten: Ghert Tuteler der Auwe; Toelen Colcast; Ghert Tuteler der Jonghe; Jan Scellens. 1438, 15 december.
- 151 Int jair ons heren Xllll° ende negenendertich in sprockille XVII daghe. Meier, schepenen en laten van het proosthof van Nonnemielen oorkonden dat Katline, wettige dochter vanwijlen Robijnvan Scuerhoven een huis met toebehoren, gelegen te Metsteren, heeft overgedragen aan Merten Mertens. Deze staat, met dit huis als onderpand, een jaarlijkse erfrente af aan de pitantie van Nonnemielen. Schout: Daengel vander Borch. Schepenen: Art Waerniers; Ghisebrecht Abertijns; Ghielis van Hoerne; Dierick Gruyters. Laten: Jan van Heze; Art Stas. 1439, 17 februari.
- 152 Ghegheven int jair der gheboirten ons heeren Jhesu Christi duysent vierhondert ende neghenendertich in aprill sess daghe. De schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat joffrouw Margriet Meeus alias vande Berghe, non in het klooster van Nonnemielen, in ruil voor een zekere som geld, van Goyvaert van joeck, erfgenaam en zoon van Henrick van Beringhen, een erfelijke rente vaneen mud koren heeft verkregen, die zij schenkt aan het klooster van Nonnemielen, om kaarsen te branden voor het Heilig Sakrament. Schout: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Art Waerniers; Henrick int Scep; Stas van Nyssem; jan Cruyere. 1439, 6 april.
- 153 Int jair der gheboirten ons heeren Christi duysent vierhondert ende neghenenderttich in meye XXII daghe. Schout en schepenen van het cijnshof van Nonnemielen verklaren dat Lambrecht vander Kelen, priester, een jaarlijkse erfrente van een mud rogge verkocht heeft aan Willem vander Kempenen. Schout: Daengel vander Borch. Schepenen: Art Waerniers; Ghielis van Hoerne; Ghisebrecht Abertijsn; Lambrecht van Staple. 1439, 22 mei.
- 154 Inden iaere der gheboirten ons heeren dusent vier hondert ende neghen ende dertich twelf daghe in die maent van Junio. De schepenen van het Brabants hertogelijk hof te Landen, oorkonden dat Giell van Wanghe, van Walshoutem in de handen van de Landense rentmeester Tiasterman de jonge, een erfelijke jaarrente heeft opgedragen van een mud tarwe, die hij verkocht aan Otten Coman van Aelst, priester, ten voordele van de pitantie van Nonnemielen. Als pand geldt anderhalve bunder akkerland, gelegen te Walshoutem, langs de weg van Waelhove, ghaende ten dooden man wert. 1439, 12 juni.
- 155 Lan de grasce delle nativiteit nostre Singuer Jhesu Crist mille quatrecens et XXXIX en mois de septembre le deyrière jours. De meier en de schepenen van Houten le Vesque (Walshoutem) oorkonden dat Johannes Ghiert van Boekhout 11 roeden land verkocht heeft aan de pitantie van Nonnemielen. 1439, 30 september.
- 156 Int jaer ons heren XIIII ende XXXIX in die maent van november XV daghe. Meier en schepenen van het cijnshof van Sint-Jan van Luik te Gingelom oorkonden dat Jan Hilwaren 1/2 mudde rogge in jaarlijkse erfpacht verkocht heeft aan Otte Comans, priester, ten voordele van de gasterien van Nonnemielen, op 6 grote roeden akkerland, behorend tot het erfgoed van Jacob Liebens en en gelegen te Gingelom. Meier: Wouter Tutelere. Schepenen: Ghert Tutelere der Aude; Ghert Gheerts; Gheeert Tutelere der Jonghe; Jan Willems; Godschalk Robeerts; Jan Schellens. 1439, 15 november.
335 gevonden, 141 t/m 160 getoond, pagina 8 van 17