Inventaris van het archief van het klooster der Zwarte Zusters te Ronse, 1501-1811
- 2 Voor de schepenbank van Ronse vestigt Hendrik Gareyt een rente 4 1/2 schilden t.v.v. Pieter Tophuve en echtgenote Geerttruid Morissis, op een huis en grond op de Grote Bruul te Ronse bij de Molenbeek: Hendrik koopt meteen anderhalf schild van deze rente af. In dorso: zuster Magdalena Le Moinne, overste van het Zwartezusterklooster dat voornoemd huis bezit, koopt voornoemde rente af van Louis Oorman en Maria vanden Driessche, dochter van Cornelis, huidige bezitters van de rente, 1626 november 29. 20 mei 1501.
- 19 Voor de schepenbank van Wodecq gaan Claude Vivequin, zoon van Aubert, François Dixnier en Christophe de le Cimellerie, landbouwers te Wodecq, als voogden van Madeleine en Adrien de le Vigne, over tot de verdeling van de ergernis die de voornoemde toekomt van hun ouders, Francois de le Vigne en Jacqueline Hansart, Adrien krijgt het huis met schuur, stallen , duiventil, oven , tuin, weide en 2 bunder grond, gelegen op Bracle, grenzend aan de weg, de beek en aan Camp de le Court, belast met renten aan de heer van Kuurne (Jean de Smet) en van Wodecq, alsook 3 quartons land op Camp de le Laghe. Madeleine erft 1 anderhalf dw. boomgaard gelegen bij Camp de Bracle en de weg, belast met een rente t.v.v. de St.-Annakapel in de kerk van Wodecq: een halve bunder weide, gelegen bij de weg, de beek en de weide van Maagdendale, belast met renten t.v.v. Marie Robert, de kerk en de armen van Wodecq: anderhalf dw. weide, gelegen bij Vrai Quesnoit, de weg en de beek: nog anderhalf dw. weide gelegen op Plancque, bij de weg, de beek en het goed van de abdij van Ghiselenghien: 9 quartrons grond op Champ des Quartiers, grenzend aan de weg: 7 quartrons grond eveneens aldaar gelegen bij Fraicte, de weg en Camp des Mortiers. 27 september 1607.
- 20 Voor de schepenbank van Wodecq geeft voornoemde Madeline de le Vigne, ingetreden in het Zwartezusterklooster te Ronse en bijgestaand door Christophe de le Cimellerie, anderhalf dw. boomgaard, gelegen te Bracle in Wodecq, aan het voornoemde klooster, vertegenwoordigd door Madeleine le Moisne, overste, en Marguerite Bailly, kloosterlinge, dit op last van 7 missen per jaar voor de zielenrust van haar ouders en broer, te celebreren in de kapel van voornoemd klooster. Geliasseerd: ongedateerd stuk perk. met kalender van deze missen. 15 april 1608.
- 21 Voor de schepenbank van Wodecq schenkt Madeleine de le Vigne, postulante in het Zwartezusterklooster te Ronse, bijgestaan door Christophe de le Cimellerie en Francois Dixnier, met het oog op het afleggen van haar geloften, aan voornoemd klooster vertegenwoordigd door Madeleine le Moisne, overste, en Marguerite Bailly, kloosterlinge, de bezittingen beschreven sub n° 2° (ook grenzend aan Petitz Pretz) , 3° tot 6° (dit laatste ook grenzend aan het goed van het vrouwenklooster van Flobecq), van nr. 19. Het Zwartezusterklooster van zijn kant belooft te voorzien in het levensonderhoud van de schenkster, in de kledij voor haar professie en in een banket voor haar familie n.a.v. laatsgenoemde plechtigheid: bovendien zal het klooster instaan voor de helft van wat de pastoor van Brakel toekomt uit hoofde van schulden van de ouders en de broer van voornoemde Madeleine. Na de dood van Madeleine heeft haar broer Adrien recht op de halve meter bunder weide, beschreven sub n°2 van nr. 19, op voorwaarde dat hij wettige kinderen heeft. 22 april 1608.
- 22 Voor de schepenbank van Ronse verklaart Jacques van Dystat aan Cornelis van den Hole en consoorten, als erfgenamen van Pieter van den Hole, een losrente van 12 pond parisis perjaar schuldig te zijn, die vroeger verschuldigd was door Jan Quarttreul. Deze rente is gevestigd op 1/2 bunder en 1/2 dw. land bij het Langveld onder de Kraai, op 1 dw. op Bolletsveld en op 1 1/2 dw. op Langveld, grenzend aan Robos, als pand. In doreo: overdracht van de rente door Cornelis van den Hole aan Hermes Baert, 1610: overdracht door Hermes Louis Geraard Baert, Laurens de Lepelaere i.n.v. zijn echtgenote Marie Baert en Pieter de Bisschop, als erfgenamen en testamentuitvoerders van Adriaan Baert, aan het Zwartezusterklooster, 1639. 31 januari 1610.
- 23 De schepenbank van Ronse bevestigt de verkoop, door Jan de le Cambe, in naam van Maria (Maeyken) Bufkins, zijn echtgenote, aan Jacques Canne, van al zijn rechten op de rente van 12 pond par. (beschreven in nr. 15). Daarvoor zal Jacques Canne 6000 bakstenen leveren aan de voornoemde de le Cambe, hem voortaan de rente van 12 pond par. betalen, en bovendien zijn deel van het huis op de Bierink, dat eertijds aan Christoffel Reveels toebehoorde, in pand stellen. 21 november 1611.
- 24 Voor drie leenmannen van het Leenhof van Henegouwen te Mons verkopen Jacqueline Bleye, weduwe van Louis de le Roist, en haar zoon Gaspard de le Roist, wonend te Ainiéres, een losbare rente van 25 pond tournois aan Jeanne Stally van Oudenaarde, weduwe van Josse Mahieu, vertegenwoordigt door Josse de l'Espierre, landbouwer te Arc. Als pand stelt de verkoopster de onroerende goederen, gelegen te Arc. en Ainiéres, die haar toekomen van haar overleden dochter Pasquette de le Roist, gehuwd met Damien Carlier. 10 maart 1632.
- 25 Voor de schepenbank van de heerlijkheid van het kapittel van Doornik te Dergneau, en de schepenbank van de heerlijkheid van Guillaume d'Avaing te Dergneau (gehouden van de pairie van de graaf van Egmont te Rebaix) - waarvoor de schepenbank ontleend werd van de heerlijkheid Grand-Broecq te Dergneau, verkoopt Pierre le Liepvre, landbouwer en meier van de eerstgenoemde heerlijkheid, aan zijn broer Michel le Liepvre, pastoor van Dergneau, een rente van 62 pond 10 sch. tournois per jaar, gevestigd op de volgende goederen te Dergneau die Pierre toekomen uit zijn eerste huwelijk met Catherine Landrieu: 1/2 bunder weide gelegen op eerstgenoemde heerlijkheid, de helft van 2 bunder weide en land, eveneens op laatstgenoemde heerlijkheid; Louis du Trieu wordt aangesteld als mambour; na de dood van Michel le Liepvre zal zijn broer Pierre uit de voornoemde rente een rente van 7 pond 10 sch. erven. 28 december 1633.
- 26 Voor de schepenbank van Wattripont, verkoopt Jacques Willame, met toestemming van Marguerite Planchon, zijn grootmoeder, een rente van 7 pond 10 sch. tournois aan Pierre Anris alias Anrijs, gehuwd met Marie de Wadripont; deze rente wordt gevestigd op een huis met tuin te Wattripont bij de weg en nog op twee andere huisjes aldaar, die aan Willame toekomen uit de erfenis van zijn eerste echtgenote Pieronne Rogier; Jean Cambier wordt aangesteld als mambour, in dorso: voor twee getuigen bevestig Jacques Anrijs, als testamentuitvoerder van Marie de Wadripont, dat laatstgenoemde bij testament de hogervermelde rente gegeven heeft aan het Zwartezusterklooster te Ronse, op last van 7 missen per jaar in de kapel aldaar, 1699 mei 1. 19 februari 1636.
- 27 Voor Louis Maes, notaris te Ronse, verzaakt Adrien del Vigne aan zijn recht op de halve bunder weide, beschreven in nr. 21, om reden van de kosten door het Zwartezusterklooster gespendeerd bij de professie van zijn zuster Madeleine. 26 mei 1636.
- 28 Voor de schepenbank van Arc-Ainiéres verkoopt Balthazar de le Rue, handarbeider te Ainiéres, aan Bartholomé de le Moeul, eveneens handarbeider aldaar, gehuwd met Marie Tietart en vertegenwoordigt door Henri Quintin, een rente van 6 pond 5 sch. tournois per jaar, gevestigd op een huis, tuin een erf, 1/2 dw. groot, gelegen te Ainiéres en grenzend aan de weg naar Joncquoit. In dorso: nr. 45. 7 september 1637.
- 29 Voor de schepenbank van Ronse verkoopt Jan van Wynghene, zoon van Joos, aan Jan Hennebicq en Louis Fostier, als voogden van Jan, Louis, Pieter en Joanna de Wadripont, kinderen van Pierre, zoon van Jan, en van Louise Moreau, 6 rentebrieven van 12 pond par. elk, alle gepasseerd voor de voornoemde schepenbank, dit als wederbelegging van het erfdeel van voornoemde kinderen; het betreft : 1° een rente d.d. 13 juni 1622 gevestigd t.v.v. voornoemde Jan en ten laste van Hermes Materlijnck, zoon van Abraham, laatst betaald door Pieter Focket, zoon van Adriaan , gehuwd met een dochter van Hermes Materlijnck; 3° een rente d.d. 30 september 1620 gevestigd t.v.v. voornoemde Joos , ten laste van Hermes Haustraete, zoon van Pieter de Jonge; 5° een rente d.d. 11 juni 1613 gevestigd t.v.v. voornoemde Joos, ten laste van Jan Bellynck, zoon Niklaas, gehuwd met Jacoba (Jacquemijne) Jooris, dochter van Jacob; 6° een rente d.d. 17 februari 1578 (n.s.) t.v.v. Hubrecht van Aersdaele, gehuwd met Elisabeth Miclot, ten laste van Hermes (Meeus) van Pladutsen, laatst betaald door de erfgenamen van Gillis Van Pladutse. 7 september 1640.
- 30 Charles Cobergher, superintendant-generaal van de Bergen van Barmhartigheid in de Nederlanden, en Jean de Coster, superintendant van de Berg van Barmhartigheid te Brussel, oorkonden de verkoop van een losbare rente van 25 Rijngulden per jaar door de Bergen van Barmhartigheid aan Ernestine Lietart, ongehuwde. In dorso: statutaire bekrachting in naam van de aartsbisschop van Mechelen en de kanselier van Brabant, zelfde datum. 24 december 1640.
- 31 Voor de schepenbank van Arc-Ainiéres verkoopt Bartholomé de le Meule, landbouwer te Ainéres, aan Gaspard de le Roist, inwoner van dezelfde plaats, gehuwd met Catharine d'Anvaing, een losbare rente van 25 pond tournois, gevestigd op anderhalf dw. te Ainiéres, gelegen op de Couture du Buisson le Vielle, grenzend o.a. aan de Prairie des Melens, op 1 dw. land te Ainiéres, grenzend o.a. Couture de le Quemin en aan Marais, en op een rente van 6 pond 5 sch. tournois, verschuldigd door Balthazar dela Rue op een huis grenzend aan de Chemin de la Longue Rue; Henri Quintin wordt aangesteld als mambour. 11 juni 1641.
- 32 Voor drie leenmannen van het Leenhof van Henegouwen te Mons stellen Abraham Braconnier, landbouwer en brouwer te Escanaffles, en diens echtgenote Catherine de le Croix, een aanvullend pand voor de renten van 37 pond 10 sch. 6 penn. tournois, door Louis Hauvarlet, meier te Escanaffles, verschuldigd aan het Zwartezusterklooster te Ronse voor de professie van zijn dochter Jacqueline; het betreft een halve bunder land o.a. grenzend aan de Rieu de le Laye en een halve bunder grenzend aan de Chemin de Becquereau, waarvoor de formaliteiten op dezelfde dag ook verleden werden voor de schepenbank van de heerlijkheid Lozerie te Escanaffles. 3 maart 1644.
- 33 Voor de schepenbank van Wattielausnoit te Escanaffles verkopen Abraham Braconnier, brouwer te Escanaffles, en zijn echtgenote Catherine de la Croix, een rente van 9 pond 7 sch. 6 penn. tournois aan Louis Hauvarlet, meier van Leuze te Escanaffles; deze rente is gevestigd op 3 dw. land in de genoemde gemeente, en bovendien ook nog op het huis en bijhorende gebouwen en grond van voornoemde Braconnier, gelegen in zijn woonplaats grenzend aan La Planche, aan Becquereau en aan de weg, deze rente komt ten goede aan het Zwartezusterklooster te Ronse, voor een deel van de professievergoeding van Jacqueline Hauvarlet, dochter van Louis. 3 april 1644.
- 34 Voor de schepenbank van Arc-Ainiéres verkoopt Louis Bieussart, landbouwer te Arc, een rente van 50 pond tournois per jaar aan Charles Vyfquin, landbouwer te Ostiches, gevestigd op 1 bunder land te Arc, grenzend aan de weg, aan de Cense de Rostelleur en de Couture du Moulin; Vyfquin maakt deze rente over aan het Zwartezusterklooster te Ronse (waarvoor Berttrand Brisart optreedt als mambour), voor de professie van zijn dochter Catherine. 15 oktober 1646.
- 35 Voor drie leenmannen van het Leenhof van Henegouwen verkoopt Louis Bieussart, landbouwer te Arc, aan Charles Vyfquin te Ostiches, optredend in naam van het Zwartezusterklooster te Ronse, een rente van 50 pond tournois, gevestigd op 1 bunder land te Arc; grenzend aan de weg een Couture du Moulin; deze rente dient als bruidschat voor zuster Catherine Vyfequin, dochter van Charles. 15 oktober 1646.
- 36 Voor de schepenbank van Arc-Ainiéres, verkopen Adrien de le Roist en zijn echtgenote Catherine d'Anvaing, beide wonend te Ainiéres, aan zuster Marguerite Moreau, overste van het Zwartezusterklooster te Ronse, een losbare rente van 25 pond tournois, ten laste van Bartholomé de Meulle, gevestigd op anderhalf dw. land te Ainiéres, gelegen op de Couture du Buisson le Vielle, grenzend o.a. aan de Prairie des Meellens, op 1 dw. land te Ainiéres, grenzend o.a. aan de Couture de le Quemune en aan Marais, en op een rente va, 6 pond 5 sch. tournois, verschuldigd door de weduwe van Balthasar de le Rue op een huis grenzend aan de Chemin de la Longue Rue; deze rente was eertijds verworven door wijlen Gaspard de me Roiste, eerste echtgenoot van Catherine d'Avaing, en dient tot het celebreren, in het voornoemd klooster, van 26 requiemmissen per jaar voor de zielerust van Philippe Fouret en familie. 26 april 1647.
- 37 Voor de schepenbank van Arc-Ainiéres verkoopt Damien Carlier, werkman te Ainiéres, aan het Zwartezusterklooster te Ronse, vertegenwoordigd door Henri Quintin, een rente van 37 pond 10 sch. tournois, gevestigd op 1 bunder grond te Ainiéres, gelegen op de Couture du Buisson Le Viel, die hem toekomt als erfenis van zijn echtegenote Pasquette de le Roist. Het voornoemd klooster verbindt er zich toe jaarlijks 26 requiemmissen te doen opdragen voor Philippe Fouret en zijn familie, en aan zuster Jeanne Fouret, dochter van voornoemde Philippe, jaarlijks 6 pond uit te betalen voor haar persoonlijke uitgaven. 16 mei 1647.
36 gevonden, 1 t/m 20 getoond, pagina 1 van 2