Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 463 Baljuw en schepenen van Zwevegem oorkonden dat Passchier Struve, zoon van Olivier, van Zwevegem erkend heeft dat hij aan Jan de Cuele, zoon van Jan de Oude, van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn behuisde hofstede, groot 18 bunder (?) 17 roeden, gelegen te en gehouden van de heerlijkheid van Zwevegem. Oorkonders: Jan de la Rue, baljuw, Simon van Marcke, Lieven van Nuffele, Engel Hoolvoet en Jan Maes, schepenen. 3 maart 1614.
- 464 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Lodewijk de le Tombe, zoon van Jacob, erkend heeft dat hij aan Willem van Neste, zoon van Maarten, een erfelijke jaarrente van 5 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis met erf, gelegen in de wijk van de Croone op de hoek van de Wijngaardstraat en Nieuwstraat tegenover het klooster van Sion. 14 maart 1614.
- 465 De schepenen van Kortrijk oorkonden dat heer Willem Sallart, zoon van Joris, priester, kapelaan van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk en pastoor te Zuidschote in Veurne-ambacht, aan het koor van genoemde Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 403. 4 juni 1614.
- 466 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Maria Coelembier, echtgenote van Joos Delplancque, erkend heeft dat zij aan Pieter de Caesteckere, zoon van Christiaan, een erfelijke jaarrente van 3 lb. groten moet uitkeren, losbaar voor 48 lb. groten bezet op het huis en erf dat zij en haar echtgenoot bezitten en bewonen en dat gelegen is op de Korenmarkt tussen de huizen en erven van Jan Snellaert en van Antoon de la Valee. 20 augustus 1615.
- 467 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Pieter de Caesteker, zoon van Christiaan, van Estaires (Steeghers) aan Jacob Oste, zoon van Stefaan, van Kortrijk de erfelijke jaarrente van 3 lb. groten heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 466. 2 augustus 1616.
- 468 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Frans du Boos, zoon van Joos, aan de school van de Heilige Geest te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 3 lb. 10 s. groten heeft overgedragen, losbaar tegen de penning zestien, en waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 462. 22 december 1616.
- 469 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Gerard Bulckart, zoon van Willem, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en bezet op zijn huis en erf gelegen in de wijk de Croone op de Neveldries bij de H. Geestmolen tussen de huizen en ervan van Walter van den Berghe en van Rogier de Vlamynck. Borgen: Dirk Bulckart van Lauwe en Gillis Bulckart, broer van genoemde Gerard. 22 december 1618.
- 470 Voorzitter en raadsleden van de raad van Vlaanderen, oorkonden dat hun collega Anthonis de Vulder, testamentuitvoerder van wijlen jonkvrouw Katarine de Cerf, weduwe van Lodewijk Huenblocq, de cijnsrente waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 314, heeft overgedragen aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk. 10 april 1620.
- 471 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Pieter Hassaert en Frans de Cruenaere, voogden van de kinderen van Melchior Hasert, aan het koor van de Sint-Maartenskerk de erfelijke jaarrente van 8 lb. parisis hebben overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 453. 22 juni 1620.
- 472 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jacob van Steenhuuse, zoon van Joos, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 18 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 24 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke bij het Boerenkerkhof. 16 september 1620.
- 473 Adriaan van den Berghe, baljuw, heer Jan van den Berghe, Andries van der Schuere, Pieter van der Brugghe en Lodewijk Remuerse, leenmannen van het oude hof van Bellegem, oorkonden dat Willem van den Broucke, zoon van Rogier, van Bellegem erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 8 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn twee lenen, zijnde te samen een hoeve, groot 4 bunders 604 roeden, gelegen te Bellegem en gehouden van het oude Hof van Bellegem. 21 mei 1622.
- 474 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonde dat Filips van der Mersch, zoon van Osto, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan heer Jacob Bouchout, eveneens van Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke in de Cortebliestraete, tussen de huizen en erven van Arnoud Goetghebuer en van Jan Leene. 23 mei 1622.
- 475 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Guido Tournois, zoon van Nikolaas, erkend heeft dat hij aan Robrecht Riedt, zoon van Robrecht, een erfelijke jaarrente van 6 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn huis met erf, gelegen in de Korte Steenstraat tussen de huizen en erven van David Inghelram en van Steven Neerinck. 20 augustus 1622.
- 476 J. Bouchout, openbaar notaris, maakt bekend dat Jacob Boot, zoon van Jan, van Kortrijk aan de Grijze Zusters, vertegenwoordigd door zuster-overste Marie Pancoucke, de erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 463. Getuigen: Jacob Quaetackere en Goris Obrecht, beiden van Kortrijk. 1 september 1622.
- 477 Anthonis Maelfaict, baljuw en wettelijk maner, Gerard Vercruyse, Gerard du Prez, Jan de Hondt en Gillis van den Berghe, schepenen van de heerlijkheid van Mortagne, oorkonden dat Jan Matieu, zoon van Pieter, van Bellegem en zijn echtgenote Maria Havick, dochter van Joos, erkend hebben dat zij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk, vertegenwoordigd door heer Willem van Daele, ontvanger, een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moeten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op 400 roeden bebouwd land, gelegen te Bellegem, waarvan er 200 behoren aan Joos Havick, zoon van Joos. 9 januari 1623.
- 478 Maximiliaan II Villain van Gent, bisschop van Doornik, geeft opdracht aan Mattheus ab Ypra, licentiaat in de theologie, deken van de Christenheid van Kortrijk, Katarina Caijfier, die wenst in het klooster te treden bij de Grijze Zusters te Kortrijk, te ondervragen en, indien zij aan de vereisten voldoet, te doen opnemen in genoemd klooster. 1 juni 1623.
- 479 Jacob de Coninck, gevolmachtigde van de baljuw Jacob Pontfort, Willem de Boosere, Passchier Lammeleyn, Jan de Poortere en Jan Snellaert, schepenen van de heerlijkheid van Hoog Montoije, oorkonden dat Pieter van den Velde, zoon van Willem, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan heer Willem van den Broucke, zoon van Jacob, eveneens van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 2 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op 1400 en 1900 roeden lands, gelegen in de parochie van Kortrijk en gehouden van de heerlijkheid van Hoog Montoije. 15 juli 1624.
- 480 Notariële akte verleden voor Ferdinand van der Schuere, notaris, meester Jacob de Hurtere, pastoor van de Sint-Maartenskerk, licentiaat in de Godgeleerdheid, en meester Rogier Vertiert, kapelaan in genoemde kerk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat jonkvrouw Agnes de Muelnare, dochter van Lucas, begijn te Kortrijk, aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 6 lb. groten heeft geschonken, losbaar tegen de penning zestien en bezet op het huis en de brouwerij van Joos van den Brande, gelegen op Overleie op de Kring. Verder schenkt zij aan de person die belast is met de zorg voor het altaar van het H. Kruis een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis, losbaar tegen de penning 16 en bezet op 200 roeden lands moestuin. 13 juni 1625.
- 481 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Ferdinand Basta, edelman, graaf van Hust, heer van Zulte, enz., uitvoerder van het testament van heer Walter van der Gracht, heer van Maalstede, Vlierden, enz., een erfelijke jaarrente van 4 lb. groten heeft geschonken aan het koor van de Sint-Maartenskerk, bezet op een huis met erf, gelegen in de Doornikstraat tussen de huizen en erven van heer Jan van den Berghe en van Pieter Lammertyn, zoon van Willem, dit voor het vieren van de jaargetijden van wijlen heer Walter van der Gracht, ridder, heer van maalstede, vader en van wijlen vrouwe Isabella van Vlierden, moeder van genoemde Walter van der Gracht en van hun dochter wijlen jonkvrouw Anna van der Gracht. 13 december 1625.
- 482 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan van der Muelen, zoon van Daniel, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Jan Nys, zoon van Anthonis, eveneens van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de Brugstraat tussen de huizen en erven van Jan Defoort en van Willem van den Berghe. 21 maart 1626.
113 gevonden, 21 t/m 40 getoond, pagina 2 van 6