Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 351 Walter van den Casteele, Jan van der Graght, Joris van den Velde en Jan Mathys, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Joos Maes en Jan Reymers in naam van Cornelis van Overschelde, zoon van Jan, en echtgenoot van Johanna Kindt, dochter van Joris, in het openbaar aan Jacob de Muelnaere de erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis verkocht hebben waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 246. 29 december 1550.
- 352 Meester Joos van den Berghe, Andries de Prestre, Frans de Pau en Willem van Reiable, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Maarten Ficket, zoon van Christiaan, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan de kerkmeesters van Sint-Maartens een erfelijke jaarrente van 24 s. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning achttien en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de Lange Steenstraat tussen de huizen en erven van Willem Braye en van Joos Goemaere. 1 juli 1551.
- 353 Joos de Hane, Andries de Prettere, Willem van Reiable en Andries Fremault, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Passchier Alaert, zoon van Pieter, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan de Grijze Zusters, vertegenwoordigd door zuster- overste Klara Leencnecht, een erfelijke jaarrente van 20 s. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn huis met erf, gelegen buiten de Rijselpoort in het Weestraetkin tussen de huizen en erven van Jacob Kint en van Rogier van den Dorpe. 6 juli 1551.
- 354 Meester Joos van den Berghe, Joos de Hane, Lodewijk de Muelnaere en Andries de Prestere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Pieter Drubbele, zoon van Willem, en Pieter Woulters, zoon van Matheus, beiden van Kortrijk erkend hebben dat zij aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door kerkmeester Jacob de Muelnaere, een erfelijke jaarrente van 15 lb. parisis moeten uitkeren, losbaar voor 20 lb. groten en bezet op 1) Voor Pieter Drubbele: op zijn huis en erf, gelegen op de Fruitmarkt tussen de huizen en erven van Maarten van Remeys en van Andries Drubbele; 2) voor Pieter Wouters op zijn huis met erf, gelegen in de Korte Steenstraat tussen de huizen en erven van Jacob van Houplinis en van Joos de Nare. 13 augustus 1551.
- 355 Andries de Prestere en Willem van Reiable, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Walter Waeye, echtgenoot van Proinkin van Tombe, Joos Pollet en Jan de Ro, voogden van de kinderen van wijlen Tristan van Tombe en Katelijne Pollet, in tuivoering van het testament van genoemde Katelijne Pollet aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door de kerkmeesters Jacob de Muelnaere en Jan Seinhaeve, de erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis hebben overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 270, met last van één gelezen mis per week aan het Sint-Nikolaasaltaar. 15 februari 1552.
- 356 Joos de Hane, Andries de Prettere, Frans de Pau en Denijs van der Gracht, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Frans van der Verreeke, zoon van Pieter, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordig door meester Jacob Maes, ontvanger, een erfelijke jaarrente van 40 s. parisis moet uitkeren, losbaar voor 32 lb. parisis, en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de Stokkersstraat tussen het huis en erf van Maria van den Berghe en de hoek van de Beestenmarkt. 23 maart 1554.
- 357 Joos van den Berghe en Andries Fremault, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat jonkvrouw Beatrijs Strobbe, weduwe van Joos van Welsenaers, aan het koor van de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door meester Jacob Maes, priester en ontvanger, twee erfelijke jaarrenten heeft overgedragen van: 1) 12 lb. parisis, losbaar tegen de penning zestien, ten laste van Jan Maelfeyt en bezet op een huis en erf, gelegen in de Rijselstraat en toebehorend aan Frans de Pau, 2) 12 lb. parisis (losbaar tegen de penning zestien), ten laste van Hugo van Welsenaers en bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke. Deze renten zijn bestemd voor verscheidene fundaties en distributies, gesticht door genoemde jonkvrouw Beatrijs Strobbe. 25 april 1552.
- 358 Joos de Hane en Andries de Prestere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat heer Walter Sallome, priester en pastoor van de Sint-Maartenskerk aan het koor van genoemde kerk, vertegenwoordigd door meester Jacob Maes, priester en ontvanger, de erfelijke jaarrente heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 350. 31 mei 1552.
- 359 Walter van den Casteele, Walter van Damme, Maarten de Crietsche en Joos Gheeraert, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Robrechtvanden Venne, zoon van Simon, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint- Maartenskerk, vertegenwoordigd door meester Jozef Maes, priester en ontvanger, een erfelijke jaarrente van 32 s. parisis moet uitkeren, losbaar voor 25 lb. 12 s. parisis e bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke in de Harelbekestraat tussen de huizen en erven van Adriaan de Mets en van de weduwe Svetters. 15 juni 1552.
- 360 Overeenkomst gesloten tussen de heren Walter Sallome en meester Cornelis Janssen, pastoors en kapelaans enerzijds en Jacob de Muelnaere, Adalard de Boosere en Jan Seinhave, kerkmeesters van de Sint-Maartenskerk, anderzijds betreffende de rechten die beide partijen kunnen laten gelden op de inkomsten van de diensten die in de kerk gedaan worden. 29 augustus 1552.
- 361 Joris van den Velde, amman en wettelijk maner, Maarten de velare, zoon van Jan, Jan van den Broele, Jacob van den Berghe, zoon van Jan, en Pieter van den Driessche, schepenen van het ammanschap ten Akkere en van de abdis van Groeninge, oorkonden dat Jacob van den Bussche, in naam van Jan Lapostol, zoon van Osto, aan het koor van de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordig door Jan de Coninck, een erfelijke jaarrente van 4 lb. 10 s. parisis heeft verkocht, losbaar tegen de penning zestien en bezet op 1 bunder grond, gelegen te Rollegem, palend: in het westen aan de grond van Pieter de Jaeghere; in het oosten aan de grond van (... ...); in het midden aan de grond van Pieter Amaije; in het noorden aan de grond van de dis van Rollegem. Deze grond wordt gehouden van genoemde ammanie van ten Akkere uit hoofde van de Spijker van Kortrijk. 1 september 1553.
- 362 Jacob de Sonneville en Rogier Gheys, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Daniela Maes, dochter van Jan, aan meester Pieter Baelde, pastoor van Gullegem, de twee erfelijke jaarrenten van elk 6 lb. parisis heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder nrs. 306, 336 en 341. 23 januari 1552.
- 363 Walter van Damme en Antoon Andries, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jacob de Muelnaere, zoon van Rogier, van Kortrijk aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door de kerkmeesters Alard de Boozere en Jan Seynhave, de erfelijke jaarrente van 12 lb. par., waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder de nrs. 246 en 251, heeft overgedragen. 8 maart 1553.
- 364 De raadsheren van de keizer in Vlaanderen geven opdracht aan alle keizerlijke ambtenaren er op te waken dat de uitspraak in het geschil tussen jonker Jan van den Walle, heer van der Douai, en zijn borgen enerzijds en Jan van Haerne, zoon van Michiel, anderzijds uitgevoerd wordt. 9 december 1553.
- 365 Uitspraak door de schepenen van de stad Harelbeke in een proces tussen heer Dominicus van Steenkiste, priester en ontvanger van de kapellerenten van Sint-Maartens te Kortrijk, enerzijds en meester Cornelis Roose, anderzijds, betreffend een erfelijke jaarrente van 30 s. parisis ten gunste van de kapel die in Sint-Maartens bediend wordt door heer Daniel Gonthier, bezet op een huis en erf, gelegen in de Oostpoort te Harelbeke, en die in 1550 en 1551 door genoemde Cornelis Roose niet uitgekeerd werd. Laatstgenoemde wordt veroordeeld de achterstallen uit te keren op straf van verbeurdverklaring van het huis en erf in kwestie. 17 september 1555.
- 366 De schepenen van de stad Ieper maken bekend dat Passchier Desprez erkend heeft dat hij aan zijn kinderen, die onder de voogdij staan van Jan Desprez en Jan Donche, 96 lb. groten schuldig is, te betalen in vijf jaar. Borg: Hendrik Thybault, poorter van Ieper. Aanwezige schepenen: Jan van Dixmude en Christiaan de Haze. 5 november 1555.
- 367 Notariële akte verleden voor Joos de Maeyere, apostolisch en keizerlijk notaris te Kortrijk, heer Andries Dissaulx, priester, kapelaan van de Sint-Maartenskerk, Willem Joseph en Jacob van der Vierstraete, poorters van Kortrijk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat meester Frans Lagache, priester en koster van Zwevegem, aan Pieter Maton van Kortrijk de kosterij van Zwevegem in cijns heeft gegeven voor de duur van 18 jaar met alle rechten en plichten die er aan verbonden zijn, tegen een jaarlijkse cijns van 9 Carolusgulden. 9 juli 1556.
- 368 Willem van Reiable en Joos de Hane, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jan de Latene, zoon van Passchier, van Dottenijs erkend heeft dat hij aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordig door de kerkmeesters Maarten de velare, Lodewijk de Muelnaere en Joos de Hane, een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten. Borgen: Olivier de Jaghere, zoon van thomas, van Dottenijs en Jacob Pollet, zoon van Parsifal, van Kortrijk. 25 januari 1557.
- 369 Jacob Van Welsenaers, Jan Vlerick, Jan Pol en Jacob Nollet, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Christine Goemaars, weduwe van Pieter van der Leije, erkend heeft dat zij aan Maaike van Ackere, weduwe van Jan Fremault, een erfelijke jaarrente van 3 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op haar huis en erf, gelegen buiten de Rijselpoort tussen de huizen en erven van de weduwe van Jacob Pesteloruin en van de weduwe Fromold de Bleekere. 28 april 1557.
- 370 Pieter van der Gracht, Jan van den Berghe, Matthijs de Wargny en Walter Waye, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Michiel de Smet, zoon van Jan, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan jonkvrouw Beatrijs van den Berghe, weduwe van Jan van Dale, heer van Rekkem, een erfelijke jaarrente van 15 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien, ten laste van Margareta Skindts, weduwe van Jan de Smet, bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke in de Stompaardshoek tussen de huizen en erven van Jan Loncke en van Joos van Lerberghe. 19 juli 1557.
216 gevonden, 101 t/m 120 getoond, pagina 6 van 11