Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4370 Jonker Wilhelm van Bronchorst heer van Hollandt, voogd over Andriesken van Bronchorst zijn zoon doet verhef van twee lenen toekomende zijn zoon. Het eerste leen is de tol en de gelede van Sint-Baafs in Gent te water en te land te MUELESTEDE, te Wachtebeke en te Mendonk gelijk vroeger wijlen Hector van Vuerhoute raadsheer en kamerling van wijlen de hertog van Bourgondie houdende was. Tot dit leen behoren tien achterlenen. Het tweede leen ligt binnen de MUIDENlangs de zuidkant van de straat naar de Schelde tot zover de heerlijkheid van Sint-Baafs strekt. Andriesken heeft hierin het derde deel in al de rechten van die men van ouds gewoon zijn te gelden. Het rapport werd gezegeld door Willem op 10 november 1609.
- 3678 Joos Ranst zoon van meester Marten als voogd over Philips Zoete zoon van Philips voor de éne helft, en over de zonen van wijlen Frans Zoete voor de wederhelft geeft volmacht tot het verheffen van een leen in Gent. Het leen situeert zich UP TSANT op de Sint-Lievensstraat tussen de VIJFWINTGATEN en de Sint-Lievens Poort, verder lopende op de Keizerstraat tussen de VIJFWINTGATEN en de Keizerpoort. De gronden en huizen liggen allemaal langs de zuidkant van de Schelde. Het leen omvat een heerlijke penningrente. Vooreerst een ervelijke landcijns geldende op diverse huizen en hofsteden die diverse personen moeten betalen bedragende in het totaal de som van drieënzestig ponden vijftien schellingen negen deniers par. in speciën en tweeëndertig kapoenen en een half. De betaling geschiedt in twee maal, namelijk op Sint Jans mis en op kerstavond. Van het hoofdleen wordt nog een leen en manschap gehouden zijnde een rente van drieëndertig pond dertien schellingen zes deniers par. Die rente wordt op diverse huizen en erflanden geheven die ook op het SANDT , tussen de straten die eertijds Claeys van Cauwenburch toebehoorde, zijn gelegen. Het rapport werdt gezegeld en ondertekend door Joos Ranst op 15 april 1602.
- 3679 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3680 Frans Triest zoon van Charles doet verhef van zijn leen van zeven bunders twee gemeten genoemd T LEEN TE RAVESCHOOT gelegen buiten DE VIJF WINTGATEN. Het leen paalt aan de Sint-Lievensstraat, zuid de Sint-Lievensvest west de Oude Schelde en Jacob Mande. Tot het leen behoort een erfelijke cijnsrente van zeven pond twaalf schellingen zes penningen groot, vierentwintig kapoenen en half, twee ganzen, een hoen en een vierendeel tarwe die diverse laten gelden. Bij verkoop van een perceel wordt er een pond peper geëist. De leenhouder ondertekende en zegelde het rapport op 20 juli 1611.
- 4131 Jonker Claude Damas als baljuw van het huis en hof van Dendermonde en als volmachtdrager van jonker Pieter Damas zijn broer doet verhef van een leen zijnde de helft van een heerlijke erfelijke leenrente van honderd vijftig pond par. jaarlijks te betalen in twee deelbetalingen. De oorsponkelijke bescheiden van het aangaan van deze rente dateren van 1453 en is bezet op de heerlijkheid van MUELEBEKE en het THOF TER BORCHTtoebehorende jonker Pieter Damas door het overlijden van jonkvrouw Adriana van Catz zijn moeder. Het rapport werd ondertekend en gezegeld op 28 april 1606 door de leenhouder op 28 april 1606.
- 4132 Adriaan de Beer, schildknaap heer van Muelebeke doet verhef van de heerlijkheid Muelebeke en het hof TER BORCHT gelegen in de kasselrij van Kortrijk. De heerlijkheid komt aan Adriaan toe door het overlijden van jonker Jan de Beer, schilknaap, zijn vader. Het hof TER BORCHT omvat de wallen, moten, land, bossen, weiden en het huis van plaisance vier bunder en half groot. Verder wordt de opsomming gemaakt van de hoge, middele en lage justitie met alle rechten en plichten zoals het aanstellen van een overbaljuw en onderbaljuw en een prater om met een vol hof recht te spreken. De leenhouder bezit ook een windmolen. Tevens krijgen we de opsomming van alle inkomende renten o.a. negen mudden en twee pinten rogge Kortrijkse maat. In even rente vijftien mudden negen razieren en een havot en twee pinten. In penningrenten heeft hij twaalf pond vier schellingen par. Nog in even spijnchalstermaete tien razieren twee havot in mout tweeentwintig razieren en twee havot. Verder nog tweeenzeventig kapoenen en een vierde, zevenenveertig hoenderen, honderd zevenendertig broden en een vierde. Uit een razier Kortrijkse maat moeten tien broden gebakken worden. Verder nog twee honderd drieenzeventig eieren en nog eens vier schellingen par. in speciën. Er wordt nog melding gemaakt van een penningrente van tweeënzestig schellingen par. en jaarlijks nog eens tweeentwintig razieren drie havot en een pinte evene. Een rente DE RENTE VAN VRIESEN genoemd omvat zeventien kapoenen en twee honderd eieren en tevens een tiende op de erfgronden zijnde van de drie schoven de twee schoven. Tot de heerlijkheid en hof behoren dertig manschepen die elk een leen houden. De voornoemde heer mag twee kappelrijen oprichten en twee kapellanen aanstellen. Het rapport werd ondertekend en gezegeld door de leenhouder op 11 juli 1608.
- 4133 Adriaen de Beer, schildknaap, heer van Muelebeke doet verhef van een leen hem gesuccedeerd door het overlijden van Jan de Beer, schildknaap heer van Muelebeke zijn vader. De leenhouder doet verhef van zijn leen wezende een heerlijke ervelijke en onlosselijke rente van tweeënzeventig ponden par. eertijds in het bezit van de edele en eerzame heer Jan Veyse in huwelijke geweest met jonkvrouw Isabella van den Douve die heren waren van Muelebeke en van het HOF TER BORCHT. Meester Jan de Beer verkreeg de heerlijkheid en hof door koop van jonkvrouw Catherijne van Overtvelt en haar zoon. Het rapport werd ondertekend en gezegeld door de leenhouder op 11 juli 1608.
- 3563 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3564 Adam Mesterton zoon van Hendricx koopt van Joos Leeman zoon van Frans en doet tevens verhef van zijn leen van een dagwand in het Bauwenstraatje palende Pieter de Maerschalck. Van het leen worden zeven achterlenen gehouden te weten Marie Bergracht vrouw van Gillis sHooghen van een dagwand palende aan het hoofdleen en aan Luenis de Hooghe houdt nu Pieter de Maerschalck causa uxoris. Luenis de Hooghe en Jacob Buyst door successie een half bunder palende Pieter Bauwens fs Lievens. Pieter Bauwens zoon van Lieven causa uxoris een half bunder. Adam Mesterton causa uxoris een half vaatzaad gelegen aan BAUWENSPUTTE. Jan de Maerschalck kocht een vaatzaad op DE STREKE palende Jan de Vylder en Jan de Maerschalck. Jan de Maerschalck kocht een half bunder ook op DE STREKE palende Guilliamme Oosterlinck, Merten de Hooghe zoon van Gillis causa uxoris houdt een dagwand genoemd HET GAVERKEN palende Pieter de Maerschalck, Guilliamme Oosterlinck en Jan de Vijlder. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend en gezegeld op 6 februari 1603.
- 3565 Pieter de Hooghe zoon van Merten doet verhef van zijn leen van twee bunders meers genoemd DE BUNDERS palende aan Jan de Vijlder, aan Cornelis Spanoge. Het leen is de leenhouder gesuccedeerd door het overlijden van zijn vader. Hans Coene koster te Zele is houdende een helft als volgleen. Het rapport werd gezegeld door Jan de Vijldere omdat de leenhouder geen zegel bezit op 31 oktober 1603.
- 3566 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3567 Gillis van Eynde zoon van Eloys doet verhef van zijn leen van zeven vaatzaad palende aan het goed van Jan de Maerschalck. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder 20 februari 1607.
- 3568 Pauwels Claissons zoon van Pauwels doet verhef van zijn leen van vier vaatzaad palende Willem Oosterlinck en HET BAERLEDONCQ BROECK.Het rapport werd door de leenhouder ondertekend omdat hij geen zegel bezit op 26 februari 1607.
- 3569 Jan van Havermate zoon van Baudewijn doet verhef van zijn leen dat hij kocht van Symoen de Bruyne, drie vaatzaad groot palende Jan Verelst. De leenhouder ondertekende het rapport met zijn merk op 28 juni 1608.
- 3570 Jan van der Lanen door erfenis verkregen, doet verhef van zijn leen groot in hofstede, weide, land, meersen, bossen, heiden, helftwinningen, boomgaard en waters twee en veertig bunders genoemd THOF ENDE GOET TE BAERLEDONCK gelegen in één stuk. Het leen paalt aan Clara Coppieters, Katelijne Spielmenaren en Jaspar d'Hauwe verder nog aan Daneel van Migrode, en Joos Calle. Van het leen worden nog achterlenen gehouden. Van al de verdonkerde lenen is er slechts een leen toebehorende Rooms de Hooghe van drie vaatzaad groot gelegen in twee percelen. Het éne perceel is een vaatzaad groot gelegen op DE BOGHE palende aan Jan dHooghe en Rooms Calle. Het ander perceel is twee vaatzaad groot liggende op DE HEYDEN palende aan Jan van Hulse, Merten van Havermate. Op het hof staat een kapel waar drie wekelijkse missen gedaan worden door een kapelaan. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 24 oktober 1614.
- 3571 Jacob van Havermate zoon van Pauwels doet verhef van zijn leen gelegen OP DE BOGHE drie vaatzaad groot palende aan DEN MEULENBERGH en Pieter Bauwens. Het leen is op de leenhouder gesuccedeert door het overlijden van Luenis de Hooghe zijn schoonvader. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder met zijn merk omdat hij geen zegel bezit op 19 oktober 1615.
- 3572 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3573 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3574 David Wils namens jonker Aernoult de Cordes zoon van jonker Jan Charles doet verhef van een leen van een bunder meers palende aan het goed van het klooster van Baudeloo. Davidt van Wils ondertekende het rapport op 29 oktober 1616.
- 3575 Jacob van Havermate zoon van Jacob doet verhef van zijn leen van negen dagwand genoemd DEN BIERMAN palende aan de wezen van Pieter van Mossevelde en Symoen de Bruyne. De leenhouder kocht de twee delen van Hans van Doorselaere en het derde deel van Jacob van Doorselaere zoon van Jacob. Van het hoofdleen worden tien achterlenen gehouden. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 7 februari 1622.
186 gevonden, 161 t/m 180 getoond, pagina 9 van 10