Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 3729 Gillis Schelfhout doet verhef van zijn leen van drie dagwand winnende land gelegen op OOSTACKERE tussen het goed van de weduwe Jan Camaerds en het land van Gillis Lijssin. Het rapport werd gezegeld door Stevin Stevins op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 25 juni 1430.
- 3730 Jan de Smet zoon van Henric doet verhef van een leen van een half bunder meers palende aan een leentje van Meeux van Bouchaute. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 27 juni 1430.
- 3731 Philips van sGraveneeken doet verhef van zijn leen. Tot het leen behoren tien bunders land die men van Philips van sGraveneeken houdt en waarop hij de tiende penning heft bij verkoop.Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 28 juni 1430.
- 3732 Stevin Stevins zoon van Gillis doet verhef van zijn leen van twee dagwand in de wijk DE DONCT genoemd en palende aan het leen van Jan van Elselaer. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 25 juni 1430.
- 3733 Margriete tsMusschers weduwe van Jan Cammaerds doet verhef van twee lenen waarvan het ene leen in jaarlijkse rente groot is namelijk het vijfde deel van een vijfschoof geheven op 28 bunders erfgrond gelegen op HOUDTACKER en erfgronden in diverse percelen gelegen op Oostackere en Leppevelt en het ander leen is een bunder groot palende aan zijn hofstede en aan Gillis Scelfhoudts. Het rapport werd gezegeld door de leenhoudster op 27 juni 1430.
- 3734 Het betrof een leen bestaande in heerlijke renten geheven op tien bunders. 26 juni 1430. ontbreekt.
- 3735 Jacop Pieters als voogd over Cathaline van Boschs zijn wettelijke vrouw doet verhef van een leenrente van zestien schellingen een denier obool par. waarvan hij aan de kerk van Hamme jaarlijks vier schellingen par. moet. Tot het leen houden diverse personen tweeentwintig bunders erfgrond gelegen nabij de kerk en op OVERLOPE. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 28 juni 1430.
- 3736 Gillijs Dries doet verhef van zijn leen van een dagwand aan de BIESESTRAETE gelegen. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 28 juni 1430.
- 3737 Claus van den Ackere doet verhef van zijn leen van twee dagwand en half meers gelegen in COLPUTTE BROUC tussen de meers van Olivier van der Dict en de watermolen en paalt aan Daem Mandekine. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
- 3738 Jan de Smet doet verhef van zijn leen van een half vaatzaad gelegen nabij de kerk palende aan Gillis van Cleemputte. Nog houdt Jan de Smet een ander leen groot een half bunder palende aan Pieter Hoekaerts en aan de kerkweg. Het rapport werd gezegeld door Jan van Binnen omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 3739 Denombrement opgesteld in de Franse taal: Geraet de Fromont wonende in Bassilly doet verhef van een leen gelegen en la ville et paroisse de Hamme van zevenentwintig bunders en zes vaatzaad groot. Van dit leen heeft Jacop Ruusch het vijftiende deel, de erfgenamen van Jehan Cammart het vijfde deel. De jaarlijkse waarde van het gedeelte van het leen toebehorende de leenhouder wordt op vier en veertig schellingen groot geschat. het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 29 juni 1430.
- 3740 Joes van den Heckene doet verhef van vier lenen. Het eerste is drie dagwand groot gelegen in MUELENBROUC voor THECKEN naast Symoen Arends. Het tweede leen is anderhalf dagwand groot gelegen op WESTACKER nabij de kerk en bij Jan Jonghe land en aan de RIJTBEKE. Het derde leen is een vijfde schoof op anderhalf bunder. De vijfde schoof bestaat uit gedorst koren, het stro mogen de personen houden die het land bewerkt hebben. Tot de vijfde schoof behoort ook een penning rente van acht schellingen par. en twee hoenen jaarlijks en ervelijk te voldoen. Het vierde leen is anderhalf dagwand in twee percelen gelegen op WESTACKER. Het éne perceel dicht bij de GHEEME en het ander aan TSORTERS HECKENE.Van het laatste leen worden er zes bunders erfgrond gehouden gelegen nabij de GHEEME en op DE WILDE BRAKE en nabij TSORTERS HECKENE. Van die zes bunders heft de leenhouder op vier bunders de vijfde schoof en op de totaliteit van de zes bunders heft hij een jaarlijkse penningrente van zes schellingen par. Op die zes bunders heeft de leenhouder de wandelkoop en de tiende penning en de sterfkoop. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 30 juni 1430.
- 3741 Jan Dullaert zoon van Michiel doet verhef van zijn leen van een bunder winnende land DEN ESCHACKERE genoemd. Volgende manschepen worden van het hoofdleen gehouden : eerst Gillis van der Donct een bunder gelegen op WEST ACKER.Amele , de vrouw van Room Coudscuere houdt drie en een half vaatzaad ook op Westacker. Daneel van der Loo houdt drie en half dagwand op OOSTACKER, en Dezelfde nog eens drie en half vaatzaad op Westacker. Gillis van der Houven houdt een half bunder op Westacker en dezelfde Gillis nog eens een half bunder ook op WESTACKER. Margriete Nijs houdt een bunder gelegen in twee manschepen op Oostacker. Symoen Arends zoon van Pieter houdt een half bunder op Westacker. Jan de Mayere houdt een half bunder op Oostacker. Cateline, de vrouw van Jan van den Ackere houdt een half bunder op Westacker. Jan de Brune houdt in laatschap van het hoofdleen een half bunder erfgrond geldende jaarlijks vijf penningen par. heerlijke rente. De leenhouder is wegens zijn hoofdleen een paardendienst geldende. Het rapport werd gezegeld door Jan van Leppevelde omdat de leenhouder geen zegel bezit op 1 juli 1430.
- 3742 Hillewart van den Driessche doet verhef van zijn leen wezende de twintigste schoof op volgende erfgronden. Eerst de weduwe van Jan Cammaerds houdt een viertelzaad en een half bunder. Gillis Schelfhout houdt een vaatzaad en vijf roeden. Jan Bonaerens houdt een viertelzaad en acht roeden. Gillis van der Houven zoon van Daneel houdt een half bunder en zeventien roeden. Bette Roels houdt een half bunder en twee roeden. Claus van den Ackere houdt drie vaatzaad. Meeus van Bouchoute houdt een vaatzaad en achtien roeden. Gillis Lyssen houdt een half bunder. Gillis Stout houdt achtien roeden gelegen in zijn boomgaard geldende twee inghelsche siaers. Jacop Mijs houdt drie vaatzaad en vijf roeden. Gillis van der Hoeven zoon van Daneel houdt een vaatzaad en twaalf roeden. France in de Weert houdt achtien roeden. Pieter Houkart houdt zeven en twintig roeden. Bette Roels houdt een vaatzaad en achtien roeden. Olivier van Buedeghem houdt een vaatzaad. Jan de Smet houdt een half bunder. Gillis van den Cleemputte zoon van Roems houdt een viertelzaad. Hierna volgen de personen en de grootte van de erflanden waarop de leenhouder Hildewaard van den Driessche op elk viertelzad jaarlijks twaalf mijten heft voor zijn twintigste schoof dit alles tot het hoofdleen behorende. Eerst de weduwe van Jan Cammaerds houdt vier viertelzaad. Jan van Scoubrouc houdt een viertelzaad. Jan Roelands houdt een viertelzaad. Pieter Houkart houdt vijf viertelzaad. In de twee bunders houdt Jan Claus een viertelzaad. Tot het meergezegde hoofdleen behoren jaarlijks twaalf vaten even waarop de leenhouder de wandelkoop en de tiende penning heft op: eerst de weduwe Jan Cammaerds zes vaatzaad geldt zes vaten. Daneel Coene houdt zes vaatzaad en geldt zes vaten. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 1 juli 1430.
- 3743 Ector de Havelose doet verhef van zijn leen wezende een rente van vijf schellingen en negen penningen par. De leenrente wordt jaarlijks geheven op tien bunders erfgrond in diverse percelen en plaatsen binnen Hamme in de velden van AERDOYENen HOUTACKER. De leenhouder heeft de helft van de tiende penning en van sterfkoop twaalf deniers par. per vaatzaad. Gillis Witloc heeft de wederhelft. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
- 3744 Jan van Leppevelde doet verhef van zijn leen van een bunder winnende land en bos palende aan Willem van Cleemputte en aan Heinricx van Leppevelde. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
- 3745 Jan Mandekin zoon van Jan doet verhef van zijn leen van een half bunder waaronder water en land gelegen tussen het land van Daem Mandekinne en de MUELENSTRAETKINNE. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
- 3746 Jan Bonnaers doet verhef van zijn leen van een vaatzaad gelegen tussen het leen van Gillis Schelfhout en Gillis sHonds land.Het rapport werd gezegeld door Daneel Clausen omdat de leenhouder geen zegel bezit op 3 juli 1430.
- 3747 Symoen van der Lijsen doet verhef van zijn leen van zeven bunders en half groot waaronder zijn hofstede en landen palende aan het hof van Daneel Huughe. Het leen is van ouds belast met twaalf ponden par. ervelijke rente. Gheert en Wouter van der Lijsen broers van de leenhouder hebben het wederdeel. Van het hoofdleen worden zeven manschepen gehouden te weten: Daneel Huughe zeven vaatzaad, de andere zeven vaatzaad houdt Christine van Kets zijn vrouw. De derde houdt Catelijne sBackers vier vaatzaad en half. De vierde houdt Daneel de Backer twee vaatzaad en een vierendeel. De vijfde houdt Marie Sturmans twee vaatzaad en een vierendeel. De zesde houdt Catheline Backer twee vaatzaad en half en de zevende houdt Beatrijce sBackers dochter van Katelijne twee vaatzaad en half. Tot het hoofdleen behoort een penningrente van drie penningen par. op een half bunder erfland dat Beatryce sBackers houdt in laatschap van de leenhouder. De leenhouder is een paardendienst geldende. Het rapport werd gezegeld door Janne van Leppevelde omdat de leenhouder geen zegel bezit op 3 juli 1430.
- 3748 Heer Diederic van der Dict priester doet verhef van zijn leen van een vaatzaad winnende land gelegen in OOSTACKER VELT. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
444 gevonden, 221 t/m 240 getoond, pagina 12 van 23