Inventaris van de Verzameling 'Mélanges Généraux'.
- 41 Denombrement, voorgelegd door Lucas Stal!ns, fs. Jooris, van een leen van ca. 1/2 bunder 19 roeden, gehouden van het leen en de heerlijkheid Honswalle. 5 november 1663.
- 42 Denombrement, voorgelegd door Jan van Ghemmert, fs. Guillaeme, in Kortrijk, van het leen en de heerlijkheid Rumbexmote, gelegen in Gullegem, 10 bunders 1.100 roeden groot, gehouden van het Kasteel van Kortrijk. Met de denombrementen van twee achterlenen, nl. het goed ten Hove, toebehorend aan Wouter vander Gracht, heer van Schiervelde, enz., ca. 30 bunders groot, in Kuurne, en een leen, ca. 8 bunders 1.200 groot (geen naam vermeld), gelegen in Kuurne, toebehorende aan Gillis du Thioeil, voorheen aan jonkheer Jan de Beer, heer van Grammene. 16 augustus 1664.
- 43 Denombrement, voorgelegd door Jan Baptista Billet, fs. Gillis, als echtgenoot van Maria van Lansberghe, fa. Fransois, en als voogd van Guillaeme van Lansberghe, ook fs. Fransois, van het leen en de heerlijkheid Rumbexmote, gelegen in Gullegem, 10 bunders 1.100 roeden groot, gehouden van het Kasteel van Kortrijk. Met de denombrementen van twee achterlenen, o.m. het Goed ten Hove toebehorende aan Fransois Charles de Voocht, fs. Jaecques, ca. 30 bunders groot, in Kuurne. 24 november 1670.
- 44 Denombrement, voorgelegd door Joos de Kerchove, fs. Jan, heer van Etikhove, Ladeuze enz., van een leen, bestaande uit een erfelijke rente van 4 lb. gr. per jaar, en gehouden van het Kasteel van Kortrijk. Deze leenrente is bezet op de heerlijkheid Bauwenbusche in Lendelede, Hulste en daaromtrent, toebehorende aan de graaf van Latour. 13 mei 1673.
- 45 Denombrement, voorgelegd door Delphin, heer van Plotho, van het leen en de heerlijkheid Wulfswinkel, gelegen in Bavikhove en andere parochies, gehouden van het Kasteel van Kortrijk. 16 september 1675.
- 46 Denombrement, voorgelegd door jonkheer Jan de Kerchove, fs. Jan, in zijn leven heer van Vaulx, als voogd van jonkheer Jan Francois de Kerchove, oudste zoon van jonkheer Joos, in zijn leven heer van Etikhove, Ladeuze, Ovemaelzake, ten Berghe, Vaulx, enz., van een leen, bestaande uit een onlosselijke rente van 4 lb. gr. per jaar, en gehouden van het Kasteel van Kortrijk. Deze leenrente is bezet op de heerlijkheid Bauwenbusche in Hulste, Lendelede en daaromtrent, ook gehouden van het Kasteel van Kortrijk en toebehorende aan Julien Joseph de la Tour, graaf van Latour, voorheen aan Geeraert Gheys. 26 april 1683.
- 47 Denombrement, voorgelegd door Claude Dominicus Damast, fs. jonkheer Claude, van het leen en de heerlijkheid Montjoije, gelegen in Kortrijk-buiten, gehouden van het Kasteel van Kortrijk, ca. 12 bunders groot. 16 januari 1692.
- 48 Denombrement, voorgelegd door Jan Baptiste Matheus de Ghellinck, ridder, heer van Wingene, Craenenbrouck, Schellebrouck, Langescheure, Droogenstroom, enz. van het leen en de heerlijkheid Nedermontjoie, in Kortrijk-buiten, gehouden van het Kasteel van Kortrijk, ca. 12 bunders groot. 16 december 1737.
- 49 Denombrement, voorgelegd door Jan Baptiste de Ghellijnck, ridder, heer van o.m. Nokere, van een leen, bestaande uit een behuisde hofstede, genaamd het goed ter Montjoije, gelegen in Kortrijk-buiten, ca. 12 bunders groot, gehouden van het Kasteel van Kortrijk, geërfd van zijn broer, Robertus, Josephus, Anselmus de Ghellijnck. 17 februari 1774.
- 50 Ontvangstbewijs van het denombrement, op 24 mei 1774 voorgelegd door de hoogpointers en vrijschepenen van de kasselrij Kortrijk aan Jean Frederick Laridon, baljuw van het leenhof van Ingelmuster, handelend in opdracht van Marie Gabrielle Benigne d'Assignies d'Oisij, douairière van wijlen Theodor Joseph, baron de Plotho, baron van Ingelmunster, als moeder en voogd van haar oudste zoon, Carolus Josephus Ludovicus Maria Guislenus, baron de Plotho, feodale erfgenaam van genoemde Theodor Joseph, van een leen, genaamd de "Vrije Landtmaete van de heerelijckhede, landt ende baronnie van t'voornoemde Ingelmunster, Sint- Eloijs Vijfve mette voordere toebehoorten Dendermondsch" Het leen werd op 12 februari 1706 door de hoogpointers en vrijschepenen van de kasselrij Kortrijk gekocht van Albert de Bersaeques. 26 november 1774.
- 51 Denombrement, voorgelegd door Carolus Josephus Ludovicus Maria Guislain, baron de Plotho, heer o.m. van de baronnie van Ingelmunster, van het leen en de heerlijkheid Te Wulfswinkel, gelegen in Bavikhove en andere parochies, gehouden van het Kasteel van Kortrijk. Met denombrementen van de 17 achterlenen. 19 oktober 1778.
- 52 Afschrift van de akte van 30 mei 1374, waarbij graaf Lodewijk van Male in de door hem opgerichte Sint-Katharinakapel bij de Kortrijkse Onze-Lieve-Vrouwekerk drie kapelanijen sticht. 1742.
- 53 Akkoord, door toedoen van de heer van Wingene, afgesloten voor Roelandt Bossaert en Jan van Langhemersch, schepenen van Ieper-ambacht, tussen jonkheer Wouter vander Gracht, baron van Guysen, heer van Heule en van het Hof van Izegem, samen met de baljuw en schepenen van het Hof van Izegem, Mathys de Breede, Gillis van Poucke, Christiaen de Gryse, pointers en zetters, en Pieter van Biervliet, eisers, en de baljuw en schepenen van de Zaal en kasselrij van Ieper en Joos Nieulaet, verweerders, om hun proces te beëindigen en hun geschillen in de minne te regelen. 9 augustus 1539.
- 54 Voor de schepenen van de heerlijkheid "Sprinchen ende Stede Rolleghem gheinclaveert binnen ende buuten de stede van Ypre" stelt Jan de Ligny, verver in de "Vergulden Poorte", gelegen naast de genoemde heerlijkheid, huisraad en kleren ter beschikking van Pieter Mackeriel, fs. Jan, die zich voor Jan de Ligny borg gesteld heeft voor de betaling aan Nicolaes Mulier, in Templemars (Rijsel-ambacht), van verfstof, die hij van hem gekocht heeft. 19 maart 1573.
- 55 De schepenen van Kortrijk verklaren dat Hansken Buydens, zoon van de kasselrijontvanger Joos (fs. Jan) en van wijlen Margriete Ynghebert (fa. Jan), nog gezond in leven is en woont bij zijn vader in Kortrijk. Zij getuigen ook dat genoemde Joos, als vader en voogd van Hansken, Jan Inghelbert , vader van genoemde Margriete aangesteld heeft om hem te vertegenwoordigen in het sterfhuis van Cornelis Ley en van zijn vrouw, Elizabeth, beiden overleden in Sint-Winoksbergen. 14 november 1583.
- 56 Getuigenissen voor de schepenen van Kortrijk in verband met kleren, door Maye van Coilge in Brugge aan Mehelyne, vrouw van Joachim Houfnaghel, in bewaring gegeven. 13 juni 1585.
- 57 Voor de schepenen van het Brugse Vrije ruilt Pieter de Lantere, poorter van Brugge, met Fransois Schuerma, ook poorter van Brugge, gronden in Pittem en het Brugse Vrije. Met een opsomming van die gronden. 22 juli 1605.
- 58 Voor burgemeester en schepenen van Menen erkent Janneke Dael, weduwe van Joos Schouteten, bijgestaan door Gillis de Parmentier, haar voogd, aan Caerle de Heuvele, "gouverneur vande ghemeenen aermen" een erfelijke losrente van 24 lb. par. schuldig te zijn voor een ontvangen kapitaal van 32 lb. gr. Zij bezet die rente op een huis en blekerij in Menen, palende aan het "Ghelandt straetgen". 28 juni 1633.
- 59 Voor burgemeester en schepenen van Menen erkent Joos Bousette, fs. Jacques, wonende in Menen-buite,; aan de Meense nering van de draperie een losrente van 9 lb. par. per jaar schuldig te zijn voor een ontvangen kapitaal van 12 lb. gr. Voor de betaling van deze rente stelt Jan Boucquaert, fs. Bertram, wonende in het schependom van Menen, zich borg met zijn huis in de Wervikstraat. 7 juni 1636.
- 60 Stukken betreffende de rente van 18 lb. par. per jaar, de penning 16, op 3 februari 1623 voor de schepenen van de heerlijkheid Ter Schuere in Geluwe en Menen-buiten. gevestigd door Jan Pareydt de oude ten laste van Jan Pareydt en Mathys Bal, als voogden van Franskin en Cathelintgen Gheldolfs, kinderen van wijlen Fransois en Catheline Valcke, en bezet op de helft van een hofstede van ca. 2 bunders, gelegen in Menen- buiten onder genoemde heerlijkheid. 3 februari 1623, 18 februari 1631 en 22 september 1639.
66 gevonden, 41 t/m 60 getoond, pagina 3 van 4