Inventaris van het Sint-Margriethospitaal te Schorisse, ca.1416-1796
- 11 Voor de schepenbank van Sint-Kornelis-Horebeke koopt Barbara Coels, kloosterlinge van het Sint-Margrietklooster, t.v.v. dit klooster, een erfelijke losrente van 2 pond 8 sch. Vlaamse munt van Jan Maroeyen, zoon van Joos, gehuwd met Barbara vanden Obstalle. Als pand stellen laatstgenoemden: 1° de woonstede van Jan Maroeyen, 5 bunder groot, gelegen bij de Heerweg (Heerwich) en belast met renten t.v.v. de heer van Lahamaide; 2° 75 r. weide in de Abessemmeersch; 3° 5 bunder op het Hofland, eveneens belast met een rente t.v.v. de heer van Lahamaide; 4° 5 bunder op het Nederveld, naast het Hofland en de straat; 5° 80 r. op het Nederveld, belast met een rente t.v.v. de heer van Lahamaide. 23 maart 1506 n.s.
- 12 Nicasius Hanneron, ontvanger ad hoc van de graaf van Vlaanderen, geeft kwijting voor ontvangst van de amortisatie van de volgende goederen van het klooster van Schorisse: 1° een erfelijke losrente van 4 sch. groot door zuster Isabeau de Conseil gekocht van Eustachius Wouters t.v.v. het klooster, gevestigd op een halve bunder en 32 r. land in Zegelsem; 2° een gelijke rente door dezelfde gekocht van Jan Wouters, zoon van Eustachius, gevestigd op 1 dw. grond op Tcardeniers en op 25 r. grenzend aan de Dries van Zegelsem en de Linde; 3° een gelijke rente van 12 sch. groot, door dezelfde gekocht van Arnoud Wyts, gezegd Lancbeen, gevestigd op anderhalve dw. land en een andere dw. op het Hoekveld, 1 dw. land op de Steenberg en op 1 dw. weide op de Abbessenmersch, alles in Sint-Kornelis-Horebeke; 4° een gelijke rente van 4 sch. groot, door de priores gekocht van Jan Maroye, gevestigd op diens huis, op 72 r. weide op de Abbessenmersch (Pré des Abesses), op een halve bunder op het Hofland, op een halve bunder en 80 r. op het Nederveld, alles in Sint-Kornelis-Horebeke, 5° een gelijke rente van 4 sch. groot, door de overste gekocht van Zeger Pevenage, gevestigd op 2 dw. grond op Nokermansstede en 2 dw. 60 r. op het Steenveld in voornoemde gemeente; 6° een gelijke rente van 12 sch. groot, door de overste gekocht van Simon de Wannemakere, gevestigd op een halve dw. en 60 r. op de Heecauter, op 3,5 dw. bij de Hoogstraat en op een halve dw., alles te Zegelsem. 15 april 1516.
- 13 Voor de schepenbank van Opbrakel koopt Elisabeth vanden Rae, kloosterlinge van het hospitaal van Schorisse, een erfelijke losrente van 10 sch. groot per jaar, van de gebroeders Niklaas en Luc de Man. Als pand stellen deze laatsten: 1° anderhalf dw. land op Willemsveld; 2° 1 dw. op hetzelfde veld; 3° 1 dw. bij Jan Ghys' stede; 4° 1 oud dw. en 40 r. bij Pieter de Man's bezit; 5° een halve dw. op de Steenpaal; 6° 40 r. op de Steenpaal bij de Grote Weg, belast met een heerlijke rente t.v.v. de heer van Opbrakel. Bij gebrek aan betaling van de rente mogen Elisabeth vanden Rae of het hospitaal beslag leggen op deze panden. 20 juli 1529.
- 14 Vóór meier en laten van de heerlijkheid Hoovoest in Zegelsem, koopt Elisabeth vanden Rae, kloosterlinge in het hospitaal van Schorisse, van Willem Ponte, zoon van Antonius en echtgenoot van Louis vander Eecke, een erfelijke losrente van 3 pond 12 sch. par. per jaar, gevestigd op: 1° 1 dw. land grenzend aan het Bavelt; 2° 1 dw. land ter Hellen; 3° een halve dw. land op Tsaelcorevelt. Al deze gronden liggen in Zegelsem en zijn belast met een heerlijke rente aan de vrouw van Bevere, die de voornoemde heerlijkheid bezat. 31 augustus 1529.
- 15 Op verzoek van de kloostergemeenschap van het hospitaal geeft notaris Enoch Malins een authentieke Nederlandse vertaling van regesten nrs. 3 en 4. 6 januari 1552.
- 16 Vóór de schepenbank van Opbrakel verkopen Katelijn Tshazen, weduwe van Taillefeert Quattroys, en Geraard Quattroys, als voogden van de wezen van voornoemde Taillefeert, aan Jacques Ysenbaert een erfelijke losrente van 48 sch. par. per jaar. Deze rente is gevestigd op: 1° een halve dw. land op de Steenpaal; 2° een halve dw. op het Willemsveld, grenzend aan het Buyenstraetkin; 3° een halve dw. op het Ketelboetersveld (Kethelbuutersvelt). 9 april 1559.
- 17 Vóór de schepenbank van de heerlijkheid van de abdij van Ename koop Katelijn van Brakelle, dochter van Gillis, een erfelijke losrente van 3 pond 12 sch. par. per jaar van Jan van Helleputte, zoon van Pieter. Als pand stelt laatstgenoemde een woonstedeke op Maldegem in Sint-Denijs-Boekel, belast met een rente t.v.v. het klooster van Ename. 20 april 1562.
- 18 Vóór de schepenbank van Opbrakel verkopen Elisabeth Quattroys, dochter van Jan en weduwe van Passchier Vincke, en haar voogd Antonis van Pevenaege, aan Jacques Ysenbaert een erfelijke losrente van 24 sch. par. per jaar, gevestigd op haar huis, gelegen Ter Linden, grenzend aan het Blekersstraatje en aan 's Heren Straat. In dorso: regest nr. 19. 14 juli 1573.
- 19 Overdracht, vóór de schepenbank van Schorisse, van de rente beschreven in regest nr. 18, aan het hospitaal van Schorisse. 11 januari 1574 n.s.
- 20 Vóór de schepenbank van Schorisse transporteert Jacques Ysenbaert de rente, beschreven onder regest nr. 16, t.v.v. het hospitaal, alsmede een andere rente van 24 sch. par. per jaar, gevestigd op het huis van de erfgenamen van Jan vanden Abbeele (zie regest nr. 18) en een rente van 4 pond 3 sch. par. per jaar. Daarvoor moet elk jaar op Witte Donderdag voor 12 sch. par. wijn en wit brood aangekocht worden voor een middagmaal van de kloosterlingen, die bovendien elk een halve stuiver ontvangen, mits het verrichten van bepaalde gebeden; op Goede Vrijdag zal de armmeester van Schorisse 13 sch. par. ontvangen voor de behoeftigen; tenslotte zal een jaarmis in de kapel van het klooster opgedragen worden voor de schenker, zijn familie en vrienden. 11 januari 1574 n.s.
- 21 Voor de schepenbank van Schorisse koopt Willem de Rantere, zoon van Adriaan, van de wezen van Joos de Temmerman, zoon van Gisleen, wonend te Maarke en vertegenwoordigd door Jan Ghijsels, zoon van Jan, en Adriaan vanden Hecke, de helft van een heerlijke rente, genaamd Bloksrente, bestaande uit koren, haver, kapoenen en 17 pond 8 sch. en gevestigd te Schorisse. Joos de Temmermans had deze helft gekocht van de erfgenamen van jonkvrouw Elisabeth Cabbeljaus, dochter van Gillis en weduwe van Joris vander Meeren. De andere helft behoort toe aan jonkvrouw Florentina van Rechem, weduwe van jonkheer Filips de Lalain. 3 mei 1583.
- 26 De priores en de kloosterlingen van Schorisse oorkonden, samen met de griffier van het Land van Schorisse, dat zij van Lieven de Haijere, pastoor van Schorisse, 40 pond groot geleend hebben, dit tot betaling van de helft van de aangekochte Bloksrente (Blocxrente). Daarvoor bekennen zij aan voornoemde pastoor een losrente van 30 pond par. per jaar schuldig te zijn, gevestigd op de goederen van het klooster, met als bijkomend pand: 1° een heerlijke rentebrief van 2 pond groot, dd. 21 april 1512, t.v.v. de stad Gent en t.v.v. Jorijne Tassins, dochter van Jan; 2° een rentebrief van 6 pond par., dd. 16 december 1600, t.l.v. Jan van Tortelboom te Rozebeke. In dorso: Aflossing van de rente van 2 pond groot, 1609 augustus 22; afkomstig van de rente van 6 pond par. met de schenking van Anna de Merghele, in het klooster opgenomen, 1611, februari 11. 9 december 1608.