Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4424 Zie bijlage voor beschrijving.
- 4425 Het denombrement over de tiende DE GALLORIJKSCHE THIENDE genoemd, verheven door de Anna van Steelant, abdis van het klooster van Zwijveke, is zoek. Het register van de renten en de heerlijke rechten bestrekkende over Sint-Gillis, Belle, Lebbeke en Massemen is ook zoek. Deze verklaring werd in 1604 opgetekend.
- 4426 Gillis van Assche zoon van Jan doet verhef van zijn leen van anderhalf dagwand of het derde van een oud bunder gelegen op de MOESCOUTERE. Het leen werd door de leenhouder gekocht van Jooris van Horenbeke als volmacht hebbende over Jaspar Rul. Het leen paalt aan het goed van de kerk van Lebbeke, Pieter van Montaguyt met DEN ASSCHAERT. De andere twee delen staan de leenhouder ten gevolge. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder op 10 januari 1605.
- 4427 Pieter de Vos, ridder, heer van Beauprez, Hamme etca man en momboor van vrouw Catherine Cabiliau dochter van jonker Cornelis doet verhef van een leen aan mher Charles Doubremont, ridder, heer van Ribaucourt, hoogbaljuw van de stad en land van Dendermonde. Het leen is twee bunders groot en ligt naast het BUYSVELT en paalt aan het goed van het klooster van Sinte Brigitte, aan Gilles de Beke, Christiaen Spanoghe en Laureys Diericx. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 10 januari 1607.
- 4428 Heindrick de Wolf zoon van Cornelis doet verhef van zijn leen van vijf bunders CAMMAERTS BOSCH genoemd. Het leen paalt aan HET RUEKEN van Pieter de Keersmakere en aan de erfgenamen van Cornelis Wolf. In deze vijf bunders bezit Joos de Commere zoon van Sebastiaen drie dagwand en half, de weduwe van Adriaen van Boone een dagwand en de leenhouder bezit vijf dagwand genoemd CAMMAERTS BOSCH gekomen van Jan de Cuypere zoon van Jan en vier dagwand gekomen van Philips de Man. Van het hoofdleen worden drie achterlenen gehouden. Het eerste leen houdt Merten de Deckere en is vier dagwand en half groot genoemd SOMERSCHEMS HEYDEwaarin Jooris van Horenbeke zoon van Erasmus de twee delen bezit gekocht van de voornoemde Merten palende aan de erfgenamen van Cornelis Wolf. Het tweede achterleen is een dagwand groot en is in het bezit van de weduwe en de erfgenamen van Christoffels Martens die het kocht van de weduwe Gillis Kindt palende aan Jan Rogmans beek, de erfgenamen van Adriaen van Boome. Het derde leen is een dagwand groot en is in het bezit van de erfgenamen van Cornelis de Wolf. De leenhouder ondertekende het rapport op 2 april 1609.
- 4429 Adriaen de Dijcker zoon van Adriaen doet verhef van zijn leen van zes dagwand palende aan het goed van jonker Antheunis Nieulant en aan het goed van Joos van Belle die het kocht van Henric Putteman. De leenhouder bezit slechts de helft van drie dagwand van het leen. De andere helft staat Jan Moortgat zoon van Gillis cauxa uxoris Jasperijne de Rauwe dochter van Jan ten gevolge. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 9 november 1612.
- 4430 Gillis Smet zoon van Merten, mids afstand en akkoord met Christiaen Spanoghe, doet verhef van een leen van vier bunders en drie dagwand CAMERMANS BOSSCH genoemd palende aan het kerkegoed, aan het HOVE TER HEYDEN toebehorende Hendrick Verspecht en aan het leen van Gillis Aeyels gekocht van jonker Antheunis Nieulant. De leenhouder verkreeg het leen mids akkoord van Christiaen Spanoghe hogervermeld en bezit hierin de tien dagwand en Pieter Moens zoon van Paesschier heeft de resterende negen dagwand die Gillis Smet staan ten gevolge. Het rapport werd ondertekend door Pieter Moens met een merk op verzoek van de leenhouder op 10 juni 1614.
- 4431 Joos Herbaut zoon van Joes machtig over Andries Moortgat causa uxoris Elysabeth van Middelaer zijn vrouw doet verhef van een leen van een dagwand gelegen op MUELENCOUTER palende de weduwe van heer Philips van Overbeke en aan Gillis van Langenove. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend met zijn merk op 28 maart 1616.
- 4432 Jan van Belle zoon van Jan doet verhef van zijn leen van negen dagwand groot gelegen in twee percelen. Het éne is vier dagwand groot gelegen voor het klooster van Zwijveke genoemd DEN BOCHT en paalt aan TSTRATEVELT en aan DEN MEULECOUTERE. De andere vijf dagwand liggen op de MEULECAUTER.De leenhouder bezit twee dagwand en half door erfenis van zijn vader Jan van Belle en zijn tant Pierijne van Belle heeft ook twee dagwand en half en het klooster van Zwijveke bezit vier dagwand genoemd DEN BOCHT. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 17 maart 1617.
- 4433 Gillis Bijl zoon van Corneel doet verhef van zijn leen van elf dagwand groot TGOET TE VERREBROUCK genoemd. Van het hoofdleen worden twee achterlenen gehouden. Het hoofdleen paalt aan D SLANGMEERKEN en de bossen van het klooster van Zwijveke, en aan Adriaen Philips. Het rapport werd gezegeld met de zegel van Gillis Heyvaert grootvader van de leenhouder. Actum 26 september 1622.
- 3652 Cornelis Heyvaert zoon van Gillis doet verhef van zijn leen van twee bunders gelegen achter VOORDE in twee percelen. Het éne perceel is DE POORSTERWEEDE genoemd vijf dagwand groot en paalt aan DEN ROVANSBOSCH aan het goed van Pieter Cheens zoon van Cornelis. Het ander perceel wordt DEECKMERE genoemd en is drie dagwand groot nu toebehorende Pieter Cornelis en staat de leenhouder ten gevolge. Het tweede perceel paalt aan DACHELMERE.Het rapport werd gezegeld door Gillis Heyvaert vader van de leenhouder op 7 september 1602.
- 3653 Hendrick de Briquegny doet verhef van zijn leen genoemd DE VOGHELRYEgelegen in Belle en Zwijveke geldende jaarlijks zes entvogels. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 februari 1604.
- 3654 Gillis Rogman zoon van Giullis doet verhef van zijn leen van drie dagwand palende aan de beek aan het kloostergoed van Zwijveke, aan Daneel de Maerschalc en aan Barbara Jours vrouw van Daneel Gheldolf haar toegekomen van wegen Philips Pieters wezende haar deel een dagwand meers in de DUYNCX liggende te wissel. In de drie dagwand leen behoort Jan Ringoet zoon van Adriaen en zijn vrouw een dagwand en een dagwand aan Fransoys Diericx met zijn vrouw en twee dagwand behoren aan Gillis Rogman vader van de leenhouder en zijn vrouw Janne sValen. Het leen werd door aankoop van jonker Philips van Crombrugghe verkegen. Het rapport werd gezegeld door Gillis Rogman, de vader op 18 augustus 1611.
- 3655 Pieter de Munck zoon van Jan doet verhef van een leen dat hij kocht van Joos Beecman zoon van Bartholomeeus van vijf dagwand zijnde een onbehuisde hofstede palende aan SNECKERS VELT, de hofstede van Gillis Rogman en aan het bosje van Hillewaert Beecman. Het rapport werd door Pieter de Munck ondertekend omdat hij geen zegel bezit op 21 september 1611.
- 3656 Fransoys de Loroy causa uxoris Anna Walsschaert door erfenis van Jan Walschaert doet verhef van een leen genoemd DEN BREEDEN MEERSCH groot vier bunders palende aan de Dender, aan Guillaume Caudron en aan Daneel Woutertijn allen causa uxoris. Verder paalt het leen nog aan een meers genoemd DEN CALFSTEERT.In de vier bunders leen bezit de leenhouder slechts twee bunders en de resterende bunders staan Caudron en Woutertijn de leenhouder ten gevolge. De eed van feauteytschap werd gedaan door Remy de Loroy zoon van Franchois als bedienelijk man. Het rapport werd gezegeld door Dominicus Colier op 28 april 1612.
- 3657 Hillewaert van Guchte zoon van Jan door erffenis van Hansken Heindricx zoon van Jan omdat moeder overleden was Elisabeth Hennickx doet verhef van een leen van een bunder groot palende aan de erfgenamen van Joos Jacobs. Tot het leen behoren elf dagwand erflanden waarvan de negen liggen in Belle en de andere twee liggen in Opwijk. Door de voorbije troebelen zijn hiervan nog enkele percelen verduisterd. Van de erflanden bezit de leenhouder door koop de tiende penning. Het rapport werd ondertekend met een merk door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 27 oktober 1614.
- 3658 Jonker Davidt Deynaert doet verhef van een leen dat hij bekomen heeft als huwelijke gift van zijn moeder Marie vuyten Hove. Het leen is drie bunder meers palende aan een zeker weide genoemd D'ELST en aan het goed van de heer van Wieze, aan DEN LANGHENMEERSCH en aan het KERCKE MEERSCHELKENvan Denderbelle en aan de SANT WINCKELE van Hillewaert Spanoghe zoon van Symoen en aan de WIJNDRIESSCHE van Adriaen van Langhenhove. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 3 september 1616.
- 3659 Cornelis Matthijs doet verhef van zijn leen een half bunder groot gekocht van Erasmus van Hoorenbeke zoon van Michiel palende aan TGOET TE MEULENBROUCK aan Jan van de Keere zoon van Joos en zuid aan DE FOKE. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend met een merk omdat hij geen zegel bezit op 27 mei 1617.
- 3671 Eustaes van Cotthem machtig over de eerwaarde heer de Aartsbisschop van Mechelen, prelaat van het Godshuis van Affligem doet verhef van een leen van veertig bunders groot. Nog houdt het Godshuis erfland en ervelijke helftwinninge gelegen binnen Eegene naast Wichelen geldende hiervoor een paardendienst. Het rapport werd gezegeld door de volmachtdrager op 21 januari 1603.
- 4327 Jacob Verbiest, zoon van Jan, doet verhef van zijn leen van een dagwand en vijfentwintig roeden gelegen op DEN BRUGCOUTERE palende aan Pieter Luypaerts en aan het goed van de kerk van Opwijk en aan het goed van de erfgenamen van Jooris Luypaert. Van het leen zijn de vijfentwintig roeden in het bezit van de kinderen van wijlen Merten Blocx die de leenhouder te gevolge staan. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 16 oktober 1600.
186 gevonden, 1 t/m 20 getoond, pagina 1 van 10