Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 234 Gegeven ind jaer der saligher gheboerten Jhesu Christi doen men screef duysent vijf hondert in octobri sesse daghe. De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat Ozielie van Tylle, priores, met toestemming van haar konvent een bunder en 18 grote roeden grond in erfpacht heeft uitgegeven aan Wouter Tyrions, tegen 17 vaten koren jaarlijks en een grondcijns van 2 oude groten en een kapuin per bunder. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Rijkaut van Stapele: Jan van Hamme; Henrick van Lechy; Anthoe nis vanden Lare, wen te Minsinghen; Fflips Copys; Willem Pelsers; Jannes Menten, wen te Mielen. 1500, 6 oktober.
- 235 Ghegeven ind jaer der saligher gheboerte ons heren Jhesu Christi doen men screef duysent vijfhondert ende twe in Sprockille vijf daghe. De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat Ozielie van Tylle, priores, aan Leys van Riekdel heeft uitgegeven in erfpacht 4 1/2 bunder en 3 grote roeden grond, gelegen te Mielen, voor 17 vaten koren per bunder en 2 groten met 2 kapuinen als grondcijns. Schout: Coenraet Zanders. Schepenen: Rykaut van Stapele; Jan van Hamme; Henrick van Lechy; Anthoenis vanden Lare; Flips Copys; Willem Pelsers; Jannes Menten, wenne te Mielen. 1502, 5 februari.
- 236 Ghegeven ind jaer ons heren doen screef XVc ende twee in sorickille vijf daghe. Jannes Menten en Louwerijs Richdel getuigen voor de schout en de schepenen van Mielen, dat de 4 1/ 2 bunders, door Ozielie van Tylle aan Richdel verpacht, volgens de bevindingen van de landmeter, grenzen aan de grond van de priores, beneden den wingart. 1502, 5 februari.
- 237 Ghegeven inden jare der saligher gheboerten ons heren jhesu Christi doen men screef dussent vijff hondert ende twee in mert. De schout en de schepenen van jonker Raes van Guigoven in zijn bank te Gorsem, oorkonden dat Ghielis Cole van Coenraet Zanders, als zaakwaarnemer van Nonnemielen, een beemd en een stuk land in erfpacht heeft genomen tegen jaarlijkse betaling van de grondcijns en 6 Rg. ten voordele van de pitantie en de kosterij van Nonnemielen. Schout: Augustijn Gherinx. Schepenen: Coenraet Zanders; Anthoenis vanden Lare; Henrick Laduens; Jannes Menten, wen te Mielen; Henrick Winckele alias van Kalsbeeck. 1502, Maart.
- 238 Ghegeven inden jare der gheboerten ons heren doen men screef duysent vijf hondert ende twee in appril sdsteen daghe. De schout en de schepenen van jonker Raes van Guigoven in zijn bank te Gorsem, oorkonden dat Mathijs Vos van Coenraet Zanders, als gevolmachtigde van priores Ozielie van Tylle, in erfpacht genomen heeft een beemd, gelegen in Gorsem, bij het goed van Jonker Willem van Horion van Ordingen, voor anderhalve Rijnsgulden, lopende koers van Sint-Truiden, jaarlijks. Schout: Augustijn Gherinx. Schepenen: Coenraet Zanders; Anthoenis vanden Lare; Jannes vanden Leene; Henrick Laduens; Jannes Menten, wen te Mielen; Henrick Winckelen, alias van Kalsbeeck. 1502, 16 april.
- 239 Ghegeven inden jare der saligher gheboerten ons Heren Jhesu Christi doen men screef duysent vijf hondert ende twee in julio sesteen daghe. De schout en de schepenen van priores Ozielie van Tylle in haar bank en heerlijkheid van Mielen, oorkonden dat Jan Stas van Coenraet Zanders een bos ontvangen heeft, waarvan de kosterij van Mielen jaarlijks 3 vaten koren trekt als pacht. Jan Stas heeft de 3 vaten koren opgedragen in handen van de schepenbank, met het bos als onderpand. Schout: Coenraet Zanders.Schepenen, niet met name genoemd. 1502, 16 juli.
- 240 Die octavo mensis septembris Anno Domini M CCCCC secundo. Bisschop Raymundus, apostolisch legaat, verleent een aflaatbrief aan Oda de Fecht, religieuse te Nonnemielen. 1502, 8 september.
- 241 Int jaer der saligher geborten ons liefs heeren Jhesu Christi vijf-tien hondert ende vijff inden mey des elfde daigs. De meier en de laten van het cijnshof van de kellerij van Nonnemielen te Sint-Truiden, oorkonden dat Lambrecht van Sint Jans der Jonge, in ruil voor een som van 21 Rg., aan Gowart Pickarts een erfrente verkocht heeft van 1 Rg. 20 St. de gulden, lopende koers van Sint-Truiden, op zijn huis met toebehoren, gelegen te Sint-Truiden in de Cloppenstrate, bij de stadsvesten. Deze overdracht wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Jan Menten der Alde. Laten: Henrick van Lexhi; meester Henrick van Herckenraede; Mercielis van Holzete; Jan Menten der Jonge; Carle Strune. Schepenbank: Schout: Pouwels Abertijns; Schepenen: Henrick van Lexhi; Jan Copi; Mercielis van Holete; Jan van Mettecoven. 1505, 11 mei.
- 242 Inden jare der saligher gheboorten ons lieffs heren Jhesu Christi doemen screeff XVc ende elff in julio opden XXII sten dach. De schout en de schepenen van Alken bekrachtigen op verzoek van Mambrecht van Schoenbick, in naam van Katrijne van Hoerne, abdis van Nonnemielen, een oorkonde van 19 juni 1508: Francis Bruninck alias van Nerom staat het vruchtgebruik op bepaalde bezittingen te Alken af aan zijn kinderen Francisken, Willem, Wouter en de onmondige Merlien, die het op hun beurt overdragen aan het klooster van Mielen, dat erin gegicht wordt door bemiddeling van Gheert Scosertii, op 15 februari 1509. Schout: Johan Hilma. Schepenen: Willem Mobben; Willem Persoens; Jan Jorijs; Jaspaert vander Lijnden; Gherijt vanden Hove; Jannes vanden Hove. 1511, 22 juli.
- 243 Ghescheyt ende gedaen inden jare der salyger geboertten ons liefs heeren Jhesu Christi doemen screeff duysent viefhondert ende vierthien inde maent den vierthiensten daege. De schout en de schepenen van Wezeren oorkonden dat Wouter Tuteleer, inwoner van Gingelom, voor 20 goudgulden, de gulden gerekend voor 28 st. aan Pieter Nijs, de wen van Camerijck, als gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen een jaarlijkse erfrente van een mud haert corn (tarwe of rogge), heeft opgedragen, op 13 grote roeden akkerland, op de Toemme kouter, bij de weg van Walsbets naar Baertommen. Schout: Willem van Baerle. Schepenen: Bauwen Laddoens; Aert Dangels; Jan Baex; Henrick Lambrechts; Mathijs Mottha; Henrick Boesmans; Andries Laddoens. Schepenen: Bauwen Laddoens; Aert Dangels; Jan Baex; Henrick Lambrechts; Mathijs Mottha; Henrick Boesmans; Andries Laddoens. 1514, 14 maart.
- 244 Gescheit int jaer ons liefs heren Jhesu Christi vijfthien hondert ende vierthien inden apriel des sesde dachs. De meier - eigenaar en de eigengenoten van het Sint-Truidense hof Uttebroke oorkonden dat Aert Conis aan Jan Minten, wen te Nonnemielen, 6 Hoornse postulatusgulden, of hun tegenwaarde in andere munt, in jaarlijkse erfcijns verkocht heeft op zijn huis met schuren, stallen en toebehoren, gelegen te Sint-Truiden, in de straat, die van de Sautstrate naar Stoelborch loopt. Dit wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier en eigenaar: Gheert Waerniers. Laten: Crispijn van Mielen, Aert Severijns; Willem vander Velde; Fransus Zuerincks. Schepenbank: Sch out: Joes van Voerssen. Schepenen: Menten van Artun; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns; 1514, 6 april.
- 245 Gescheit int jair ons liefs heren Jhesu Christi vijfthienhondert en vierthien in augusto des vierthiende dachs. De waarnemende meier en de laten van het prinsbisschoppelijke laathof te Sint-Truiden oorkonden dat Aert Conis aan de pitantie van Nonnemielen in erfcijns verkocht heeft, 20 oude groten, en 4 kapuinen, die hij jaarlijks ontving op een 1/ 2 bunder hof met boebehoren, gelegen buiten de muren van Sint-Truiden, te Schuurhoven, niet ver van de Juedenstrate. Als pand stelt hij een hof met goebehoren, liggend buiten de muren, bij de straat, die naar Brustem loopt. Deze akte wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Jannes vanden Steynenhuyse; waarnemend meier: Jan Bogaets. Laten: Gheert Waerniers; Henrick Ladduyns; Jan vander Creefte; Efransus Zuerincks. Schepenbank: Schout: Joes van Voerssen. Schepenen: Merten van Artum; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns. 1514, 14 augustus.
- 246 Inden jare onss heren dusent vijfhondert ende vijftheene en aprille thien daghe. De schout en de schepenen van de priores van Nonnemielen oorkonden dat Jan Menten met toelating van de Prins-Bisschop overgegaan is tot het inmanen van alle boeten en achterstallige cijnsen, verschuldigd op goederen van de abdij. In dit kader werden Barbara Keinens, echtgenote van Goevaert Hertten, en Katherine Keinens, haar zuster door de schepenen gemaand at dij de 6 Rg. jaarlijkse erfcijns, door hun vader wijlen Jan Keinens op zijn goederen gesteld, zouden betalen, waartoe zij zich in minnelijke schikking akkoord verklaarden. Priores: Katherine van Hoerne. Schout: Jan Menten. Schepenen: Anthonis vanden Lare; Augustijn Gerinx; Willem Ladduyns; Jan van den Creefte; Willem van Stapele; Jannes vanden Leene; Jannes Copi. 1515, 9 augustus.
- 247 Inden jaere der gheboirten ons heren duysent vijfhondert ende vijfteen in der derden indictien in ooxt maent des neghensten dachs. Henricus Liberti, keizerlijk notaris, getuigt dat Katherine van Horne, priores van Nonnemielen in tegenwoordigheid van haar konvent, aan Thonis van Minsinghen, alias vanden Lare, wen te Minsingen bij Gorsem, de juist genoemde winning opnieuw verhuurd heeft voor 12 jaar, tegen betaling van 100 mudden rogge per jaar, f. 40 jaarlijks, de gulden tegen 12 boddregher, de boddregher tegen 8 groten en 2 muten. Voor de winning, die naar recente kontrole van de landmeter 43 bunder, 1 1/2 grote- en 5 kleine roeden bevat, moeten nog een aantal bijkomende stortingen en diensten bewezen worden, zoals betaling van een mud erwten per jaar enz. Getuigen en zegelaars: Jannes Menten; meester Marten van Arthem; Augustijn Gherinx, schout te Gorsem; Willem Ladduyns; Thonis vanden Lare; Jannes vanden Leen; Jan vanden Creeft. 1515, 9 augustus.
- 248 Inden jaer der saligher gheboerten ons heren duysent vijffhondert Voor notaris en schepenen gaat Katherine van Horne, priores van Nonnemielen, vergezeld van haar konvent, een pachtovereenkomst aan met Peter Nijs, wen te Camericke, aangaande een nieuwe taust van twaalf jaar. Nog leesbare getuigen: Jan Menten; Meester Marten van Arthem; Jan vande Creeft. 1516, 24 januari.
- 249 Inden jaere der saligher gheboerten desselfs ons heren dusent vijfhondert sestien der vierder indictien des lesten daechs der maent septembro. Voor notaris Walterus de Puteo erkent Jan vanden Creefte alias vanden Bossche, man en momber van Katherine Zelichs, dochter van wijlen Willem Zeligchs, wonende te Sint-Truiden, dat de voorouders van Willem de watermolen aanden Neeckout in handen gekregen hadden door ruiling, met de verplichting de beek te vegen en op hun kosten de plaats, geheten die holchten stichele schoon te houden. Jan vanden Creefte herneemt deze verplichting, maar daar het uitbaggeren sinds jaren niet meer is gebeurd en dus veel zal kosten, hoeft hij voor deze ene keer alleen 6 Rg. bij te dragen. Getuigen: Jan Mijnten, schout en wen te Mielen; Anthoenis vanden Lare, wen te Minsingen; meester Jan Putzeys, provisor van het hof van Luik. 1516, 30 september.
- 250 Fait et donneit sour lan de grasse del saint Nativiteit nostre Sing. jhesu Crist, lan XV cens et XVI en moye doctobre le premyr jour. De meier en de schepenen van Walshoutem oorkonden dat Henry Boullez, gezegd de Cortys aan Anthoinne de Larre, handelend in naam van de priores Kathelin de Horrnez, een erfrente van 9 mudden Sint-Truidense maatopdraagt, op gronden gelegen te Walshoutem: o. a. 1/2 bunder, 2 roeden en 1 zille, gelegen op Cortiseal de Broucke en 23 grote en 4 korte roeden, op Hogbrucke, bij de grond van Johans Robens. 1516. 1 oktober.
- 251 Lan quinzecens et diexsept le quatuorseme jour de jenvier. De schepenen van Luik doen uitspraak in een twist tussen de abdis van Nonnemielen en Henric Smeyers van Gingelom over 6 roeden grond, gelegen aan de Meerstraet van Montenaken naar Sint-Truiden, die Smeyers verkocht had aan Marcilies Menten. 1517, 14 januari.
- 252 Anno vijftienhondert ende negentiene den tweentwintichsten dach van Meye, anno vors. De schout en de schepenen van Binderveld getuigen dat Magdalena vander Molen aan Jan Menten, gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen, 2 Rg. jaarlijks in erfcijns geeft, te betalen na haar dood, en 1/2 Rg. In lijfrente, beide op haar hof met toebehoren, gelegen tussen Rummen en Binderveld. Schout: Willem van Lamijns. Schepenen: Jannes Menten; Henrick vanden Stucken; Henrick Smeets; Michiel vander Borch; Jan Maes; Bartheleus Otten. 1519, 11 mei.
- 253 Inden jaere Jesu Christi dusent vijfhondert ende twintoch des drijentwintochtsten daechs juli. De meier en laten van het cijnshof van Korsworm te Gingelom, oorkonden dat Laureys Moiarts, voor 21 mudden koren aan Anthonys vanden Lare alias Minsinghen, gemachtigde van het klooster van Nonnemielen, een mud koren in erfpacht geeft, op zijn huis en hof met toebehoren. Meier: Wouter Tuteleers. Laten: Machyel Muls; Roeien Coepen; Nijs Bogart; Sebastian Beckers.1520, 23 juli.
80 gevonden, 1 t/m 20 getoond, pagina 1 van 4