Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4421 Lenaert Fauchel als vader en voogd over zijn zoon Lipkin Fauchel doet verhef van de helft van een leen van in het geheel zeven dagwand groot gelegen in de wijk van DE BUUS. Het leen paalt aan de Langherstraat, Gillis de Rue die de andere helft in eigendom heeft. Het leen geldt jaarlijks zeven schellingen par. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 23 maart 1554 n.s.
- 4422 Meester Joos de Hont gehuwd met Brigitte van Heckene en bijgevolg als dingelijk voogd over haar kinderen die zij had bij Hillewaert de Maerscalck doet verhef van een leen toebehorende Daneel en Hanneken de Maerschalck. Het leen is twee bunders groot. Het rapport werd gezegeld door meester Joos op 10 juni 1554.
- 4423 Jan van Belle zoon van Pieters doet verhef van zijn leen van negen dagwand en half groot. De drie bunders van het leen worden DEN BOCHEgenoemd die aan Mevrouw van Zwijveke toebehoren en palen aan de DE STREKE VAN ZWIJVEKE, aan het kloostergoed van Zwijveke en aan DE MEULENCOUTER. De andere vijf dagwand en half zijn in eigendom van de leenhouder en Pierijne zijn zuster weduwe van Arent Kint en zijn op de MEULENCAUTER gelegen. Dit perceel paalt aan het Meulenstraetken, en aan het goed van het klooster van Zwijveke. Het rapport werd gezegeld door Erasmus van Hoorenbeke op verzoek van de leenhouder door gebrek van een eigen zegel op 28 februari 1589 maar wel ondertekend door Jan van Belle.
- 3623 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3624 Jozijne van den Moortgate doet verhef van haar leen genoemd DIE BERGHEdrie bunders en een dagwand groot, palende aan het goed van Kateline haar dochter genoemd DEN BOMMELBEERE.Een gedeelte van het leen is afgesplitst en gegeven voor huwelijksgift. Het leen paalt aan het CLOESTER BROECnaast de sluis. De jaarlijkse waarde van het leen wordt op veertig schellingen groot geschat. Het rapport werd gezegeld door de leenhoudster op 10 februari 1514 n.s.
- 3625 Kathelijne van den Moortgate dochter van Jorygen vrouw van Jan van der Huevinghen doet verhef van haar leen genoemd DEN BOMMELBEERE zeven dagwand groot. het leen paalt aan het leen van Joris van den Moortgate vader van de leenhoudster, en aan het broek genoemd TFELTaan de sloot tegen HET CLOESTER BROEC naast de Sluis en aan DEN BYSSCOPPPEN MERSCHen aan DIE BERGHE. De jaarlijkse waarde van het leen werd op 25 schellingen groot geschat. Het rapport werd gezegeld door Jan van der Huevinghe op verzoek van de leenhoudster op 10 februari 1514 n.s.
- 3626 Cornelie van den Broecke dochter van Heyndryx , vrouw van Lauwereys Ringoets doet verhef van haar leen genoemd TSNECKERS VELTeen bunder groot palende Heynneryx van den Broecke haar vader en naast SNECKERS DRYECH aan THEYKEN en aan DOCHELMEERE. De geschatte jaarlijkse waarde van het leen is acht schellingen groot. Het rapport werd gezegeld door Lauwereys Ringoet op verzoek van zijn vrouw op 15 februari 1514 n.s.
- 3627 Henneryc van den Broecke zoon van Loeys doet verhef van zijn leen genoemd TSNECHKERS VELTzes dagwand groot palende aan het goed van zijn dochter Cornelie en aan het goed van Heynneryx Hooghe verder nog aan de DOCHELMEERE en tegen TVOX BOCHTEN. Het leen wordt op een jaarlijkse waarde van twaalf schellingen groot. geschat. Het ene perceel van het leen is vijf dagwand groot en het ander DE KEYSERS BOCHTEN genoemd is een dagwand groot is samen zes dagwand. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 15 februari 1514 n.s.
- 3628 Cornelis Beecman zoon van Jan doet verhef van zijn leen van dertien dagwand gelegen in twee percelen waarvan de negen dagwand ligt TE VOORDE aan DEN DRIESCH aan het hof van Gheraert Beecmans. Nog een bunder gelegen op DBRUEKER VELT met een jaarlijkse waarde van veertien pond par. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 20 februari 1514 n.s.
- 3629 Gillis van Langhenhove zoon van Jan doet verhef van zijn leen van een dagwand gelegen TEN MEERE BROUCK palende tussen Stevins van Eggremonde en de straat. De jaarlijkse waarde van het leen wordt op twee schellingen zes deniers groot geschat. Het rapport werd gezegeld door Anthonis van Hoorenbeke op vraag van de leenhouder op 20 februari 1514 n.s.
- 3630 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3631 Gillis van den Broucke zoon van Jan doet verhef van zijn leen van zeven dagwand en is een weide palende TDAMME VELTen aan de weide toebehorende de kerk van Belle. De jaarlijkse waarde van het leen wordt op zestien schellingen groot geschat. Het rapport werd door Gillis van den Wingaerde gezegeld in februari 1514 n.s.
- 3632 Jan van Ymppe zoon van Mattheeus doet verhef van zijn leen van een dagwand groot palende aan Gillis van der Cammen en Joorijs Wallen. Het rapport werd gezegeld door Jan Marscalcx op verzoek van de weduwe van Ymppe op 3 februari 1514 n.s.
- 3633 Andries Bijl doet verhef van zijn leen van een dagwand genoemd THEYKEN palende Jan Claus, en aan Lauwereys Riggoets. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 maart 1514 n.s.
- 3634 Gillis van den Weyngaerde als kerkelijk voogd over Katelijne van der Eertbrugghen doet verhef van een leen van een bunder groot palende aan de DE BANCHAEGHE.De jaarlijkse waarde van het leen wordt op zestien schellingen groot geschat. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 5 maart 1514 n.s.
- 3635 Joos Camerman zoon van Geert doet verhef van zijn leen van een half dagwand groot gelegen op MEYS BEKEen tegen DMEYS VELT. De jaarlijkse waarde van het leen wordt op vier schellingen groot als pachtprijs geschat.Het rapport werd gezegeld door Jan van Anderenhove op verzoek van de leenhouder op 9 maart 1514 n.s.
- 3636 Josijne Paridaens doet verhef van haar leen van twee bunders waarvan zij twee dagwand en half bezit, Pauwels Paridaen en Pieter Paridaen onder hun beide hebben twee dagwand en een half en Jan van den Broucke drie dagwand dit alles staat haar ten gevolge. Het leen paalt aan Cornelis Beecmans, en aan TGOET TEN ERTWINCKELE.De jaarlijkse waarde van het leen wordt op zestien schellingen groot geschat. Het rapport werd door Machiel Berchgracht gezegeld op 10 maart 1514 n.s.
- 3637 Margriete van Langhenhove dochter van Heynderijcx doet verhef van haar leen THOF TE VOORDE genoemd gelegen aan DEN DRIESCH met het water, grachten, bossen, meersen, beemden, driessen en winnende land dit alles samen acht bunder groot. De jaarlijkse waarde van het leen wordt op vier pond groot Vlaams geschat. Het rapport werd door Jan van Anderenhove gezegeld als dingelijk man op 1 mei 1514.
- 3638 Willem, abt van Affligem, doet verhef van een leen dat het Godshuis in zijn bezit heeft van achttien bunders groot gelegen in Denderbelle en in Zwijveke. Deze achttien bunders omvatten erfelijke helftwinningen en behoren verscheidene personen toe. Willem van Nuwenhove is aangesteld als stervelijk laat voor het Godshuis. Het rapport werd gezegeld door de abt op 31 juli 1514.
- 3640 Pauwels van der Meere als vader over Fransken van der Meere doet verhef van een leen van vijf dagwand palende aan het goed van de heer Andries van den Broecke, het leen van Jan Jacops en het leen van Cornelis Beecman. Heer Goessen van Migrode, oom van Fransken, behoudt de bladinge gans zijn leven. Het rapport werd gezegeld door Paul van der Meere op 13 januari 1541 n.s.
463 gevonden, 1 t/m 20 getoond, pagina 1 van 24