Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 7 Testament van meester Simon Steecsteen, kapelaan van Heule: 1) zijn schulden moeten betaald worden; 2) voor de stichting van een kapelanij in Sint-Maartens - indien hij daar begraven wordt - geeft hij 17 lb. par., waarvan de koster een erfelijke jaarrente van 20 s. tourn. zal krijgen, bezet op het leen van meester Simoen, Maroeth genaamd, in Ingooigem en gehouden van Jan de Houterriue; een erfelijke jaarrente van 3 lb. 6 s. par., te betalen door Jan Baerdoel en bezet op 3 bunder 100 lands in Heestert onder de heerlijkheid van de heer van Avelgem; 3) vergoedingen voor de geestelijken aanwezig bij de diensten in de kapel; 4) Aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk geeft hij een erfelijke jaarrente van 20 s. parisis, bezet op 2 bunder grond, in Ingooigem en gehouden van de heer van Vichte, voor het vieren van zijn jaargetijde en dat van zijn ouders Willem en Clemme Steecsteen en zijn zuster; 5) aan de dis: een jaarrente van 20 s. par., bezet op het huis en erf van wijlen Goswin Boetskins; 6) aan de kerk van Heestert: een erfelijke jaarrente van 6 s. par. die Gerard van Heule, heer van Heestert, hem moet uitkeren voor 1 quindenarius land te Heestert; 7) aan de kerk van Heule: een erfelijke jaarrente van 30 s. par. bezet op 4 bunder grond te Heule; 8) aan de kapelaan die hem zal opvolgen: 3 lb. en 30 s. par.; 9) Legaten aan de hospitalen van Komen, Ten Bunder en Menen en aan de armen van Heule, Heestert, Otegem en Ingooigem; 10) legaten aan particulieren. Testamentuitvoerders: Godfried, kapelaan van Sint-Maartens, plaatsvervanger van de deken, meester Boudewijn Martin, kapelaan van het Begijnhof, Pieter Beis, kapelaan van de Onze-Lieve-Vrouwkerk jk en Gillis Stutin. Medegezegeld door Jan, pastoor van Sint-Maartens en door Jacob, pastoor van Heule. 4 november 1300.
- 8 Tweede testament van meester Simon gezeid Steecsteen, kapelaan van Heule, waaruit blijkt dat: 1° Er geen twijfel meer over bestaat dat hij in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk zal begraven worden; 2°. Verscheidene clausules van minder belang gewijzigd worden; 3° Als testamentuitvoerders aangesteld worden: heer Pieter Beis, kapelaan van de Onze-Lieve-Vrouwkerk, Gillis Stutin en Rogier Mussche, clericus. Medegezegeld door Jan, pastoor van de Sint-Maartenskerk, Jan Witkin, kapelaan van Etikhove en Jan Cupre, plaatsvervanger van de koster van de Sint-Maartenskerk (cfr. Akte ontleed onder nr. 7). 5 december 1306.
- 9 Aanhangsel bij het testament van meester Simon gezeid Steecsteen, waarbij onder andere aan de priesters van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 10 s. gegeven wordt voor de jaargetijden van de testamentaris, zijn ouders, zuster en weldoeners. 5 december 1306.
- 9 /bis I. Akte waarin Gilles de Beauliu, Thieris des Fosses, Katheline, echtgenote van Thieri en dochter van wijlen Symon Boutelin, en Lenval Horninc en Williaumes du Vivier, erfgenamen en testamentuitvoerders van Boutelin, poorter van Kortrijk, laten weten dat deze voor het zielenheil van zijn (voor)ouders en zijn weldoeners, een kapelanie heeft gesticht ter ere van diverse heiligen aan het altaar van Sint-Elooi in de Sint-Maartenskerk, waarvan de kapelaan elke week drie of vier missen moet vieren, voor welke stichting 20 lb. zijn voorzien, goed voor een jaarlijkse erfrente van 7 s. par., bezet op diverse huizen in Kortrijk. 24 februari 1308. II. Akte waarin de bisschop van Doornik deze stichting goedkeurt. 8 juni 1308.
- 10 Paus Nikolaas V bepaalt de voorwaarden die dienen in acht genomen te worden bij intrede in de Orde der Franciscanen en schrijft de regels voor die in de Orde zullen gevolgd worden. 18 augustus 1329.
- 11 Andries Ghine Malpighi, bisschop van Doornik, oorkondt en bekrachtigt de stichting van een kapelanij in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk door wijlen Olivier Zoetaert, kent genoemde kapelanij toe aan Willem Dibbout en gelast de deken van de Kortrijkse Christenheid hem ermee te bekleden. 26 september 1336.
- 12 De plaatsvervanger van de deken van de Kortrijkse Christenheid, laat weten aan Andries, bisschop van Doornik, dat hij heer Willem Dibbout in het bezit gesteld heeft van de kapelanij die door Olivier Zoetart gesticht werd in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk. 3 december 1336.
- 13 De vicarissen van bisschop Andries van Doornik bekrachtigen de stichting door wijlen Rogier Climent van een kapelanij in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk, met last van drie missen per week en met een inkomen van: 30 s. parisis op het huis en erf van Jan Zouteners, gelegen te Kortrijk achter het graanmagazijn; 60 s. parisis op het huis en erf van Jan Zwertuaghers gelegen te Kortrijk in de Doornikstraat tussen de huizen en erven van Daniel Leeman en van Gillis de Zulte; 67 s. 4 d. parisis op het huis en erf van Boudewijn de Lisa eveneens gelegen in de Doornikstraat tussen de huizen en erven van der erfgenamen van Jan Roncx en van Jan Costere; 60 s. 9 d. parisis op het huis en erf van Jan Costere, gelegen in de Doornikstraat tussen de huizen en erven van Boudewijn de Lisa en van Pieter de Tristo; 54 s. 1 d. parisis op het huis en erf van Pieter de Tristo, gelegen in de Doornikstraat tussen de huizen en erven van Jan Costere en van Willem Morin; 30 s. parisis op de huizen en erven van de weduwe en erfgenamen van Frans Vliege en van Jan de Wincle en van Gillis de Ysenghem; 35 s. 2 d. parisis op het huis en erf van Walter de Heeke, gelegen in de Steenstraat tussen de huizen en erven van Daniel de Gothem en van Lieven gezeid de Deene. 21 januari 1342.
- 14 Alexander van Buczeele gezeid van Prouende en zijn leenmannen Jan Ketsaert, Walter van den Dauwe, Rogier van der Dunyt en Jan van den Moere, oorkonden dat Jan de Rike en zijn echtgenote Margerata van Coppernole aan de priores van het hospitaal te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 3 lb. parisis verkocht hebben, bezet op het leen ter Beke, gelegen te Kuurne en gehouden van oorkonder. 26 januari 1343.
- 15 J., vicaris-generaal van de bisschop van Doornik, bekrachtigt de stichting van een kapelanij aan het altaar van de H. Jacob in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk door Jacob Tinctoris en wijlen Jan Zoetard en diens vrouw Diedelina. Aan deze kapelanij zijn volgende inkomsten verbonden: jaarrenten van 26 s. parisis op het huis en erf van Simon Becx in de Vissersstraat bij de Leie; 22 s. parisis op het huis en erf van Jan Baston in de Doornikstraat; 8 s. parisis op het huis en erf van Walter Gryspere in de Rijselsestraat buiten de poort; 13 s. 5 d. parisis op het huis en erf van Simon Goris in de Johannes Couckestraat; 12 s. parisis op het huis en erf van Willem Sneven in de Brugghestrate; 12 s. 4 d. parisis op het huis en erf van Katarina de Pratis in de Capelstrate; 50 s. parisis op het huis en erf van heer Jan Goems naast het kerkhof van Sint-Maartens; 36 s. 6 d. op het huis en erf van Simon Goris in de Bruggestraat; 23 s. parisis op het huis en erf van Jan Zuane in de Bruggestraat; 9 s. parisis op het huis en erf van Jan de Winendale langs de Leie; 15 s. parisis op het huis en erf van Gozwin Meyers bij het kerkhof; 4 s. parisis op het huis en erf van Maria Groenincx in de Lange Brugstraat; 20 s. parisis op het huis en erf van Michael Boetskin in de Leiestraat; 20 s. parisis op het huis en erf van Jan Capparts op de markt; 5 s. parisis op het huis en erf van Giselin de Braemt in de Lange Brugstraat; 24 s. parisis op het huis en erf van Jacob Tinctoris in de Stokkerstraat. De aan deze kapelanij verbonden kapelaan zal drie missen per week opdragen. De eerst te benoemen kapelaan zal door Jacob Tinctoris aangeduid worden, de volgende door het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Kortrijk. 2 maart 1345.
- 16 Jan Bollaerd, proost, Lodewijk Wicke, Lambrecht van den Ackre, Zeger van Beuerne en Olivier Maertin, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Antoinette Aens aan Rogier de Clerc een erfelijke jaarrente van 12 s. parisis heeft verkocht, bezet op haar huis en erf, gelegen in de Papenstraat tussen de huizen en erven van Rogier Veys en Willem Bierts. 6 februari 1346.
- 17 Jan Bollaert, proost, Zeger van Beuerne, Lambrecht van den Ackre, Pieter Coep en Olivier Maertin, schepenen van Kortrijk, oorkonden dat Katelijne Aens , haar dochter Antoinette en Rogier de Clerc aan Jacob de Walsche een erfelijke jaarrente van 24 s. parisis verkocht hebben, bezet op het huis en erf van genoemde Katelijne Aens en haar dochter, gelegen in de Papenstraat, tussen de huizen en erven van Rogier Veys en Willem Beerts. 19 augustus 1346.
- 18 Jan Bollaert, proost, Zeger van Beuerne, Olivier Maertin, Lambrecht van den Ackre en Jan van der Verheecke, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jan van Moerighem en zijn echtgenote Griele Paneels aan Jacob de Walsche een erfelijke jaarrente van 6 s. parisis verkocht hebben, bezet op hun huis en erf, gelegen in de Kabelstraat tussen de huizen en erven van Willem van den Gheenste en Jan Storumts. 25 september 1346.
- 19 Gozwin Hameide, proost, Zeger van Beuerne, Olivier Maertin, Lambrecht van den Ackre en Jan van der Verheecke, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Pieter Drabbin aan Jacob Hoeft een erfelijke jaarrente van 42 s. parisis heeft verkocht, bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke "up den Knoc" langs de weg naar Zwevegem en op de drie werkmanswoonsten ("cameren") die er aan palen. 12 november 1346.
- 20 Roger de Tolnere en Gozwin Hameide, proosten, Adalard Fabel en Lodewijk Wicke, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat zij als scheidsrechters in een geschil tussen meester Daniel den Potghietre en heer Jan den Walschen, pastoors van Sint-Maartens, enerzijds en Hendrik van den Erempthoute anderzijds, nopens een erfelijke jaarrente van 20 s. parisis door wijlen Jan van den Erempthoute, broer van de genoemde Hendrik, bij testament geschonken aan de genoemde pastoors, beslist hebben dat de rente in kwestie zal bezet worden op het stenen huis van genoemde Jan van den Erempthoute in de Papenstraat, zoals reeds in het testament bepaald werd. 19 december 1346.
- 21 Pieter Stutin en Frans van Coppenhole, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat jonkvrouw Katelijne van Beverne, weduwe van Klaas Lours, aan de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 15 s. parisis heeft geschonken, bezet op verscheidene erven en huizen gelegen te Kortrijk. 16 november 1349.
- 22 Matthijs Scaec, proost, Rogier de Costre, Walter Scaec, Jan Boetelin en Jan van Ysenghem, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Willem Willeynen zijn echtgenote Katelijne aan Gillis Eybusch gezeid van Zulte een erfelijke jaarrente van 12 s. parisis verkocht hebben, bezet op hun huis en erf gelegen in de Harelbekestraat te Kortrijk tussen de huizen en ervan van Giselin Clais en Willem van Denremonde. 1 mei 1351.
- 23 Jan Duyt en Zeger Waye, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Pieter de Vaerwer de oude voor Matthijs Scake, proost en Walter Scake, Jan Boeteline en de twee oorkonders, schepenen van Kortrijk, van Pieter van den Neste een huisje en erf gekocht heeft, gelegen te Kortrijk in de Harelbekestraat "bi den bailgen te Groeninghe waert" tussen de huizen en erven van Willem Signeurs en Thomas Meys. 25 september 1351.
- 24 Matthijs Scaec, proost, Jan van der Heule, Willem de rikre, Gillis Dibboud en Joos Wicke, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Gillis Colley en zijn echtgenote Margareta aan Margareta van der Brugghe, weduwe van Maarten Couke, een erfelijke jaarrente van 32 s. parisis hebben verkocht, bezet op een huis en erf gelegen te Kortrijk in de Harelbekestraat tussen de huizen en erven van Robrecht van Walecamp en Gozwin Naghelrincs. Indien de rente hierdoor niet volledig gedekt is, zal het ongedekte deel ervan bezet worden op de helft van het huis en erf van de verkopers, gelegen te Kortrijk in de Rijselstraat op de hoek van de Papenstraat. 9 november 1352.
- 25 Rogier de Costere, proost, Zeger Crommelin, Frans van Coppenhole, Filips van der Mersch en Willem van den Leene, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Osto Sorys aan de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 9 s. parisis heeft geschonken, bezet op het huis en erf van Jan van den Damme, gelegen in de Papenstraat tussen de huizen en erven van Gillis Maertins en van Jan Quadin. In ruil voor deze schenking zal genoemde Osto Sorys begraven worden in de Sint- Maartenskerk voor het Sint-Elooisaltaar. 14 maart 1353.
76 gevonden, 1 t/m 20 getoond, pagina 1 van 4