Inventaris van het archief der Abdij van Drongen, 1228-1793
- 1 Ferrand van Portugal, graaf van Vlaanderen, en zijn echtgenote gravin Johanna van Constantinopel vidimeren en bevestigen een oorkonde van Diederik van de Elzas, graaf van Vlaanderen, waarbij deze aan de abdij van Drongen afstaat al de goederen haar geschonken door Iwein van Aalst, welke deze in leen hield van de graaf en welke gelegen waren in Drongen en in het Land van Waas (1139). Juni 1228.
- 2 Walterus II van Marvis, bisschop van Doornik, vidimeert en bevestigt de overeenkomst gesloten tussen de deken en het kapittel van Doornik enerzijds en de abdij van Drongen met de pastoor van Ursel anderzijds betreffende de tienden te Ursel (1237 n.s. maart). Maart 1237 n. s.
- 3 Geraard (de Duivel) van Gent, ridder, zijn vrouw Elisabeth en Bernard van Meren, ridder, verklaren en keuren goed dat Johannes de Capella aan de abdij van Drongen verkocht heeft een leengoed gelegen te Drongen tegen de muur van de abdij naast het kerkhof. 7 augustus 1264.
- 4 Bulle van paus Martinus IV waarbij hij de privileges van de abdij bevestigt. 18 januari 1284.
- 5 Notariële akte (in rolvorm) betreffende de arbitrage, het akkoord en de goedkeuring ervan door de bisschop van Doornik in het geschil tussen de abt van Drongen en de pastoor van Meigem betreffende de rechten en inkomsten van deze laatste. 8 augustus 1291-17 augustus 1291-5 mei 1293.