Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 215 Beslechting door proost en schepenen van de stad Kortrijk van een geschil tussen de kerkmeesters van Sint-Maartens enerzijds en de beheerders en ontvangers van de gilden, broederschappen, altaren en kapellen in genoemde kerk anderzijds, waarbij de inkomsten van de aalmoezen e.d. met die aan genoemde gilden, enz. gedaan worden, in evenredigheid met de te dragen lasten verdeeld worden onder de twee partijen. 13 mei 1480.
- 217 Bekendmaking dat door de voogden van Hannekin de Dobbelaere, zoon van Willem, aan Willem Lours de helft van vier huizen, behorend aan Boudin van den Eechoute, bij rechtsmacht openbaar verkocht werden. Deze vier huizen (1. een brouwerij, 2. een ververij, 3. een paardenmolen, 4. Een private woning genaamd "de Trailge") zijn naast elkaar gelegen op de Nieuwe Aard langs de Leie tussen de stedelijke paardendrenkplaats ("peerde ghewade") en het straatje naar de houten steiger op de Leie, en belast met verscheidene renten waarvan een erfelijke van 13 lb. 1 s. parisis en een hoeveelheid wijn ten bate van de Sint-Maartenskerk. 29 april 1481.
- 218 Notariële akte, verleden voor Willem Stier, clericus, gezworen pauselijke en keizerlijke notaris van het hof van Doornik, en de heren Stefaan Pavonis, deken van de Kortrijkse Christenheid, pastoor, en Jan Seynave, onderpastoor van de Sint- Maartenskerk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat heer Tristan de Grave, priester, minderbroeder in het klooster te Oudenaarde en visitator van het Grijze Zusterhuis te Kortrijk, alsmede Paschina Sbousiers, zuster-overste en het convent van genoemd Grijze Zusterhuis aan zuster Christina van Houstrate de toelating gegeven hebben om te gaan wonen in het huis dat zij bezit te Brugge. 23 januari 1483.
- 219 Jan Robe, proost, Cornelis van Revenaulx, Gaspard de Vriend, Joos Reubin en Joos van Thuenebrouc, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Joos van Steeland, zoon van Joos, van Gent aan Bernard Noppe twee erfelijke jaarrenten heeft verkocht, namelijk: 1) 4 lb. parisis bezet op een huis met erf dat eertijds toebehoorde aan Olivier Wandele en thans aan Lodewijk Cocuut, molenaar en gelegen is op de Neveldries in de Bogaardstraat tussen de gang naar het raamhof en het huis en erf van Jan Sclercx, roodverver; 2) 32 s. parisis bezet op een erf gelegen in het straatje tegenover Sint-Joris, dat eertijds toebehoorde aan vrouwe Isabella Sgraven, weduwe van Pieter Caneel en thans aan Jan Hameyde. Dit erf is reeds bebouwd en wordt ten Haselare genoemd. 20 september 1483.
- 220 Jan de Hert, Hendrik Dhoge gezeid Cok en Joos Hodeware, "bereckers" van de goederen van de H. Geest en dismeesters van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk, oorkonden dat zij van Maarten Steit de oude een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis ontvangen hebben, bezet op twee naast elkaar liggende huizen, toebehorende aan Margareta Sbacx, dochter van Daniel en weduwe van Walter Maelfeit, en aan haar schoonzoon Boudewijn van Lede, en gelegen tussen de twee armen van de Leie in het heer Alaard Fabelstraatje tussen het huis en erf van de weduwe van Zeger Clercx en de brouwerij van genoemde Margareta Sbacx. Deze rente is bestemd voor het vieren van het jaargetijde van de overleden Walter Maelfeit en zijn echtgenote, genoemde Margareta Sbacx. 3 september 1486.
- 221 Notariële akte verleden voor Rogier Christianj, priester, pauselijk notaris, en Zeger Quidousse en Jan Farmant, clerici van het bisdom Doornik, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Jan Callin, parochiaan van Kortrijk, erkend heeft dat hij voor het vieren van de jaargetijden van wijlen Gillis Callin, diens echtgenote Katarina de Haesbrouc, hemzelf, zijn echtgenote Katarina Svisschers en hun kinderen, aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 40 s. dient uit te keren, bezet op twee bunder en twee honderd lands bos, gelegen in de parochie Kortrijk, palend ten oosten aan het bos dat eertijds toebehoorde aan Parsifal de Yseghem en thans aan genoemde Jan Callin zelf, ten zuiden aan de gronden van Adalard de Bosere de oude, ten westen aan de openbare weg naar Zwevegem, ten noorden aan de gronden van genoemde Jan Callin zelf. 20 november 1486.
- 222 Cornelis van Reveaulx, proost, Jacob van Coyeghem, Roeland Heykin, Arnout Tibaut en Parsifal Pauwels, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jacob van der Kindert, zoon van Daniel, uit Kortrijk aan Nicasius Peutevin, zoon van Radulf, uit Kortrijk een erfelijke jaarrente van 30 s. parisis heeft verkocht, bezet op zijn huis en erf, gelegen buiten de Leiepoort tussen de huizen en erven van Jacob van der Strate en van genoemde verkoper zelf. 3 januari 1483.
- 223 Maarten Noppe, proost, Willem de Paeu, Jan van Morselede, Maarten de Velare en Jacob Porret, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat meester Joris de Hondt, chirurgijn te Kortrijk, aan Pieter Stoyaert van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 3 lb. parisis heeft verkocht, bezet op zijn huis en erf, gelegen in de Papenstraat, tussen de erven van Gerard Hespeel en van de kinderen van Boonem. 28 april 1491.
- 224 Notariële akte verleden voor Willem Stier, priester, bisschoppelijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, Denijs van den Venne en Jan van Maelbusch, inwoners van Kortrijk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat de edelman Jan van Halewijn, Rogier van den Rode en zijn echtgenote Barbara Scroevers, erfgenamen van wijlen Walter Denijs , de Sint-Maartenskerk in het bezit gesteld hebben van een rente van 6 lb. parisis, waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder de nrs. 117 en 170. 18 juni 1491.
- 225 Proosten en schepenen van de stad Kortrijk geven aan de grijze Zusters de toelating om gebruik te maken van een toren, staande op de stadsmuur achter het huis van genoemde Zusters, dit omwille van het feit dat de woning van de Zusters zelf te klein geworden is. 28 september 1495.
- 226 Uitspraak door de "paysieris jugen van cleenen schulden" van de stad Kortrijk in een geschil tussen enerzijds Joos van den Broucke en Pieter van den Hessche, kerkmeesters van Sint-Maartens, en anderzijds de erfgenamen van Looten van Lerberghe, betreffende het feit dat genoemde Looten begraven werd bij de Grauwe Broeders op Overleie, zonder dat de parochiale Sint-Maartenskerk daarvoor voldoende schadeloos gesteld werd. De erfgenamen worden veroordeeld tot het betalen van 8 lb. parisis aan Sint-Maartens. 18 februari 1497.
- 227 Jan van den Dale, proost, Gaspard de Vriendt, Parsifal Pauwels, Pieter van Hulsbussche en Willem de Coc, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat meester Jacob van Waes aan heer Jacob Beert, priester, een huis en erf en twee kleine huisjes heeft verkocht, gelegen in de Korte Steenstraat tussen de huizen en erven van de H. Geesttafel en van Jacob de Stoppere. 12 april 1497.
- 228 Willem de Tolnaere, proost, Joos Ruebin, Jan van den Dale, maarten de Velaere en Christiaan Caelbaert, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jan Hemmeryck, zoon van Jan, aan Giselin Raedt, een erfelijke jaarrente van 12 s. parisis heeft verkocht, bezet op een onbebouwd erf (lengte 28 voet), gelegen buiten de Steenpoort op de Kring tussen de huizen en erven van Klaas van den Buussche en van de verkoper zelf. 3 februari 1498.
153 gevonden, 141 t/m 153 getoond, pagina 8 van 8