Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
530 resultaten , klik op een van de tabs om het zoekresultaat te tonen.
BE-A0510_000800_006875_DUT
Identificatie van de toegang:
BE-A0510 /
I 548
Het Rijksarchief in België
2013
This finding aid is written in
Dutch.
Beschrijving van het archief
Identificatie van de toegang:
BE-A0510 / I 548
Naam archiefblok:
- Rekenkamer te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven.
- Chambres des comptes à Lille. Dénombrements et autres pièces féodales des cours féodales du comte de Flandre
Periode:
1300-1795
Rekenkamers (A4)
Omvang geïnventariseerd
58.50
m
Laatste bestanddeelnummer
11142.00
Archiefbewaarplaats
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume
Archiefvormers
- Inventaris van het archief van de Rekenkamer, daarna Bureau de Finances, te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven, Kasteel van Kortrijk, 1399-1681 (I 554)
- Inventaris van het archief van de Rekenkamer, daarna "Bureau des Finances", te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven: Burg van Veurne, 1389-1745 (I 440)
Geschiedenis van archiefvormer en archief
Inhoud en structuur
Raadpleging en gebruik
Beschrijvingsbeheer
Bijlagen
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
- 3673 Simon Vutenhove in de SCELSTRATE doet verhef van een leen zijnde een penningrente van drieënzestig pond twaalf schellingen negen deniers par. en nog tweeendertig en half kapoenen bezet op land gelegen aan DE VIJFWINTGATEN UP TSANT. Tot het leen behoort een manschap. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 5 juli 1430.
- 3674 Geerom Boorluut man en kerkelijk voogd van Kateline Bonlets dochter van Jan doet verhef van een jaarlijkse leenrente van tien pond groot geheven op DE PERNALENTOL ENDE GHELEEDE van Sint Baafs, strekkende van de LANGHERBRUGGHE en TEN MUELEN stede buiten Gent. Ook op de tol te Wachtebeke en Mendonk. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 maart 1514 n.s.
- 3675 Pieter de Vos als man en voogd over jonkcrouw Lisbette van Masseme dochter van meester Bertholomeeus doet verhef van een leen gelegen UP TSANT in de Sint-Lievensstraat. Het leen is gelegen tussen de VIJFWINTGATEN en de KEYSERPOORTEaan de zuidkant van de Schelde. Het leen is een jaarlijkse heerlijke penningrente zijnde eerst een landcijns die verscheidene huizen en hofsteden gelden. De jaarlijkse te betalen rente bedraagt drieënzestig pond vijftien schellingen en negen deniers par. en tweeendertig kapoenen en een half. De betaling van de rente en kapoenen geschiedt op Sint-Jansmis en kerstavond. Tot het leen behoort nog een manschap zijnde een rente van drieëndertig pond dertien schellingen zes deniers par. geheven op zekere huizen en erflanden gelegen tussen beide straten nu toebehorende Clays van Cauwenberghe. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 12 maart 1514 n.s.
- 3676 Jan Coppens als volmachtdrager en voogd over Jan van Liedekercke en [.] van Liedekercke dochter van Jacquaert doet verhef van een jaarlijkse leenrente geheven op diverse erfgronden, waarvan sommige behuisd, gelegen aan de BRAEMPOORTE OVER SCHELDE. De geschatte jaarlijkse opbrengst wordt op zesenveertig pond par. genomen. Tot het hoofdleen behoort nog een ander leen met een jaarlijkse rente van vierentwintig pond dertien schellingen par. in speciën en zesenzestig kapoenen. Tot het hoofdleen behoren nog drie achterlenen namelijk: Gheerom Borluut zoon van Gheerom houdt twee lenen ook ervelijke renten die hij heft op negen diverse plaatsen die soms behuisd en dan niet behuisd zijn. Die percelen liggen in Gent waar men zegt buiten de KEYSERPOORTE en de Schelde in het Keizerijk. Het eerste achterleen geldt jaarlijks drie [of drieënvijftig] pond zeven schellingen en acht deniers par. in speciën en vijf kapoenen gerekend aan vier groot het stuk. De jaarlijkse opbrengst van het tweede achterleen bedraagt vier pond vijftien schellingen par. Het derde achterleen wordt gehouden door Katelijne van Hoeven vrouw van Mher Jan Bernage heer van Parike en is ook een erfelijke leenrente die zekere erfgronden en huizen gelegen op de REEP gelegen buiten de BRAEMPOORTE beginnende in de Vleeschauwerstraat en bedraagt jaarlijks vier pond vijftien schellingen acht penningen par. en twee deniers par. De leenhouder heeft zijn recht van het relief op de drie achterlenen bij verwandeling en versterfte. Het rapport werd gezegeld door Jan Coppens in de naam van Jan van Liedekercke op 5 mei 1514.
- 3677 Ghelein Zoete zoon van Hendrick doet, als oudste mannelijke erfgenaam, verhef van zijn leen in Gent gelegen op TSANDTop de Sint-Lievensstraat tussen de VIJFWINDGATENen de Sint-Lievens Poort en op de goederen nabij de KEYSERPOORTE namelijk tussen de VIJFWINDGATEN en de KEYSERPOORTE langs de zuidkant van de Schelde. Het leen omvat een heerlijke penningrente als volgt namelijk : het eerste is een ervelijke landcijns dat geheven wordt op vele en verscheidene huizen en hofsteden door diverse personen te betalen. Deze rente bedraagt jaarlijks drieënzestig ponden vijftien schellingen en negen penningen par. in speciën tweeendertig kapoenen en een halve. Die rente moet op Sint Jansmis en op kerstavond betaald worden. Van het hoofdleen wordt een leen en manschap gehouden ook in heerlijke rente van drieëndertig pond dertien schellingen en zes deniers par. ook geheven op huizen en erfgronden gelegen op SANDT tussen de straat nu toebehorende Gillis Halsborch. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 20 januari 1548 n.s.
- 3678 Joos Ranst zoon van meester Marten als voogd over Philips Zoete zoon van Philips voor de éne helft, en over de zonen van wijlen Frans Zoete voor de wederhelft geeft volmacht tot het verheffen van een leen in Gent. Het leen situeert zich UP TSANT op de Sint-Lievensstraat tussen de VIJFWINTGATEN en de Sint-Lievens Poort, verder lopende op de Keizerstraat tussen de VIJFWINTGATEN en de Keizerpoort. De gronden en huizen liggen allemaal langs de zuidkant van de Schelde. Het leen omvat een heerlijke penningrente. Vooreerst een ervelijke landcijns geldende op diverse huizen en hofsteden die diverse personen moeten betalen bedragende in het totaal de som van drieënzestig ponden vijftien schellingen negen deniers par. in speciën en tweeëndertig kapoenen en een half. De betaling geschiedt in twee maal, namelijk op Sint Jans mis en op kerstavond. Van het hoofdleen wordt nog een leen en manschap gehouden zijnde een rente van drieëndertig pond dertien schellingen zes deniers par. Die rente wordt op diverse huizen en erflanden geheven die ook op het SANDT , tussen de straten die eertijds Claeys van Cauwenburch toebehoorde, zijn gelegen. Het rapport werdt gezegeld en ondertekend door Joos Ranst op 15 april 1602.
- 3680 Frans Triest zoon van Charles doet verhef van zijn leen van zeven bunders twee gemeten genoemd T LEEN TE RAVESCHOOT gelegen buiten DE VIJF WINTGATEN. Het leen paalt aan de Sint-Lievensstraat, zuid de Sint-Lievensvest west de Oude Schelde en Jacob Mande. Tot het leen behoort een erfelijke cijnsrente van zeven pond twaalf schellingen zes penningen groot, vierentwintig kapoenen en half, twee ganzen, een hoen en een vierendeel tarwe die diverse laten gelden. Bij verkoop van een perceel wordt er een pond peper geëist. De leenhouder ondertekende en zegelde het rapport op 20 juli 1611.
Vaste URL: https://search.arch.be/ead/BE-A0510_000800_006875_DUT
Bookmark url: https://search.arch.be/ead/BE-A0510_000800_006875_DUT