Inventaris van het archief der Heren en van het stadsarchief van Diest.
BE-A0518_111654_110397_DUT
Identificatie van de toegang:
BE-A0518 /
56/1-2
Het Rijksarchief in België
1961
This finding aid is written in
Dutch.
Beschrijving van het archief
Identificatie van de toegang:
BE-A0518 / 56/1-2
Naam archiefblok:
- Heerlijkheid en stad Diest
Periode:
1300-1795
Heerlijkheden (AV) (D1)
Laatste bestanddeelnummer
3278.00
Omvang geïnventariseerd
32.50 m
Archiefbewaarplaats
Rijksarchief te Leuven
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
- 2984 Albertus II, bisschop van Luik, beslist in de betwisting gerezen tussen Folcardus, abt van Sint-Truiden, en Arnoldus, heer van Diest, nopens het recht van een negenmanneke dat elk inwoner van Diest moest betalen aan de abt van Sint-Truiden. Voortaan zal jaarlijks een globale som van 10 schellingen per jaar betaald worden. Getuigen: De aartsdiakens Reinerus, Dodo, Johannes, Alexander, Henricus, Albertus, Reijbaldus, proost van Saint Jean, Nikolaas, proost van Saint Denis, Bruno Theodoricus, Wazo, Hendrik, graaf van Namen, graaf Otto, graaf Lodewijk, Gerardus, Lambertus de Dyepenbek, Eustatius, advocatus; de familia ecclesie: Gerardus, Arnulphus, Radulphus, Ulricus, Alstanus. Kopie uit het cartularium van Diest (12 mei 1711). 1141. Papier
- 2990 Johanna, hertogin van Luxemburg, Lotharingen, Brabant en Limburg, beveelt de schepenen van Meerhout de poorters van Diest, die bezittingen onder Meerhout hebben, niet meer lastig te vallen voor betaling in de bede, vermits de stad Diest reeds haar deel in de bede voldaan heeft. 3 april 1390 Papier
- 2992 Antoon, hertog van Brabant en Limburg, beveelt aan alle drossaards, rechters, etc., de poorters van Diest, die bezittingen binnen hun rechtsgebied zouden hebben niet lastig te vallen voor de bede, daar de stad Diest haar deel in de bede voldaan heeft en nog voldoet en voortaan iedereen voor de bede zal betalen waar hij woonachtig is. 13 juni 1411. Papier
- 2996 Philips de Schone verklaart binnen Brabant voor de tijd van zes jaar geen drossaarden, onderdrossaarden of andere officieren daarvan afhangende te zullen benoemen. Hij verklaart tevens aan ballingen slechts vrijgeleide te zullen geven om zich in een besloten stad te vestigen. Kopie 15 mei 1711. 20 september 1451. Papier
- 2998 Engelbert, graaf van Nassau en Vianden, heer van Breda, Zichem en Grimbergen, maakt kenbaar aan Diest en Zichem dat Jan Van Coudenberghe en Lodewijk Roelants, beiden gewone raadsheren in de Raad van Brabant, en Hendrik Moutens, in zijn dienst, volmacht hebben om zijn aanstaande inhuldiging voor te bereiden. 14 september 1499.
- 2999 Scheidsrechterlijke uitspraak van graaf Hendrik van Nassau, heer van Diest en Zelem, in het geschil gerezen tussen Diest aan de éne kant en stad en land van Zichem aan de andere kant nopens het octrooi verleend aan Diest om gedurende tien jaar zekere belastingen ook in stad en land van Zichem te heffen om de versterkingen van Diest te herstellen, waartegen de inwoners van stad en land van Zichem zich verzetten wensende dat de belastingen door hen betaald zouden gebruikt worden tot herstelling van de versterkingen van Zichem. Hendrik van Nassau beslist dat de gelden geïnd in stad en land van Zichem in eerste instantie ter herstelling der versterkingen van Zichem zullen gebruikt worden. Wat er overblijft zal aangewend worden tot reparatie der bolwerken van Diest. 19 mei 1509.
- 3004 De Rekenkamer van Brabant bevestigt de beslissing van de stad Diest waarbij aan Pauwels Typoets, inwonend burger, het recht gegeven wordt het straatje gelegen tussen de lakenhalle en zijn huis af te sluiten op voorwaarde dat hij sleutels verschaft aan de belanghebbenden en twee stuivers herencijns zal betalen. 10 november 1597.
Vaste URL: https://search.arch.be/ead/BE-A0518_111654_110397_DUT
Bookmark url: https://search.arch.be/ead/BE-A0518_111654_110397_DUT