Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
1546 resultaten , klik op een van de tabs om het zoekresultaat te tonen.
BE-A0510_000800_006875_DUT
Identificatie van de toegang:
BE-A0510 /
I 548
Het Rijksarchief in België
2013
This finding aid is written in
Dutch.
Beschrijving van het archief
Identificatie van de toegang:
BE-A0510 / I 548
Naam archiefblok:
- Rekenkamer te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven.
- Chambres des comptes à Lille. Dénombrements et autres pièces féodales des cours féodales du comte de Flandre
Periode:
1300-1795
Rekenkamers (A4)
Omvang geïnventariseerd
58.50
m
Laatste bestanddeelnummer
11142.00
Archiefbewaarplaats
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume
Archiefvormers
- Inventaris van het archief van de Rekenkamer, daarna Bureau de Finances, te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven, Kasteel van Kortrijk, 1399-1681 (I 554)
- Inventaris van het archief van de Rekenkamer, daarna "Bureau des Finances", te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven: Burg van Veurne, 1389-1745 (I 440)
Geschiedenis van archiefvormer en archief
Inhoud en structuur
Raadpleging en gebruik
Beschrijvingsbeheer
Bijlagen
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
- 4372 Jan Scurvelt doet verhef van zijn twee lenen waarvan het eerste drie bunder groot is. Dit leen ligt tussen het land van Godevaerds van der Hoye en de straat naar BUUSHOVE. Het ander leen is een dagwand groot en ligt tussen het goed van het klooster van Zwijveke en Heinric Ghoossens. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 22 juni 1430.
- 4374 Pieter van Ghiseghem, de vader, doet verhef van zijn leen van zes bunders en half waarvan de leenhouder een dagwand winnende land en een klein bosje van een dagwand bezit en het surplus houdt men van hem in leen. Verder houdt Johannes Eessericx vier bunders en een half dagwand gelegen INT ROOSBROECH ook in Sint-Gillis in leen. Vrancke Calkenne, priester, houdt drie en half dagwand in leen gelegen aan DE HASTRATE.Katelyne Verlysbetten, vrouw van Jan in de Meere, houdt drie en half dagwand gelegen op GHEMEENVELT.Nog behoort tot het hoofdleen veertien en half vaatzaad erfgrond die men van de voornoemde Pieter houdt, waarvan elk vaatzaad een jaarlijkse rente van een obool geldt. Die erfgronden zijn in Grembergen naast de QUADIJC. Pieter de Vos bezit nu twaalf vaatzaad en Jan Jacop Pieters dochter twee en half vaatzaad. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 23 juni 1430.
- 4376 Jan Verhofstede doet verhef van zijn leen van vier bunders palende aan Jan van der Elst en aan Gheeraerd van der Borgh. Het leen ligt nabij DER VONDEREN. Tot het hoofdleen behoren vier laten in Sint-Gillis en twee in Opwijk. Tot het hoofdleen behoren nog vier bunders en drie dagwand erfgrond. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 24 juni 1430.
- 4379 Arend Buze als dingelijk man van Kathelinen tsVriesen, die vrouw was van Matheus Graeuwen, doet verhef van een leen zijnde een heerlijke rente van vijf schellingen vijf deniers par. die geheven worden op zeven bunders en een dagwand erfgrond. De erfgronden zijn in diverse percelen gelegen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 24 juni 1430.
- 4380 Jan de Knijf doet verhef van zijn leen van vier en half bunder palende aan VLASSENHOUT BOSCHen aan Kerstiane van den Briele. Tot het leen behoren drie mannen namelijk: Gheene de Beere houdt een bunder en een half dagwand leen, Joos Somerghem, zoon van Jan, houdt negen dagwand en Lysbetten Somerghem, dochter van Jan, houdt ook negen dagwand. Tevens doet Jan nog verhef van leen van een mudde rogge Dendermondse maat en twee penningen par. die de leenhouder heft op drie bunders van de vorige vier en half bunders. Deze drie bunders liggen naast de poort van Dendermonde. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 25 juni 1430.
- 4382 Margriete sKeysers, dochter van Jan, doet verhef van haar leen van een dagwand groot gelegen op DE CLOOSTER COUTER en paalt aan Arende Buusen. Nog doet zij verhef van een ander leen van een dagwand ook op DE CLOESTER COUTER palende aan de Dender en aan Jan van der Elst. Het rapport werd gezegeld door de leenhoudster op 26 juni 1430.
- 4383 Jacop Neel, zoon van Pieter, doet verhef van zijn leen zijnde een heerlijkheid waartoe vijf mannen behoren. Eerst Gillis Moeraert houdt twee dagwand. Dezelfde Gillis houdt nog eens drie dagwand. de derde is Johannes Essceric die een bunder houdt. De vierde is Gillis van der Vonderen die een dagwand houdt en de vijfde is Katheline Bosch die een dagwand in Zele houdt. Tot het leen en heerlijkheid behoren nog vier bunders erfgrond gelegen TEN ABEELE DER VEERE jaarlijks rentende eenenveertig penningen par. Nog in Zele liggen vijf bunders erfland die jaarlijks rentende achtendertig deniers par. In Grembergen liggen nog twee bunders erfgrond rentende jaarlijks vier hoenderen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 26 juni 1430.
- 4386 Lysbette sMeits weduwe van Ghoossin Buis doet verhef van een leen van een bunder gelegen in DE MOEST COUTER tussen het land van de weduwe van Andries Nockere aan beide zijden. Het rapport werd gezegeld door heer Janne Verrebrouc priester op verzoek van de leenhoudster omdat zij geen zegel bezit op 2 juli 1430.
- 4387 Gheerd van der Hert doet verhef van twee lenen, het eerste is drie bunders groot en wordt de HEERMANS ACKERgenoemd, paalt aan DE ROGIERS HAGHE en aan het goed van Gillys Capellaens. Het ander leen ligt naast het voorgaande en paalt aan het bos van Willem Scrimakers en aan Gillijs Capellaens goed genoemd TCLEEN ACKERKEN. Tot dit leen behoren twee lenen van ieder vier bunders land groot gelegen in Lebbeke. Hiervan is jonker Willem van Montenaken als man van leen hetzelfde relief schuldig als deze leenhouder moet. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 2 juli 1430.
- 4388 Jan van Massemine, zoon van Rubbrechts, doet verhef van zijn leen van drie bunders land DE DAEMS HAGHE genoemd, van welk leen Galant, broer van de leenhouder, hem staat te gevolge met een helft. Tevens doet hij verhef van een ander leen in Berlare gelegen van een bunder meers gelegen INT BROUC DMOLENBROUC nabij het goed van het klooster van Boudelo. Dit leen wordt DBUENRE genoemd in het welk Galant ook de leenhouder staat te gevolge met een derde deel. Het rapport werd door Galant op verzoek van de leenhouder gezegeld op 3 juli 1430.
- 4389 Jan Ringoets doet verhef van zijn leen van een half dagwand. Volgende personen houden een achterleen namelijk : eerst de vrouw van Nolf van den Poele houdt een half bunder. De vrouw van Ghiselbrechts van Bankle houdt een bunder. De vrouw van Nolf van de Poele houdt nog eens drie dagwand. Matheeus van den Choire houdt vier dagwand met een huis en hof daarop staande. Marie, de dochter N van den Choir, houdt een half bunder. Willem Payen man van den dike houdt een dagwand. Heer Jacop van den Dike houdt twee dagwand en half. Pieter de Walneere houdt drie dagwand. Jan van der Vennen houdt dertig roeden waar zijn huis op staat. Jan van den Meersche houdt een dagwand. Willem Lachaert houdt een oud half bunder. De vrouw van wijlen Jans Gruwen houdt een dagwand. Lysbet van der Vennen houdt een half bunder. Wouter van der Steenbeke houdt een dagwand. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
- 4392 Joos van den Bossche zoon van Claus doet verhef van zijn leen van de vijfde schoof op vijf bunders gelegen in diverse percelen. Tot het leen behoort een manschap van vier bunders en half gehouden door Cateline, weduwe van Jans Rooden. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden op verzoek van de leenhouder op 28 juni 1430.
- 4396 Johannes Verrebrouc priester doet verhef van zijn leen elf dagwand groot genoemd TEN TORRE. Gheeraert van der Hert houdt van de leenhouder in achterleen vijf dagwand bos en Christiaena Leewerghems vrouw van Marten Scrynmakers houdt drie dagwand. Houdt nu Gillis Verrebrouc vader van de leenhouder. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 18 juli 1440.
- 4397 Gheert van der Hert doet verhef van zijn leen van drie bunders palende aan het goed van Galants van den Damme en aan het SGASTHUYS BOSCH.Nog doet Dezelfde Geert verhef van een ander leen van een half bunder ook palende aan het TSGASTHUYS BOSCH. Tot het hoofdleen behoort ook een visserij genoemd EEN WEERE en twee mannen of laten met hun goed gelegen in Lebbeke op DEN WRUNCSTEERTgelegen in twee percelen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op Sint Jacobs dag [25 juli] 1440.
- 4400 Jan van Wachelghem doet verhef van een leen van tien dagwand gelegen voor het klooster van Zwijveke naast de poort. Het rapport werd gezegeld door Hildewaerde van den Driessche omdat de leenhouder geen zegel bezit. Tevens doet Hildewaert van den Driessche verhef van een leen van een schoof jaarlijks waarde hebbende van tien vaten koren en een zak evene geheven in Hamme. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juli. - zonder melding van jaar.
- 4401 Pieter Daneels doet verhef van zijn leen van [....] bunders en twee dagwand palende aan de straat naar Buggenhout en aan TSVRIESEN ROT. Tot het leen behoren vijf manschepen. Drie hiervan zijn veertien dagwand groot.waarvan het éne derde deel behoort Kateline tsKnijfs weduwe van Christiaen van den Bruele toe en het ander derde aan Pieter den Clerk en het derde derde aan Gheerd den Beer. De andere twee manschepen zijn samen zeventien dagwand groot waarvan de éne helft toebehoort aan Joos Sommerghem en de andere heelft aan Lysbette Vermerghens de vrouw van Jan de Keyser in Berchem. Het rapport werd gezegeld door Pieter Eechoute rechtszweer van de leenhouder op zijn verzoek op 29 juli 1440.
- 4403 Jan Cammaert zoon van Jan doet verhef van zijn leen van drie bunders en een half zijnde bos, land en heide waarvan nu Pieter van den Driesche een half bunder houdt en Joes Sommerghem een bunder heide. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op alle apostel avont [de feestdag van de zending van de apostelen valt op 15 juli] 1440. Tevens doet hij verhef van een tweede leen gelegen in Grembergen van twaalf vaatzaad groot waarvan de vrouw van Pieter van den Lare twee vaatzaad houd gelegen naast het leen.
- 4405 Marten van Cousbrouck priester doet verhef van zijn leen van een dagwand gelegen op HET BOSCHVELT palende aan het goed van het klooster van Zwijveke en Jan tSermoenem en geldt jaarlijks acht schellingen groot. Het rapport werd gezegeld door Joos van Cousbrouck broer van de leenhouder op 12 februari 1514 n.s.
- 4406 Jan Heyvaert doet verhef van zijn leen van drie bunders groot en wordt TGOET TE VERREBROEC genoemd dat ook DEN TORRE wordt genoemd. Van het hoofdleen worden twee lenen gehouden te weten: Kateline Nieulants houdt drie dagwand bos, en Daneel Robben een half bunder. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 13 februari 1514 n.s.
- 4407 Jan de Smet zoon van Corneel doet verhef van zijn leen van veertien dagwand palende aan VLASSENEBOSCHen aan TVRIESENROT. Van het hoofdleen houdt men nog vier achterlenen te weten: Philips de Smet een leen op TWOUVELT van negen dagwand, Heindric de Smet zoon van Philips negen dagwand op het zelfde veld, Jan de Clerc houdt twee dagwand en half aan TWOUVELT en Claisine sKemels elf dagwand ook aan het Wouvelt. Het leen wordt op een jaarlijkse waarde van 24 deniers par. geschat. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 maart 1514 n.s.
- 4408 Phelips Pieters zoon van meester Jan als man en voogd over jonkvrouw Kathelinen Huughs dochter van Jan doet verhef van haar leen van vijf dagwand groot. Het leen ligt achter de schuur van den HARTWYNKELEpalende aan de erfgenamen van meester Claeys Boele aan Jan Verhofstede de dreef van de HARTWINCKELE.De geschatte jaarlijkse pacht wordt op tien schellingen groot geschat. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 maart 1514 n.s.
- 4410 Jacop Cammaert zoon van Anthoon doet verhef van zijn leen van vijf bunders palende aan het goed van Joos Roghman en aan de VOSMEERE en verder nog aan het goed van Jan Roghman. Drie achterlenen worden gehouden te weten Christiaen Heyvaert een dagwand, Joos Roghman in Nursene een dagwand daar naast en Jan Somerghem vier en half dagwand. de leenhouder verklaart dat zijn leen een jaarlijkse waarde heeft van zestien schellingen groot. Het rapport werd door Hendric de Mey gezegeld omdat de leenhouder geen zegel bezit. Actum 5 maart 1514 n.s.
- 4411 Andries de Keersmaker als kerkelijk voogd over Kateline Leemans dochter van Lauwereis houdt tien dagwand genoemd DE CAPPERSCHE VELDEREN palende aan de erfgenamen van Lauwereys Spot, aan de lenen van Kateline Borchmans dochter van Lauwereins die de leenhouder staat ten gevolge voor de helft. Het leen heeft een jaarlijkse geschatte waarde van 36 schellingen groot. Van het hoofdleen worden vier achterlenen en manschepen gehouden te weten Elewaert Borchman zoon van Gillis houdt drie dagwand en half DE EEWEIDE genoemd. Katelijne Borchmans houdt twee lenen aan CROMVELT van de erfgenamen van Laureys Spot. Nog een leen gehouden door Elewaert van den Idaele van drie en half dagwand genoemd DE HEEWEEDEof WERT palende aan de twee lenen van Katelijne Borchmans zuid waard aan de VLIETBERCH toebehorende de erfgenamen van Lauwereys Spots. Het derde en vierde leen houdt Katelijne Borchmans dochter van Laureys en zijn samen zeven dagwand groot. Het éne een bunder en het ander is drie dagwand. De H Geest van Dendermonde heft een jaarlijkse losrente van twintig schellingen par. op het hoofdleen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 8 maart 1514 n.s.
- 4412 Pieter de Ruwe doet verhef van zijn leen van zes dagwand waarvan de ene helft toebehoort aan de leenhouder en de andere helft aan de wezen van Jan de Ruwe. Het leen paalt aan N vuyten Eechoute en de erfgenamen van Daneel Nieulande. Het leen heeft een jaarlijkse geschatte waarde van tien schellingen groot. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 4 april 1513 voor Pasen.
- 4413 Gheleyn van Ghyseghem doet verhef van zijn leen van twee bunders palende aan Jan Spanoghe zoon van Pieters zijn leen dat zeven dagwand groot is, paalt verder aan Lanssen van den Hee en aan het goed van het klooster van Sinte-Brigitte met hun leen van vier bunders. Verder paalt dit leen nog aan een bunder erfgrond van Janne den Maerscalc en van de leenhouder. De twee bunders gelden een jaarlijkse pacht van twintig schellingen groot. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder op 10 april 1513.
- 4415 Jan Goevaerts alias Leeuwerghem en als kerkelijk voogd over Margriete van der Hert doet verhef van twee lenen het éne drie bunders bos HERMANS ACKER genoemd palende aan de ROGIERS HAGHEen aan Gillis Capelaens goed was dat nu Galant van Damme toebehoort. Het tweede leen is een half bunder bos palende aan het eerste leen en aan het bos dat Willem Scrymakers was en aan Galandt van den Damme. Tot het laatste leen behoort een schutterij of visserij die er eertijds heeft opgestaan en er nog op staat op een meers DEN HERDTMEERSCHE genoemd waar de beek door loopt dat hij in leen houdt van Philips Coucke. Van dit leen en schutterij houdt heer Jan van der Hofstat een meers van vijf dagwand gelegen in GOET TER VAERENT en Kathelyne Huughs vrouw van Philips Pieters houdt achtien dagwand groot gelegen in Lebbeke op DEN WRINGSTEERT.Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 4 april 1513.
- 4416 Gille Buyse zoon van Pieter doet verhef van zijn leen gelegen OP DEN MOEST COUTERE een oud bunder groot. het leen geldt jaarlijks 23 vaten koren en is gelegen naast het goed van heer Jan van der Hofste. Het rapport werd gezegeld door Jan Hechout op verzoek van de leenhouder, omdat die geen zegel bezit, in 1513.
- 4417 Jacop de Hertoghe zoon van Jacop doet verhef van zijn twee lenen waarvan het éne HERMANS ACKERE wordt genoemd zijnde drie bunders bos palende aan het bos van de weduwe van Joos van Aelst, aan het bos van meester Olivier Nieulants en aan het bos van Sint Blasius Gasthuis. Het tweede leen is een half bunder groot palende aan het eerste leen en aan het bos van meester Olivier Nieulants en aan de erfgenamen van Joos van Ghyseghem. Van het laatste leen heeft de leenhouder een schutterij of visserij die van ouds aan het leen toebehoort. Nog een deel DEN HERT MEERSCH daar de beek door loopt. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 12 maart 1541 n.s.
- 4418 Jan Gheylinc als voogd over Hanneken den Hooghe zoon van Jan wegens het overlijden van juffr Anna Fransmans doet verhef van een leen van twee bunders genoemd THOF TE VLAETBERGHE. Tot het leen behoort een heerlijke leenrol geldende diverse personen zekere lenen en zekere erfgronden geldende zekere penningrenten. Het rapport werd gezegeld door Jan Gheylinc op 1 augustus 1548.
- 4419 Jan Gheylinc als voogd en dingelijk man over Anneken de Hooghe dochter van Jan causa wijlen juffr Anna Fransmans doet verhef van een leen van negen dagwanden in twee percelen. Vijf dagwanden liggen op TPERREVELTen de andere vier op de MOES COUTERE ook in twee percelen waarin de weduwe Buiys een deel bezit. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 augustus 1548.
- 4420 Philips Pieters doet verhef van zijn leen van vijf dagwand achter de schuur van het goed TEN HEERTWINCKELE op het BEECVELT gelegen. Het leen paalt aan de gracht van het vermelde goed en aan de kinderen van Heckene, de dreef van het vermeld goed en aan het land van Katheline van der Hofstede die weduwe is van Heinderic de Hooghe. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 20 december 1549.
- 4421 Lenaert Fauchel als vader en voogd over zijn zoon Lipkin Fauchel doet verhef van de helft van een leen van in het geheel zeven dagwand groot gelegen in de wijk van DE BUUS. Het leen paalt aan de Langherstraat, Gillis de Rue die de andere helft in eigendom heeft. Het leen geldt jaarlijks zeven schellingen par. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 23 maart 1554 n.s.
- 4422 Meester Joos de Hont gehuwd met Brigitte van Heckene en bijgevolg als dingelijk voogd over haar kinderen die zij had bij Hillewaert de Maerscalck doet verhef van een leen toebehorende Daneel en Hanneken de Maerschalck. Het leen is twee bunders groot. Het rapport werd gezegeld door meester Joos op 10 juni 1554.
- 4423 Jan van Belle zoon van Pieters doet verhef van zijn leen van negen dagwand en half groot. De drie bunders van het leen worden DEN BOCHEgenoemd die aan Mevrouw van Zwijveke toebehoren en palen aan de DE STREKE VAN ZWIJVEKE, aan het kloostergoed van Zwijveke en aan DE MEULENCOUTER. De andere vijf dagwand en half zijn in eigendom van de leenhouder en Pierijne zijn zuster weduwe van Arent Kint en zijn op de MEULENCAUTER gelegen. Dit perceel paalt aan het Meulenstraetken, en aan het goed van het klooster van Zwijveke. Het rapport werd gezegeld door Erasmus van Hoorenbeke op verzoek van de leenhouder door gebrek van een eigen zegel op 28 februari 1589 maar wel ondertekend door Jan van Belle.
- 4425 Het denombrement over de tiende DE GALLORIJKSCHE THIENDE genoemd, verheven door de Anna van Steelant, abdis van het klooster van Zwijveke, is zoek. Het register van de renten en de heerlijke rechten bestrekkende over Sint-Gillis, Belle, Lebbeke en Massemen is ook zoek. Deze verklaring werd in 1604 opgetekend.
- 4426 Gillis van Assche zoon van Jan doet verhef van zijn leen van anderhalf dagwand of het derde van een oud bunder gelegen op de MOESCOUTERE. Het leen werd door de leenhouder gekocht van Jooris van Horenbeke als volmacht hebbende over Jaspar Rul. Het leen paalt aan het goed van de kerk van Lebbeke, Pieter van Montaguyt met DEN ASSCHAERT. De andere twee delen staan de leenhouder ten gevolge. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder op 10 januari 1605.
- 4427 Pieter de Vos, ridder, heer van Beauprez, Hamme etca man en momboor van vrouw Catherine Cabiliau dochter van jonker Cornelis doet verhef van een leen aan mher Charles Doubremont, ridder, heer van Ribaucourt, hoogbaljuw van de stad en land van Dendermonde. Het leen is twee bunders groot en ligt naast het BUYSVELT en paalt aan het goed van het klooster van Sinte Brigitte, aan Gilles de Beke, Christiaen Spanoghe en Laureys Diericx. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 10 januari 1607.
- 4428 Heindrick de Wolf zoon van Cornelis doet verhef van zijn leen van vijf bunders CAMMAERTS BOSCH genoemd. Het leen paalt aan HET RUEKEN van Pieter de Keersmakere en aan de erfgenamen van Cornelis Wolf. In deze vijf bunders bezit Joos de Commere zoon van Sebastiaen drie dagwand en half, de weduwe van Adriaen van Boone een dagwand en de leenhouder bezit vijf dagwand genoemd CAMMAERTS BOSCH gekomen van Jan de Cuypere zoon van Jan en vier dagwand gekomen van Philips de Man. Van het hoofdleen worden drie achterlenen gehouden. Het eerste leen houdt Merten de Deckere en is vier dagwand en half groot genoemd SOMERSCHEMS HEYDEwaarin Jooris van Horenbeke zoon van Erasmus de twee delen bezit gekocht van de voornoemde Merten palende aan de erfgenamen van Cornelis Wolf. Het tweede achterleen is een dagwand groot en is in het bezit van de weduwe en de erfgenamen van Christoffels Martens die het kocht van de weduwe Gillis Kindt palende aan Jan Rogmans beek, de erfgenamen van Adriaen van Boome. Het derde leen is een dagwand groot en is in het bezit van de erfgenamen van Cornelis de Wolf. De leenhouder ondertekende het rapport op 2 april 1609.
- 4429 Adriaen de Dijcker zoon van Adriaen doet verhef van zijn leen van zes dagwand palende aan het goed van jonker Antheunis Nieulant en aan het goed van Joos van Belle die het kocht van Henric Putteman. De leenhouder bezit slechts de helft van drie dagwand van het leen. De andere helft staat Jan Moortgat zoon van Gillis cauxa uxoris Jasperijne de Rauwe dochter van Jan ten gevolge. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 9 november 1612.
- 4430 Gillis Smet zoon van Merten, mids afstand en akkoord met Christiaen Spanoghe, doet verhef van een leen van vier bunders en drie dagwand CAMERMANS BOSSCH genoemd palende aan het kerkegoed, aan het HOVE TER HEYDEN toebehorende Hendrick Verspecht en aan het leen van Gillis Aeyels gekocht van jonker Antheunis Nieulant. De leenhouder verkreeg het leen mids akkoord van Christiaen Spanoghe hogervermeld en bezit hierin de tien dagwand en Pieter Moens zoon van Paesschier heeft de resterende negen dagwand die Gillis Smet staan ten gevolge. Het rapport werd ondertekend door Pieter Moens met een merk op verzoek van de leenhouder op 10 juni 1614.
- 4431 Joos Herbaut zoon van Joes machtig over Andries Moortgat causa uxoris Elysabeth van Middelaer zijn vrouw doet verhef van een leen van een dagwand gelegen op MUELENCOUTER palende de weduwe van heer Philips van Overbeke en aan Gillis van Langenove. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend met zijn merk op 28 maart 1616.
- 4432 Jan van Belle zoon van Jan doet verhef van zijn leen van negen dagwand groot gelegen in twee percelen. Het éne is vier dagwand groot gelegen voor het klooster van Zwijveke genoemd DEN BOCHT en paalt aan TSTRATEVELT en aan DEN MEULECOUTERE. De andere vijf dagwand liggen op de MEULECAUTER.De leenhouder bezit twee dagwand en half door erfenis van zijn vader Jan van Belle en zijn tant Pierijne van Belle heeft ook twee dagwand en half en het klooster van Zwijveke bezit vier dagwand genoemd DEN BOCHT. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 17 maart 1617.
- 4433 Gillis Bijl zoon van Corneel doet verhef van zijn leen van elf dagwand groot TGOET TE VERREBROUCK genoemd. Van het hoofdleen worden twee achterlenen gehouden. Het hoofdleen paalt aan D SLANGMEERKEN en de bossen van het klooster van Zwijveke, en aan Adriaen Philips. Het rapport werd gezegeld met de zegel van Gillis Heyvaert grootvader van de leenhouder. Actum 26 september 1622.
- 4434 Gisken de Kersmaker zoon van Jan doet verhef van zijn leen van tien dagwand DE CUPERSCHE VELDERENgenoemd palende aan de erfgenamen van Lauwereys Spot, en aan de twee lenen van Kateline van den Damme en aan het erf van Gillis Meerman. Van het hoofdleen worden vijf achterlenen gehouden. Het rapport werd noch gezegeld, noch ondertekend, noch gedateerd.
Vaste URL: https://search.arch.be/ead/BE-A0510_000800_006875_DUT
Bookmark url: https://search.arch.be/ead/BE-A0510_000800_006875_DUT