---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : Onderwijs. Scholen. Universiteiten.
Bron : Latijnse Scholen
Periode : 1624-1700
Datering: 1261 (vestiging augustijnen); 1584 (terugkeer); 1622 (beëindiging van de werken aan het nieuw klooster); 23 juni 1624 (opening van het college).
Studentenaantallen: 64 (1625). Bron: N. TEEUWEN. 'De provinciaal Georges Maigret en zijn verslag over de Vlaamse of Nederduitse Augustijnenprovincie in 1625'. Augustiniana, 1 (1951) p. 140-149.
Historische notitie
De augustijnen vestigden zich in de tweede helft van de 13de eeuw te Ieper en startten omstreeks 1261 met de bouw van een klooster. Na een conflict over de vestigingsplaats vond de orde in 1283 een definitieve verblijfplaats in de O.-L.-Vrouw ten Brielenparochie
De 16de eeuw was een periode van tegenspoed voor de paters. De inboedel van het klooster werd verkocht, en de gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt. Na hun terugkeer in 1584 vestigden de augustijnen zich in de Elverdingestraat en startten er met de bouw van een nieuw convent, dat omstreeks 1622 voltooid werd
Op 23 juni 1624 werd in een vleugel van het convent een college geopend. Ondanks het grote succes bij de opening (64 scholieren) kwijnde de instelling vanaf 1680 weg. Ook het concurrerende jezuïetencollege had vanaf het einde van de 17de eeuw met een regressie te kampen. De afname van het aantal studenten en de concurrentie met de jezuïeten betekende vermoedelijk het einde van het augustijnencollege. Wanneer het de deuren sloot, kan in de huidige stand van het onderzoek niet vastgesteld worden. Uit de oprichting van een voorlopig Koninklijk college ter vervanging van het in 1773 afgeschafte jezuïetencollege blijkt dat de augustijnen in deze periode geen onderwijs meer verstrekten. Met het wegvallen van de jezuiëten had Ieper geen instelling voor middelbaar onderwijs meer, waardoor er stemmen opgingen om opnieuw een augustijnencollege op te richten. Op 15 januari 1777 richtte de bisschop van Ieper een verzoekschrift in die zin aan de overheid, dat echter zonder gevolg bleef. De augustijnen verschenen te Ieper nog een laatste maal op het onderwijstoneel, toen de opstandige Staten van West-Vlaanderen hen tijdens de Brabantse Omwenteling in 1790 aanboden om het Latijns onderwijs van het afgeschafte Koninklijk college over te nemen. De zaak liep echter op een sisser af en na de restauratie van het Oostenrijks bewind werd de opheffing van het Koninklijk college opnieuw ongedaan gemaakt.
Er is zeer weinig archief van of over het augustijnencollege te Ieper bewaard. Het grootste deel van het ancien régime-archief ging tijdens de Eerste Wereldoorlog verloren. Wat het stadsarchief betreft zou enkel het kasselrijarchief nog iets kunnen opleveren. Het Archief van de Belgische augustijnenprovincie te Gent (ABA) bevat verschillende stukken van/over het college van Ieper (toegang: het bestand wordt momenteel volledig geïnventariseerd). Een voorlopige inventaris is ter plaatse beschikbaar. Tijdelijk kan nog verwezen worden naar een aantal oudere toegangen: A. KEELHOFF. Inventaris der archieven van verscheidene kloosters thans bewaard in het klooster der EE.PP. Eremijten-Augustijnen, vernieuwd in het jaar 1884 en bijgewerkt door A. VAN DEN BORN en N. TEEUWEN (dactylografische inventaris, ter plaatse raadpleegbaar), p. 41-46.Zie ook: M. SCHRAMA. 'The archives of the 'Provincia Belgica''. Analecta Augustiniana, 39 (1976) p. 365. Het bestand is opgedeeld in verschillende rubrieken: 1. Handschriften betreffende de geschiedenis van het klooster; 2. Financiën en goederenbeheer; 3. Personalia; 4. Kerk; 5. Relaties met de overheid; 6. De vier bedelorden; 7. Conventualia. Vooral de stukken onder de nrs. 1, 5 en 7 zijn voor dit onderzoek belangrijk.
2.Historiografische bronnen met betrekking tot de geschiedenis van de school
De kroniek van Jocobus Spyliaert (1611-1685) in ABA, Ieper, nr. 1.1 vermeldt het college en de samenstelling ervan. De Historia Monasterorum Iprensis Sacri Ordinis Eremitarum S.P. Augustini ab anno 1263 werd ook nog na de dood van Spyliaert tot 1783 verdergezet. Er kan tevens naar de kroniek van N. DE TOMBEUR. Provinciae Belgicae seu Coloniensis, seu inferioris Alemanniae Ord. Erem. S. P. Augustini Descriptio. Dl. 4, p. 379-412, Conventus Iprensis, in het bestand ABA, Provincialia worden verwezen.
Het bestand ABA, Augustijnenklooster Sint-Stephanus bevat een anoniem handschrift gewijd aan de moeilijkheden die de Ieperse augustijnen in de tweede helft van de 17de eeuw ondervonden: Brevis descriptio vitae venerabilis Patris ac servi Dei Joannis Cools ordinis ff. Erem(itorum) S. P. Augustini Prioris conventus gandavensis, ac Provinciae Flandro-Belgicae Provincialis gevolgd door Breve compendium aliquorum monasteriorum destructorum Provinciae Flandro-Belgicae Eremitarum sancti Patris Augustini ab haereticis et iconoclastis anno Domini 1578 et sequentibus. Desumptum ex variis auctoribus et archiviis conventuum (ABA, Augustijnenklooster Sint-Stephanus, nr. 3.7; zie ook: D. LEYDER. 'Onderwijs als hefboom voor de heropleving van de Keulse augustijnenprovincie (17de eeuw)'. Trajecta, 6 (1997) p. 319-320). Dit handschrift behandelt de kloosters van Brugge, Gent, Ieper en Mechelen.
3.Stukken met betrekking tot de afschaffing van de school
Er zijn geen gegevens met betrekking tot het einde van het college voorhanden. Er kan wel verwezen worden naar een ultieme poging van de Staten van West-Vlaanderen om na de kortstondige afschaffing van het Ieperse Koninklijke college in 1790 het latijns onderwijs opnieuw aan de augustijnen toe te vertrouwen. Zie hieromtrent onder meer ABA, Ieper, nr. 5.3 en ARA, Koninklijke Commissie der Studiën, nr. 52B.
4.Plattegronden, plannen en andere afbeeldingen
In ABA, Ieper worden twee plannen bewaard die het convent omstreeks 1640 weergeven (nr. 7.5). Zie ook het stadsplan van Ieper door Vedastus de Plouich, weergegeven in A. SANDERUS. Flandria Illustrata. Dl. 1, Keulen, 1641, p. 334-335 en Dl . 2, Brussel, 1735, p. 253-254. De ligging van het augustijnenklooster wordt er aangeduid met nr. 9.
10.Schoolschriften
De collectie van het Ieperse Stedelijk onderwijsmuseum bevat een Latijns schoolschrift toebehorend aan Petrus Jacobus Rimbari (midden 18de eeuw) en Joannes Baptista Seijs (einde 18de eeuw). Het is echter niet zeker of beide studenten aan het augustijnencollege les volgden.
12.Bibliotheekcatalogi
In het Stadsarchief Brugge bevindt zich in het Fonds van Caloen, nr. 43 een bibliotheekcatalogus uit 1678. Zie J. GHYSSART. 'Resten van Ieperse kloosterbibliotheken in de stadsbibliotheek van Brugge'. Iepers kwartier, 23 (1987) p. 22-24.
13.Programmas en andere stukken met betrekking tot schooltheater en prijsuitdelingen
Voor toneelprogrammas zie: KB Brussel, Kostbare werken II 11.797 A RP, nr. 10 (1633) en SB Kortrijk, nr. GU 9508 (1666).
Voor referentiewerken betreffende de Ieperse onderwijsgeschiedenis, zie de notitie Jezuïetencollege Ieper
Deze notitie is voor een groot deel gebaseerd op het onderzoek van D. LEYDER. Monasticon Augustinianum Belgicum (Bibliografische inleiding tot de Belgische kloostergeschiedenis vóór 1796, dl. 16). Brussel, 1998, p. 335-348 en de in 2002 te Ieper gepubliceerde Bezoekersgids stedelijk onderwijsmuseum Ieper. Binnen de schaarse literatuur dient vooral gewezen op: N. TEEUWEN. 'Het professieboek van het Augustijnenklooster te Ieper, 1594-1793'. Iepers kwartier, 5(1969) p. 65-112.
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_117856_DUT