---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : Volksvertegenwoordiging (Staten van Brabant,
.)
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : Laatste kwart 16de eeuw - 1794
Staten heetten in de Nederlanden de colleges die, meestal na oproep door de vorst, bijeenkwamen tot overleg over bepaalde aangelegenheden, in oorsprong alleen over de inwilliging van de beden. Het inwilligen van de beden geschiedde doorgaans alleen op bepaalde voorwaarden, bijv. die van zekere medezeggenschap in zaken van defensie, buitenlandse politiek of erfopvolging op de troon. In beginsel vertegenwoordigden de Staten de drie standen: geestelijkheid, adel en derde stand. In het graafschap Vlaanderen telden de adel en de geestelijkheid in de Statenvergaderingen niet mee. De eigenlijke Staten van Vlaanderen zijn gegroeid uit de vergaderingen van de Vier Leden van Vlaanderen. De werkelijke macht lag hier bij de grote steden of de drie leden: Gent, Brugge en Ieper. Onder druk van de graaf nam vanaf ca. 1350 ook de landelijke kasseIrij van het Brugse Vrije als vierde lid deel aan de Ledenvergaderingen om een tegenwicht tegen de steden te vormen. Van in de loop van de 16de eeuw kan men spreken van Staten van Vlaanderen met een eigen administratie. Ieper viel weg in 1678, toen het bij Frankrijk werd ingelijfd. In 1754 kregen ook de kleine steden en de andere kasseIrijen zittingsrecht (besluit van Maria Theresia van 1752). Van in de 17de eeuw ging de politieke en bestuurlijke macht van de Staten van Vlaanderen meer en meer over naar de Statendeputatie, die in dienst van de centrale regering stond en waarop de Staten zelf weinig of geen invloed uitoefenden. De activiteiten van de Staten van Vlaanderen zijn vooral de volgende: toestaan of weigeren van vorstelijke beden en subsidies; beheer van de eigen financies; accijnzen (maalgeld, bestiaalgeld, accijnzen op bier, wijn en brandewijn); barrièregelden; konvooirechten; zegelrechten; leveringen aan de troepen; en vooral vanaf 1755: uitvoering van zekere openbare werken (steenwegen, kanalen en sluizen), uitbating van de bargies, gevangeniswezen, veestapel, handel en nijverheid, afgeschafte kloosters, enz. De Staten van Vlaanderen speelden ook een belangrijke rol in de organisatie van de Brabantse omwenteling in het graafschap Vlaanderen.
Archief van de Staten van Vlaanderen. Zie: NUYTTENS M., Inventaris van het Archief van de Staten van Vlaanderen (Rijksarchief te Gent), Brussel, 1986, p. 20-30.
(NUYTTENS M., Inventaris van het Archief van de Staten van Vlaanderen (Rijksarchief te Gent), Brussel, 1986, p. 22-26)
PREVENIER W., Les États de Flandre depuis les origines jusquen 1790, in: Standen en Landen, 1965, 33, p. 17-59. GALLET-MIRY A., Les États de Flandre sous les périodes espagnoles et autrichiennes, Gent, 1892. LENDERS P., De politieke crisis in Vlaanderen omstreeks het midden der achttiende eeuw. Bijdrage tot de studie der Aufklärung in België (Verhandelingen van de K.A.W.L.S.K.B. Klasse der Letteren, 25), Brussel, 1956. ROGGHÉ P., De omwenteling van 1789. Het aandeel van Vlaanderen, inzonderheid van de Staten van Vlaanderen, in: Bijdragen tot de Geschiedenis en de Oudheidkunde, 1943, p. 143-179. NUYTTENS M. en ZOETE A., De Vier Leden en de Staten van Vlaanderen (1127-1795), in: De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Vlaanderen tot 1795 (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën. Studia, 72), Brussel, 1997, p. 67-78.
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_107241_DUT