---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : Bestuurlijke tussenniveaus (onderverdelingen van meierijen en kwartieren)
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : 12de eeuw - 1795
We hebben de hypothese gesteld dat de Vier Ambachten, zoals heel Zeeland Bewesten Schelde begrepen was in het vroegmiddeleeuwse Walcheren en bijgevolg behoorde tot het Friese rijk. Er is immers het belangrijk feit, dat, in tegenstelling tot de aanpalende kasselrijen de Vier Ambachten niet tot het bisdom Doornik behoorden, maar tot het bisdom Utrecht en niet onderhorig waren aan Frankrijk, maar aan het Duitse keizerrijk. En het is een bekend gegeven dat de vroegmiddeleeuwse rijksgrenzen geënt werden op de bisdomgrenzen. Dit laat toe de hypothese te opperen dat de Vier Ambachten, na de belening van de Vlaamse graaf met Walcheren in 1012, door hun geïsoleerde ligging, konden losgekoppeld worden van Zeeland en onder het rechtstreeks gezag van de graaf van Vlaanderen en de burggraaf van Gent worden geplaatst en aldus definitief bij het graafschap Vlaanderen werden ingelijfd. Met de Keure van de Vier Ambachten opgesteld in 1242, waarbij het toch een hypothese blijft of deze zou teruggaan op een verloren origineel van Filips van de Elzas, wordt een schepenbank voor de Vier Ambachten opgericht scabinatum waarvan de schepenen jaarlijks herkozen werden door de graaf. Maar wat blijkt, de hoge justitie bleef in handen van de graaf en de burggraaf. En er werd maar één subbaljuw benoemd ondergeschikt aan de baljuw van Gent. Wij blijven in het ongewisse over het moment dat de Vier Ambachten een eigen baljuw kregen, maar ten laatste in 1305, de oudst bewaarde baljuwsrekening van de Vier Ambachten berustend in het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Ook over het moment dat vorst en de burggraaf de criminele justitie uit handen gaven, zijn tot nog toe geen gegevens bekend. Pas met het denombrement van de Burggravij van Gent (zie aldaar) van 1484 weten we dat de burggraaf afstand gedaan had van de criminele justitie in ruil voor de inkomst van 1/3de van de boeten en de beslagleggingen. In 1504 waren de Vier Ambachten nog niet opgesplitst gezien er maar één Klerkschap (griffie) voor de Vier Ambachten was. In 1526 was er evenwel een apart Klerkschap voor het ambacht Boekhoute. Naast Boekhoute, Oosteeklo en Bassevele bestond het ambacht eertijds ook uit de dorpen Ter Piet, Koudekerke en Wevelswale, die tijdens stormvloeden in de late middeleeuwen verloren gingen. Als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog verloren de Zuidelijke Nederlanden definitief de ambachten Axel en Hulst. Mogelijk is het pas dan dat het ambacht Boekhoute een eigen leven ging leiden, vastgelegd in de Costuymen ende Usantiën van den Ambachte van Bouchoute uitgevaardigd door Filips IV in1630. De generaliteitsrekeningen die gesloten werden door de Raad van Financiën startten in 1623 en gebeurden op basis van de deelrekeningen per dorp waar er pointers en zetters aangesteld werden: ze betroffen de subsidies ordinaris en extrardinaris, wagendiensten en pioniers, logement en foerage voor het garnizoen en de generale binnencosten. Over de geschiedenis van de heerlijkheid Waterdijk is niets bekend. In 1686 is de griffie en de ontvangst van het ambacht Boekhoute verkocht aan Michel Quenon die ook van de kosten van de bedijkingen een deel kreeg en een percent op de wedden van de schepenen. Het werd een leen van de Oudburg van Gent. De quote van de beden van Waterdijk dienden nu betaald te worden aan een commis van de provincie Oost-Vlaanderen. Zie ook het stuk gewijd aan de heerlijkheid Boekhoute.
Archief van het Ambacht Boekhoute. Het archief van het Ambacht Boekhoute (met inbegrip van dit van de Heren) berusste in 'tcomptoir ten lanthuyse, in de kasse aldaer'. Het was echter nog steeds gebruikelijk dat de griffier of ontvanger de meest recente documenten bij hem thuis bewaarde, wat bij zijn overlijden aanleiding kon geven tot moeilijkheden of verlies. Het archief kreeg ook veel te lijden van de talrijke oorlogen, waardoor er slechts weinig archief van voor de 17de eeuw bewaard is. In 1721 bevonden de stukken zich nog steeds in de koffers waarin ze tijdens de Spaanse successieoorlog geladen werden. Tijdens de Oosternrijkse Successieoorlog werden ze samen met het archief van Waterdijk ondergebracht bij jonker Gregorius Crombrugghe. In 1826 bevond het archief zich op het gemeentehuis van Boekhoute, in 1835 werden deze stukken naar het Rijksarchief te Gent overgebracht.
Enige bescheiden berusten in het fonds Sint-Baafs / Bisdom Gent. Hiervan berustte R 1014 in de 19de eeuw in Varia D (nr. 1264)
Bronnen: BRAND H. en LAMBRECHT D., Een vertaling van de keure van de Vier Ambachten, in De Kraker A. e.a. (eds.), Over den Vier Ambachten 750 jaar Keure 500 jaar Graaf Jansdijk, Kloosterzande, 1993, p. 508-520 (NB Het is wenselijk zich op de Latijnse tekst te steunen). - Litereratuur: AUGUSTYN B., De Vier Ambachten, in PREVENIER W. en AUGUSTYN B. (eds.), De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Vlaanderen tot 1795, Brussel, 1997.
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_119078_DUT