---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Niet beschikbaar in uw gewenste taal, beschikbare talen: nl
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : Abdijen en kloosters, commanderijen
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : 1215-1796
De Gentse patriciërsfamilie uten Hove stichtte in 1215 op de plaats ten Bosse (vanaf 1259 Oudenbos) bij Lokeren een abdij van cisterciënzerinnen, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. De eerste taak van de nieuwe abdij was het beheer van het Utenhove- of O.L.Vrouwhospitaal bij Sint-Michiels te Gent. Monialen van de abdij O.L.Vrouw ten Bosse werden uitgezonden om hun intrek te nemen in de in 1228 gestichte abdij van de Bijloke te Gent. Deze abdij nam in 1234 de zorg voor het Utenhovehospitaal over. Tegelijk werd een volledige scheiding van goederen tussen beide abdijen en het hospitaal doorgevoerd. De ongunstige ligging, o.a. gebrek aan water, dwong de monialen ertoe hun vestiging te Lokeren in 1246 te verlaten. Te Heusden aan de Schelde bij Gent werd een nieuwe abdij gebouwd, die vanaf 1307 de naam Nieuwenbos of Nonnenbos kreeg. In de tweede helft van de 14de eeuw telde de abdij 60 monialen, maar rond het midden van de 15de eeuw slechts 20. Tijdens de opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk werd de abdij geplunderd en moesten de religieuzen de wijk nemen (1488). Overstromingen in de Vier Ambachten deden de inkomsten van de abdij in hetzelfde jaar flink dalen. In 1507 werd de nieuwe abdijkerk ingewijd. Rond dezelfde tijd kwamen de kloosterlingen in het verzet tegen een aangekondigde strengere kloosterhervorming. Ondanks de heersende onrust tijdens de godsdiensttroebelen bleven de monialen in hun abdij te Heusden tot in 1578. In dat jaar werd de abdij geplunderd en moesten de religieuzen vluchten. Een deel van de kloostergebouwen werd in 1580 vernield. Na de reconciliatie van Gent in 1584 namen de monialen van Nieuwenbos hun intrek in hun refugehuis in de Hoge- of Opperscheldestraat (thans Gouvernementstraat) te Gent. In de daaropvolgende jaren verwierf de abdijgemeenschap huizen en gronden op de Groene Hooie (omgeving Klein Begijnhof en Lange Violettestraat) te Gent en begon met de bouw van een nieuwe abdij. In 1600 werd de nieuwe abdijkerk ingewijd. De bouw, uitbreiding, verfraaiing en herstelling van de abdijgebouwen namen een groot deel van de 17de eeuw en van het begin van de 18de eeuw in beslag. Hierdoor en door allerlei opgelegde lasten en proceskosten geraakte de abdij tijdelijk in financiële moeilijkheden. In 1751 onteigende de Stad Gent een belangrijk stuk van het abdijcomplex om de aanpalende Schelde (thans Leie) recht te trekken. Het aantal religieuzen varieerde tussen 20 en 27. De abdij beschikte over een uitgebreid patrimonium, vooral te of in de omgeving van Gent, Heusden en Melle, Lokeren, Assenede en Boekhoute ambacht, Watervliet, Overmere, Wetteren, het Land van Waas (noorden), Mere, Aalst, Bambrugge, Sint-Goriks-Oudenhove en Sint-Lievens-Esse. Om de zware Franse belastingen te kunnen betalen was de abdis eind 1794 verplicht grote delen van het abdijpatrimonium te verkopen. Begin 1795 verkocht ze om dezelfde redenen zelfs het hele kloostercomplex met de abdijgebouwen te Gent aan François-Joseph Pycke de Ten Aerden. Daardoor konden de abdijgebouwen later niet als nationaal domein door het Frans bewind verkocht worden. Na de officiële opheffing van de abdij door het Franse bewind werden de religieuzen eind 1796 manu militari uit hun abdij verdreven. Hiermee hield Nieuwenbos op te bestaan als cisterciënzerabdij. Begin 1797 richtten de uitgedreven monialen een vereniging op onder leiding van de laatste abdis Eleonora Diltoer. Ze slaagde erin enige van de gewezen abdijgoederen terug te kopen. Alhoewel het opzet van deze vereniging was de Abdij van Nieuwenbos te doen herleven, is hiervan niets in huis gekomen. Na de opheffing van de abdij werd in een deel van de gebouwen een school ingericht. In 1809 werd de huur van dat deel overgenomen door de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Namen, die er eveneens een school in oprichtten. Geleidelijk aan kwam het gehele complex in het bezit van deze Zusters. Het door hen opgerichte Nieuwen-Boschinstituut bestaat nog steeds
Archief van de Abdij van Nieuwenbos te Gent. Bij de opheffing van de abdij werd in 1796 of kort erna door het Franse bewind een "inventaris" opgesteld van het archief dat nog in de abdij aanwezig was (zie katern bij oud-toegang 50). Deze "inventaris" is qua vorm identiek aan deze van andere aangeslagen kloosterarchieven. Naar alle waarschijnlijkheid is dit archief, zoals dat van de andere kloosters, overgebracht naar het Archief van het Scheldedepartement, de voorloper van het RG. Ongetwijfeld zijn de 54 nrs., vermeld in het rapport van het RG van 9 mei 1834, de 54 nrs. die bij wijze van herordening in potlood aan de beschrijvingen in de "Franse" inventaris zijn toegevoegd. Het betroffen uitsluitend beheersbescheiden van de 16de-18de eeuw, zonder charters of cartularia. Het grootste deel van het abdijarchief was blijkbaar in veiligheid gebracht vóór de inval van de republikeinen in de abdij. Wat er van dit deel bewaard bleef zou in de komende anderhalve eeuw vrijwel volledig als grote blokken of losse aanwinsten in het RG terechtkomen. In 1856 omvatte het Archief van Nieuwenbos in het RG 224 MVE's; maar cartularia of charters ontbraken. In 1905 was dit opgelopen tot 383 over de jaren 1237-1795. In 1878 is er sprake van slechts 2 charters (1437 en 1505). Advokaat de Moerloose-Grenier droeg als erfgenaam van de laatste abdis abdijarchief over aan het "Provinciebestuur", waarschijnlijk voor 1850, zeker voor 1870. Huidig nr. 263 werd in 1869 aangekocht op de verkoop van de bibliotheek van Jean de Meyer. De nrs. 3 en 251 werden waarschijnlijk rond dezelfde tijd verworven; de nrs. 381-383 ca. 1900. Nr. 384 en 67 charters (1223-17de eeuw) zijn een schenking uit 1922 van mevr. Wolters-Hyde uit Heusden (Aanwinstnr. 1922/14). A. Van Werveke schonk in 1922 een charter van 1311 en in 1924 de nrs. 385-387 (Aanwinstnrs. 1922/13 en 1924/5). Een charter van jan. 1230, n.s., werd in 1928 aangekocht (Aanwinstnr. 1928/5). Nr. 388 werd in 1953 door het A.É.N. overgemaakt (Aanwinstnr. 1953/9). De nrs. 391-396 zijn afkomstig van het Stadsarchief van Gent in het kader van de archiefruil van 1955 (Aanwinstnr. 1955/14). Nr. 389 is een schenking uit 1970 van architekt A. Bressers (Gent) (Aanwinstnr. 1970/7); nr. 390 van C. Vleeschouwers (A.R. Brussel) uit 1973 (Aanwinstnr. 1973/31). De nrs. 397-399 werden ca. 1975 aan het bestand toegevoegd; 400-401 zijn uit het Archief van de Abdij van Boudelo afkomstig (1984); 402 uit het Archief van de Staten van Vlaanderen; 403 uit het Archief van het Scheldedepartement. Nr. 153bis werd in 1981 aangekocht (Aanwinstnr. 1981/17). In 1869 ontdekte Jean-Baptiste Lavaut, de latere archivaris van het Bisdom Gent, vermoedelijk in het bisschoppelijk paleis te Gent een cruciaal deel van het archief van Nieuwenbos, dat in hoofdzaak bestond uit de oudste bescheiden van het abdijarchief, de bijna volledige charterverzameling en 18 kaarten. Hij inventariseerde in 1871 dit archiefdeel, dat bewaard bleef in het archief van het Bisdom Gent. Samen met het oud Archief van het Bisdom Gent kwam dit deel in 1952 over naar het RG (Aanwinstnr. 1952/12). Het is terug te vinden in de reeksen B en K van het Archief van het Bisdom, "Carton I", de charterverzameling van Nieuwenbos en Kaarten en Plannen, nrs. 2525-2542. Rollen 169 en 171 uit de reeks R horen bij het Archief van het Bisdom dat sedert de 19de eeuw in het RG bewaard wordt
Stadsarchief Gent, Oud Archief, reeks XXXIV: 1643-1795 (DECAVELE J. en VANNIEUWENHUYSE J., Archiefgids. I. O.A. (Sa. Gent), nr. 487). - Stadsarchief Gent, Parochieregisters, Overlijdens, nr. 339: martyrologium, 1591, en obituarium, 18de eeuw - Gent, Archief van het Nieuwen-Boschinstituut: 18de eeuw
VLEESCHOUWERS C., Abbaye de Notre-Dame-au-Bois à Lokeren, puis de Nieuwenbos à Heusden et ensuite à Gand, in Monasticon belge. Tome VII. Province de Flandre Orientale, III, Luik, 1980, p. 379-436. - CELIS G., Het Klooster van den Nieuwenbosch (1201-1797), in Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, 1919, 23-26, p. 56-92. - Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 4nb Stad Gent. Noord-Oost, Gent, 1979, p. 455-462
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_112487_DUT