Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 143, Franciscus Van Coppenolle, zoon en erfgenaam van Franciscus Van Coppenolle, geïntimeerde. Jonkheer Franciscus Joseph de Castro, hoogschepen van het Land van Waas, in naam van zijn vrouw, appellant. Inv. nr. 972, f.113-136. 15 september 1712. Beroep uit Vlaanderen. Betwisting van het testament van Franciscus van Coppenolle en meer bepaald van het advies dat beide partijen hebben ingewonnen van advocaten van de Raad van Vlaanderen over het fideicommis dat zou rusten op de goederen van Van Coppenolle in Vlaanderen. Volgens de advocaten is slechts één derde van de goederen in het Land van Waas en in Gent onderworpen aan het fideicommis. Hoewel beide partijen beloofd hadden zich aan het advies van advocaten te onderwerpen, zal Franciscus van Coppenolle het advies toch bestrijden. Op 12 maart 1704 vernietigt de Raad van Vlaanderen het advies van de advocaten. De Raad verklaart dat de erfenisregeling ongeldig is wat betreft de onroerende goederen in Vlaanderen en veroordeelt Franciscus Joseph de Castro tot de proceskosten. De Grote Raad hervormt het vonnis van de Raad van Vlaanderen en verklaart dat de overeenkomst na advies van advocaten van 26 juni 1702 moet uitgevoerd worden. De Grote Raad veroordeelt de geïntimeerde tot de boete van rekest civiel en tot de proceskosten van beide instanties.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
143