(Anthonis van Roeselare, baljuw van Waas in de vierschaar van Kemzeke, alsook Jakob vanden Velde, Claeis van Hespe, Filips vanden Velde, Gillis de Wreede, Andries van Gremberghen en Wouter de Hont, schepenen van Kemzeke, maken bekend dat Gillis Hoste, monnik van Boudelo, gronden en erfrenten kwam opeisen (2 bunder land in Stekene, op smoers ackere, gekocht van wijlen Margriete Goetghebuers, weduwe van Goesyn vanden Moere; een erfrente van 5 s. 1 d. gr. fl., vroeger van Jan Daen Jansz., bezet op 5 gemeten in Stekene, op de Belram, behorend aan Pauwels Herdewel; een erfrente van 4 s. gr. fl., vroeger van Marie, dochter van Jakob Toleneere, echtgenote van Jan de Meyere, bezet op 200 roeden in Stekene, op de Pot herde, en op 1 gemet in de cleen huke; een erfrente van 3 s. gr., vroeger van Pauwels Hardewel, bezet op 17 bunder in Stekene, in de groote heke). De gronden en onderpanden worden Boudelo toegewezen. Zegelaankondiging: de oorkonders (elk met eigen zegel). A. Origineel: niet voorhanden. B. Afschrift uit 1544-1545, onder koptitel "Kemseke. Stekene", naar A.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 9, ff. 7r°-8v°. (1) In 1450 viel Pasen op 5 april, in 1451 op 25 april.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
914
Vorige (nr 913)
|
Volgende (nr 915)