(Tegenover ridder Adriaan Vilain, Jan Grave en gezellen, schepenen van de Keure in Gent, eist Gillis Hoste (1), beurshouder van Boudelo, van Jan Moens, poorter van Gent, restitutie van door deze laatste ontvreemde goederen in Belsele van een Boudelo-pachthoeve alsook revocatie van een verbodsbrief aan de baljuw van Waas en de meier en schepenen van Sinaai. Jan Moens roept mondelinge beloften in dat hij die hoeve vier maal negen jaren zou pachten, waarop Gillis Hoste wijst op de weigering van Moens tegenover de vinders van Sint-Jakobs-Gent om 3 jaren pacht te betalen, zogenaamd omdat niet Boudelo maar wijlen Dolin van Thielt, watergraaf van Vlaanderen, eigenaar was van die pachthoeve. De schepenen vonnissen dat Jan Moens schuldig is aan een misdrijf en dat de pachtbeloften terecht door Boudelo werden ingetrokken, dat Jan Moens in het chastelet te Gent bij de amman moet opgesloten worden en de proceskosten moet dragen. Zegelaankondiging: geen. Nota: (S. ) M. Alarts. Aldus staet in scepenen bouck vanden zelvenjaere, f° LXXX VI (2). A. Origineel: niet voorhanden. B. Afschrift uit 1545, onder koptitel "Belcele", naar A.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 10, ff. 99r°-100v°. Analyse: 1) uit 1877, naar B.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 6, sub no. 294. (1) Zie Vyncke, Geschiedkundige schets, p. l38, r. 25: gekleed in l4l8 door abt Pieter Schoonaert. (2) Gent, Stadsarchief, reeks 301, nr. 35 (tweede stuk), f° 86r°.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
899
Vorige (nr 898)
|
Volgende (nr 900)