Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 32, Jonkheer Jan Baptiste de Villegas, heer van Bloemendale en Andries Van den Bogaerde, zowel voor henzelf als in hun functie van gemachtigden van de crediteurs van de impost van het Land van Vlaanderen toegewezen aan het kwartier van Brugge, appellanten. De vier leden en de clerus van Vlaanderen, geïntimeerden. Inv. nr. 969, f. 395-401. 15 januari 1695. Beroep uit Vlaanderen. Moeten de vier leden en clerus van Vlaanderen aan hetzelfde tempo rente uitbetalen aan het kwartier van Brugge als aan het kwartier van Gent? De crediteurs van Brugge beweren dat aan de crediteurs van Gent reeds de rente van de jaren 1686 en 1687 is uitbetaald, terwijl zij nog maar nauwelijks de rente van 1682 of 1683 hebben ontvangen. Op 22 april 1694 verklaart de Raad van Vlaanderen dat dit proces wordt opgeschort tot in een gelijkaardige zaak voor de Grote Raad gerescribeerd is. Jan Baptiste de Villegas c.s. mogen intussen hun belangen in de zaak die hangende is voor de Grote Raad verdedigen. Over de kosten zal later uitspraak worden gedaan. De Grote Raad hervormt het vonnis van de Raad van Vlaanderen en beveelt de geïntimeerden ervoor te zorgen dat de schuldeisers van Brugge op gelijke wijze worden betaald als die van Gent. De Grote Raad veroordeelt de geïntimeerden tot de proceskosten van beide instanties.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
32