Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 3606 Jan de Stuer doet verhef van zijn leen van een half dagwand gelegen op THASSEL VELT BI WIESE palende aan Gillis Heindricx. Het rapport werd gezegeld door Daneel Meirre op 31 augustus 1430.
- 3607 Jacop van Meys doet verhef van zijn leen van een half bunder groot gelegen aan Claeus Coens goed en met een einde aan de beek. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder in 1430.
- 3608 Lysbette tSmeeds doet verhef van een leen van een oud bunder winnende land in een perceel gelegen op DE MOEST COUTERE in Belle en Zwijveke. Willem Buyse als haar dingelijke voogd heeft het rapport gezegeld op 9 juli 1440.
- 3609 Hennen van der Briele zoon van Kerstiaan doet verhef van zijn leen van vier bunder groot. Het rapport werd gezegeld door Jacop Pijls op 12 juli 1440.
- 3610 Tristram vuten Zwane doet verhef van zijn leen en manschap van twaalf bunders en half in Denderbelle bestaande uit land, bos, meers. Aan het leen behoort een meier die de leenhouder mag aanstellen. Tot het leen behoort ook een penningrente op diverse erfgronden gelegen INT BROUC namelijk drieentwintig schellingen en tien deniers par. in speciën en veertig hoenderen en een vierde van een hoen in natura. Bij verkoop van de erfgronden heft de leenhouder de tiende penning. Tevens doet hij verhef van een ander leen genoemd JANS LANGHEN LEEN.Tot dit leen behoren negenendertig mannen die van de leenhouder diverse erfgronden houden die in diverse percelen liggen. Daarvan is een perceel dat in een andere parochie is gelegen. Aan het leen behoort nog een heerlijke penningrente op diverse percelen erfgronden gelegen in Sint-Gillis in Zwijveke en Sint-Odolfs Broek. Te weten in de twee eerste parochies vierenveertig schellingen acht deniers obool par. in speciën en achtendertig hoenderen vijf kapoenen in natura. Verder in Sint-Odolfs Broek heft hij zestien schellingen acht deniers par. Wegens zijn heerlijke renten heeft het hoofdleen honderdtweeendertig laten onder zich. Verder doet Tristram een derde verhef van een leen gelegen in Lebbeke waaraan twaalf mannen zijn verbonden. Aan dit leen behoort een penningrente op erfgronden aldaar gelegen bedragende twaalf schellingen zeven deniers groot en zeven deniers par. in specien, achtien hoenderen, twee kapoenen en zeven vaten rogge die vijf en tachtig laten gelden. Het vierde verhef is een leen gelegen in Opwijk daartoe elf mannen behoren. Op dit leen behoort een penningrente van vijf en veertig deniers par., twee hoenderen en jaar zestien groot. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 20 juli 1430.
- 3611 Kateline van Rossem doet verhef van haar leen van een bunder gelegen op PULS VELT. Het rapport werd gezegeld door Jan Claeus haar man op 20 juli 1440.
- 3612 Hympen van den Keere doet verhef van zijn leen gelegen op TGOET TE MEYSen is een weide palende aan Margriete Molenbrouch. Nog houdt men een half bunder naast de AENWEEDEen nog een dagwand erfland gelegen op TGULDEKIN HOVEKEN. Nog een bunder erf daarnaast genoemd DE BIEST palende aan Jan van Rossem geldende jaarlijks vier deniers par. Nog een bunder weide genoemd DE BEXSELAER WEEDE gelegen naar het goed TE MOLENBROECK geldende jaarlijks vier deniers par. Het rapport werd gezegeld door Jan van Rossem omdat de leenhouder geen zegel bezit op 25 juli 1440.
- 3613 Adriaenkin de wees van Henricx van Molle doet verhef van een leen van een bunder palende aan Claus Koens. Het rapport werd door Jan van den Briele op verzoek van Willem van der Eerdbrugghe die voogd is van de voornoemde wees werd dit rapport door Jan gezegeld op 25 juli 1440.
- 3614 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3615 Andries van Belle doet verhef van zijn leen van een half dagwand gelegen op DE MEYSpalende aan het BEECVELT.Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 30 juli 1440.
- 3616 Matheeus van Ympe doet verhef van zijn leen van dagwand palende aan Daneel Brats stede. het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 augustus 1440.
- 3617 Gillijs van den Broucke doet verhef van zijn leen van tien roeden gelegen TEN HOGHE BROUCKE in Belle naast TBRULIETVELT. Het rapport werd gezegeld door Gorijse van den Bossche op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 3 augustus 1440.
- 3618 Calleken Koene wees van Claus Koene doet verhef van TGOET TE MOLENBROUC bestaande uit land, meers, bos, water veertien bunders groot gelegen in diverse percelen. Tot het leen behoren twaalf mannen waarvan negen van Belle en de drie anderen van Opwijk. Nog is aan het leen een jaarlijkse penningrente verbonden van tweënveertig penningen par. geheven op veertien bunders erfgrond toebehorende diverse laten op diverse percelen gronden. Twaalf bunders zijn gelegen in Belle en de resterende twee bunders in Opwijk. Grietken Koens wees, zuster van de leenhoudster, bezit een deel van het leen en staat haar zuster ten gevolge. Het rapport werd gezegeld door Jan van Rossem één van de voogden op 31 augustus 1440.
- 3619 Meester Jan Stuer doet verhef van zijn leen van vijfendertig roeden gelegen op DE HASSELT naast het goed van de Heilige Geest van Wieze en naast Jan van Gate. Het rapport werd gezegeld door Jan Godevaerts op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 1 augustus 1440.
- 3620 Jan Godevaerts doet verhef van een leen wezende de twee delen van de meierij en de praterij van Belle en Zwijveke. Verder nog doet hij verhef van een ander leen van acht bunders en half genoemd THOF TE VOORDE waarvoor de leenhouder een paardendienst moet vervullen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 augustus 1440.
- 3621 Jan Paridaen zoon van Jan doet verhef van zijn leen van viijf dagwand palende aan Jan van der Elst en aan het goed van de weduwe van Heinric van der Biest. Het rapport gezegeld door de leenhouder op 1 augustus 1440.
- 3622 Jan Perrijdaen doet verhef van zijn leen van vijf dagwand gelegen in Belle gelegen aan Andries de Nunkere en Hendrick van der Biest. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1440.
- 4148 Ghiselin Aelbrecht, die men de Borsere noemt, doet verhef van zijn leen van negen bunders in Opwijk in diverse percelen in TFELT TER MOLENCOUTER.Van zijn leen houden zijn vijf broers en Jan van den Nuwenhove vijf bunders en anderhalf dagwand te gevolge. Ook de erfgenamen van Willem van der Erdbrugghe en van Joos van der Erdbrugghe houden tien dagwand en half waarvan de leenhouder de helft heeft van de granen in het vat. Nog verder houdt Joos van der Erdbrugghe alléén vier dagwand waarop de leenhouder vier kapoenen en vierentwintig deniers par. ervelijke rente heeft. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
- 4149 Zie bijlage voor beschrijving.
- 4150 Vranke van Asche doet verhef van zijn leen van een dagwand en vijfentwintig roeden groot zijnde een hof gelegen TEN RODE. Het rapport werd gezegeld door Gillisse van den Breeden op 20 juni 1430.
444 gevonden, 21 t/m 40 getoond, pagina 2 van 23