Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
Datum anno domini M° CCC° sexto, tertia die post festum Beati Martini Hyemalis. Agnes, priores, en de kloostergemeenschap van Nonnemielen verklaren dat priester Henricus de Lare al zijn bezittingen, waar ze ook gelegen zijn, aan het genoemde klooster heeft overgemaakt, evenals een rente van 3 mudden graan, Tiense maat, die hij bezit op een huis, een domein en op een dagwand landbouwgrond gelegen te Laar. Na de dood van zijn jongste dochter zal deze rente eveneens aan het klooster toekomen. Daarenboven bezit hij nog een wei de te Neerlinter en in Hespen heeft hij aan pacht een jaarlijkse opbrengst van 100 s.. Na zijn dood zullen zijn twee dochters deze som van 100 s. onder mekaar verdelen, waarna deze, na hun dood, zal toekomen aan het klooster. De nonnen verbinden zich te voorzien in het verdere levensonderhoud van de priester. 1306, 14 november.
Inventarisnummer 58 bevat 2cans .
Datum anno domini millesimo tricentesimo decimo, in crastino Beati Urbani, pape et martiris. Johannes dictus Geirnoyt, schout, Thibaldus [van Bar], bisschop van Luik, Walterus de Casselaer, proost van de abdij van Sint-Truiden, rechters, en de schepenen van Sint-Truiden: Wernerus dictus Ekele, Johannes dictus de Juliaco, Walterus dictus Blide, en Otto dictus Copey, verklaren dat broeder Willelmus, kloosterling te Nonnemielen, gemachtigd door de priorin, Aleyde de Pepinghem, en door de kloostergemeenschap van Nonnemielen, met de toestemming van de geestelijke Ada en van de abt van Sint-Truiden, aan Gregorius, zoon van Egidius Reinardus, aan zijn vrouw Jutta en hun kinderen, en aan Johannes de Ardinghen, klerk, en diens vrouw Yda dicta Noya, een groot huis met al de bezittingen, gelegen aan de markt te Sïnt-Truiden, nl. het domus de Milen, afstaat tegen een jaarrente van 28 s. gro. tournois, waarvan Gregorius en Jutta 18 s. 8 d. gro. tourn, zullen opbrengen, en Johannes en Yda 9 s. 4 d. gro., tourn., te betalen aan de pitantie van het klooster te Nonnemielen. Dit samen met al de bezittingen mogen niet verder verkocht worden. De helft van 2 bunder en 17 roeden, Loonse maat, landbouwgrond, gelegen te Halmaal, waarvan de andere helft toebehoort aan Egidius, broer van Gregorius, zullen voor Gregorius en Jutta als waarborg dienen (die helft wordt gepacht van Margareta, weduwe van Walterus de Stapele, tegen een cijns van 4 d., Luikse munt). Voor Johannes zullen 13 roeden weidegrond, gelegen bij de molen van Scuaubrucgh, afkomstig van Willelmus de Gotheym, als waarborg dienen. 1310, 26 mei.
Inventarisnummer 59 bevat 2cans .
Actum in ecclesia parochiali Beate Marie apud Sanctam Trudonem coram altari Beati Nicholai anno Incarnationis Dominice M° CC° vicesimo nono, mense septembris. Uitspraak van Willelmus, deken van het concilie van Sint- Truiden, in het geschil tussen het klooster van Sint-Catherina en Libertus de Graast over het al dan niet toebehoren van een tiende op de sartus te Grazen. Uitspraak ten voordele van het klooster. Getuigen: Huius rei testes sunt: Samuel Leprosorum, Adam investitus de Rumnis, sacerdotes; Gregorius miles de Halmale; Jordanus filius Walcheri, Gunteramnus Crucbolt, Heynricus Bruninch, Walterus de Meceren. 1229, september.
Inventarisnummer 5 bevat 2cans .
Datum anno domini Mm° CCCm° undecimo, dominica ante Divisionem Apostolorum. De schilder Arnoldus dictus Taelman verklaart een huis en hof, met al de bijbehorende bezittingen, gelegen in de Hoelstraat bij de St- Michielspoortte Leuven te hebben toevertrouwd in de handen van de eigenaar van de grond ten voordele van twee begijnen, Van Stienweghe en Elizabeth dicta de Borneem. Getuigen: Testes: Walterus dictus Criecstien et Everardus dictus de Oppendorp, scabini Lovanienses. 1311, 11 juli.
Inventarisnummer 60 bevat 2cans .
Datum anno domini millesimo CCC° duodecimo in vigilia Nativitatis Beati Johannis Baptiste. Depriores en de kloostergemeenschap te Nonnemielen oorkonden dat van 10 mudden graan, Tiense maat, die men jaarlijks aan Henricus de Lare, priester en kapelaan van Nonnemielen, betaalde, 4 mudden graan, maat van Sint-Truiden, aan de pitantie van het klooster zullen toekomen. 5 lb. 10 s., Tiense munt, die deze Hendrik als erfrente bezat in de parochie Laar en in Hespen zullen voor de duur van hun leven aan Yda (junior) en Yda (senior), dochters van Hendrik, toekomen. Indien de jongste eerst sterft zal haar deel aan de pitantie toekomen; indien de oudste het eerst zou overlijden, zal haar deel aan de jongste toekomen, na de dood van deze laatste zal hun beider deel aan de pitantie toekomen. 1312, 23 juni.
Inventarisnummer 61 bevat 2cans .
Datum in testimonium veritatis sub sigillo nostro anno domini M° CCC° quartodecimo in vigilia Beatorum Symonis et Jude Apostolorum. Adam-abt van Sint-Truiden, oorkondt dat broeder Henricus, dekaan van Zipingen het vruchtgebruik van +- 14 roeden voor de verdere duur van zijn leven, gelegen op een plaats genaamd Dodenbergh nabij Merwele, afkomstig van de abdij, bestemd voor de pitantie van het klooster te Nonnemielen. 1314, 27 oktober.
Inventarisnummer 62 bevat 2cans .
Datum feria sexta post festum Beate Lucie, anno domini M°CCC° decimo nono. Henricus dictus der Wilde, onderschout te Gingelom, en aldaar rechter van de graaf van Loon; Libertus, pastoor van de kerk van Gingelom; Theodericus, zoon van wijlen heer Arnoldus de Ginghelem, ridder; Willelmus de Niel; Arnoldus Gutsen; Balduwinus dictus Bellen, zoon van wijlen Daniël Braxator, en Symon dictus der Lu, en andere leenhouders, oorkonden dat broeder Willelmus, magister van het klooster te Nonnemielen, voor de pitantie van die instelling jegens Johannes en Gerardus de Lintre, broers, een stuk grond had gekocht, gelegen te Gingelom, waarvan een deel: 27 grote roeden en 11 1/2 kleine roeden groot, gelegen in de valle naar Landen toe, tussen de landerijen van Attenhoven en de landerijen van heer Johannes de Montenaken en de landerijen van de Sint-Bemardus-abdij; het tweede stuk grond meet 14 grote roeden en 12 1/ 2 kleine roeden en is gelegen bij de weg naar Wezeren, bij de boom genaamd Wilic en bij de landerijen van Johannes de Montenaken en van Willelmus de Sancto Trudone dictus de Vuissoven. 1319, 14 december.
Inventarisnummer 63 bevat 2cans .
Datum in vigilia Beatorum Symonis et Jude Apostolorum, anno domini M° CCC° vicesimo. Egidius, meier voor Johannes dictus Ekele, te Gorsen Hermannus van der Hunen; Thomas Braxator de Gurseme; Arnoldus dictus Smersnidere en Johannes dictus Gilis Braxator de Sancto Trudone, domeinbewoners, oorkonden dat broeder Willelmus, magister van het klooster te Nonnemielen jegens Johannes, zoon van wijlen Theodericus dictus Sceepers van Gorsem, ten behoeve van de pitantie van vermeld klooster een rente van 6 d. grote tournois, munt van de koning van Frankrijk, per jaar had gekocht met als waarborg het huis van Johannes gelegen bij Gorsem in de richting van de Schuurhovenmolen. 1320, 27 oktober.
Inventarisnummer 64 bevat 2cans .
Datum anno domini Mmo CCC m°vicesimo primo, sabbato ante Trinitatem. De priores en het klooster te Nonnemielen verklaren dat Theodericus de Heelne, kanunnik te Tongeren, een mud graan aan de pitantie van het klooster ten titel van aalmoes ten geschenke heeft gegeven. De schenker zal echter voor de duur van zijn leven blijven genieten van deze rente. 1321, 13 juni.
Inventarisnummer 65 bevat 2cans .
Anno incarnationis dominice millesimo tricentesimo vicesimo secunda feria tertia post festi beati Martini Hyemalis. De meier en de gezworenen van het allodiaal hof van Loon verklaren dat Fastrardus van Pepinghen aan de pitantie van Nonnemielen 25 grote roeden van zijn allodiale grond heeft verkocht, gelegen te Pepingen bij de molen van Theodorus de Herke. 1322, 15 november.
Inventarisnummer 66 bevat 2cans .
Actum anno Domini M° CCCmo vicesimo quinto feria secunda post festum beati Huberti confessoris. Elisabeth de Printhagen en het gehele klooster van Mielen verklaren van de gezusters Jutta en Aleydis van Widdinghen, 2 bunders akkergrond ontvangen te hebben, gelegen tussen Ruilingen en Widdingen, cijnsplichtig aan de proost van St. -Truiden met een penning Sint-Truidens, jaarlijks, in ruil voor een jaarlijkse rente van een halve mud koren, en het vruchtgebruik, zolang de beide zusters leven. 1325, 4 november.
Inventarisnummer 67 bevat 2cans .
Anno nativitatis Domini millesimo trecentesimo vicesimo septimo indictione undecima mensis novembris quintadecima die. Notaris Arnoldus de Bomershoven getuigt dat Katherina de Lovanio, religieuze te Mielen, met haar momber Hermannus de Gorseme, gekocht heeft van Christina, begijn te Sint-Truiden en dochter van wijlen Wilhelmus van Duras; 16 1/2 grote Loonse roeden, allodiale grond, afhangend van het allodiaal hof van Halle, gelegen tussen Score en Asbroek. Getuigen: Renerus de Borlo, meier; Johannes de Asbruc; Johannes Tombolre; Egidius de Halle; Danyel Neel, zoon van wijlen Henricus Freyson; Theodoricus Auderbursson, laten van het allodiaal hof van Halle. 1327, 15 november.
Inventarisnummer 68 bevat 2cans .
Datum Avinione Xlll kal. decembris pontificatus nostri anno duodecimo. Paus Johannes Xll doet een beroep op de proost van Sint-Geertrui te Leuven om als bemiddelaar op te treden tussen het klooster van Nonnemielen en een zekere Theodoricus Roselert, in verband met een twist om bezittingen. 1327, 19 november.
Inventarisnummer 69 bevat 2cans .
Datum apud Sactem Trudonem, anno domini M° CC" XXX° secundo, iiij° kal. Mai. Johannes, bisschop van Luik, staat de kapelaan van het klooster van Sint-Catherina toe, wanneer de nonnen naar Nonnemielen waren overgebracht, de eredienst te houden in de plaatselijke parochiekerk, waarvan het patronaat aan het Sint-Catherinaklooster te Nonnemielen toekomt. 1232, 28 april.
Inventarisnummer 6 bevat 2cans .
Anno domini millesimo lil vicesimo octavo feria Petri et Pauli apostolorum. Johannes Parghamenarius, clericus, draagt een rente van een aam wijn op de wijngaard van Johannes de Borne, gelegen bij Wilsele, op ten voordele van Katherina, dochter van wijlen Tyloy de Brule, religieuze in het klooster van Mielen. Getuigen: Symon Godevardi en Ludovicus ex Lyminghe Junior, schepenen van Leuven. 1328, 2 juli.
Inventarisnummer 70 bevat 2cans .
Anno domini millesimo CCC° vicesimo octavo dominica qua cantatur invocavit. De proost en de laten van het Sint-Truidens proosthof te Dypenpule, oorkonden dat Arnoldus de Elsbruc erkent aan het konvent van Mielen een rente schuldig te zijn van 2 oude groten Toernoois, op zijn weide, geheten Cusele, gelegen bij Melcebeke. Proost en meier: Johannes de Printhagen. Laten: Everardus de Plateau; Walterus, zoon van wijlen Everardus de Platea; Johannes de Dypenpule; Johannes de Hovert; Johannes en Walterus, zonen van Johannes de Dypenpule. 1329, 12 maart (n.s.).
Inventarisnummer 71 bevat 2cans .
Datum anno domini millesimo trecentesimo vicesimo nono feria sexta post divisionem apostolorum. Elisabeth de Printhagen en het konvent van Mielen verklaren dat Theodorocus, geheten Thyloy Utenbruke, zijn gade Katherina en hun kinderen: Johannes, proost van Sint-Geertrui te Leuven; Margareta, begijn, en Katherina, kloosterlinge en celleraria te Mielen, een erfrente van 10 mudden graan schepen voor de fundatie van een eeuwigdurend jaargetijde. 1329, 21 juli.
Inventarisnummer 72 bevat 2cans .
Datum anno domini M° CCC° tricesimo feria sexta proxima ante festum beatorum Symonis et Jude apostolorum. Elisabeth de Borneem, inclusa, schenkt de helft van een kluis, gelegen bij de kerk van St. -Michael, in de richting van de Hoelstraat, te Leuven, aan Beatrix de Haren. Deze geeft het levenslang vruchtgebruik aan voorgenoemde Elisabeth en aan Katharina de Lapidea. Getuigen: Wilhelmus de Rode en Gosuinus de Calstris, schepenen van Leuven. 1330, 27 oktober.
Inventarisnummer 73 bevat 2cans .
Anno nativitatis eiusdem (domini) millesimo trecentesimo tricesimo primo indictione quarta decima nona die mensis julii. Notaris Arnoldus de Bomershoven getuigt dat Johannes de Hozemont met toestemming van zijn moeder Katherina en zijn zuster Margareta een erfcijns van 4 kapuinen en 2 oude groten toernoois schenkt aan Katherina de Lovanio, celleraria te Mielen, voor de pitantie van hetzelfde klooster. Getuigen: Johannes de Printhagen, proost van St.-Truiden; Reynerus Letwerc en Walterus de Repen, schepenen van St.-Truiden; Walterus de Zepperen; Arnoldus Petri en Johannes de Rennio, laten van het klooster van Nonnemielen. 1331, 19 juli.
Inventarisnummer 74 bevat 2cans .
Datum anno domini M° CCC° tricesimo primo dominica cantate. Beatrix de Haren draagt de helft van een huis, gelegen bij de kerk van Sint-Michiel, in de richting van de Hoelstraat te Leuven, met de erfelijke rechten en alles wat er bij behoort, over aan Gerardus de Rivo van Kortenaken. Getuigen: Symon Godevardi en Godefridus de Dormale, schepenen van Leuven. 1331, 28 april.
Inventarisnummer 75 bevat 2cans .
327 gevonden, 281 t/m 300 getoond, pagina 15 van 17