Inventaris Oud Stadsarchief Kortrijk (OSAK)
BE-A0516_109095_107868_DUT
Identificatie van de toegang:
BE-A0516 /
101/3
Het Rijksarchief in België
1999
This finding aid is written in
Dutch.
Beschrijving van het archief
Identificatie van de toegang:
BE-A0516 / 101/3
Naam archiefblok:
- Gemeente Kortrijk. 'Oud Stadsarchief Kortrijk' (OSAK)
Periode:
1105-1818
Gemeenten (P1)
LAATSTE BESTANDDEELNUMMER
15666.00
OMVANG GEïNVENTARISEERD
287.27 m
Archiefbewaarplaats
Rijksarchief te Kortrijk
Archiefvormers
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
- 3501 Juridische consulten i.v.m. de juridische actie van Marie de Patij, strekkende tot nietig verklaring van de testamenten van Jerosme Segon en Francoise Segon, zijn zuster, resp. van 1650 en 1652, waarbij zij talrijke goederen, gelegen in Rijsel en Vlaanderen, afstaan voor de stichting in Rijsel van een hospitaal, "des pouvres chartriers soubz le nom de St Esprit", samen met een klooster van religieuzen van de regel van de H. Augustinus, die dit hospitaal zouden bedienen. 1657, 1661. 1 katern
- 3509 Rentebrief door burgemeester en schepenen van Kortrijk verleend aan Jan Wullins, eerste pensionaris van de stad, die op de stad een rente kocht op het leven van Pieter Ignas en Robert Fransois, zijn zonen. De renteverkoop geschiedt met het oog op de betaling van de stadsquote in de bede. 20 februari 1641. 1 charter
- 3510 Voor de amman, schepenen en leenmannen van de Sint-Salvatorkerk van Harelbeke omwille van hun vierschaar en heerlijkheid gezegd "onder den Doorne" erkennen Wulfaert Hinnekins, fs. Jans, en Jooseyne de Cuenynck, fa. Elois, zijn vrouw, aan Franchois Gheylinck, fs. Jan, in Kortrijk, een rente schuldig te zijn. De rente wordt bezet op 2 bunder 1200 roeden land gelegen in de kouter "den Heylandere" in Harelbeke. 31 juli 1618. 1 charter
- 3513 Burgemeester en schepenen van Kortrijk, "die hemlieden vinden ghepresseert tot het redimeren van huerlieder clocken ende andere diergelicke materialen", geven de toelating aan de stadsontvanger een bedrag van 300 lb. gr. tegen interest te ontlenen voor een periode van vier maanden. 20 juli 1667. 1 stuk
- 3522 Stukken betreffende de Franse bezetting. Bevat o.m. een verzoekschrift m.b.t. de amortisatie van de geestelijke goederen; een paar stukken betreffende de confiscatie van renten; "Briefve declaration des campemens qu'ont souffert les habitans de la chastellenie de Courtray pendant les annees de la presente guerre" (nl. de jaren 1689-1696). 1689-1697. 1 lias
- 3523 "Kohier van de originaele obligacien ende acquicten sprekende ten prouffycte van der voornoemder stede ende tot laste van zekere soldaeten van de compaignie van comte Curtemartinego[?], binnen der selver stede ghelegen hebbende in garnesoene, bedraeghende de zelve obligacien ende acquiycten tsamen ter somme van thien duusent tzeventich ghuldenen achthien stuvers ende eenen alven". [1577]. 1 katern
- 3526 Akte van de Grote Raad van Mechelen inzake een vordering van Sampson de Claerout, luitenant van de compagnie van wijlen de heer van Zwevegem en nadien van de heer van Werp, i.v.m. zijn gerechtelijke actie tot terugbetaling van de kosten door hem gedoogd voor het onderhoud van 40 soldaten, die in garnizoen lagen op het Kortrijks kasteel van 15 november 1580 tot 15 november 1584. 18 november 1602. 1 charter
- 3536 Memoranda van de kamer van koophandel van Brugge voor de Staten van Vlaanderen om te bekomen dat het algemeen bestuur der financiën van de Verenigde Belgische Provincies in Brugge zou gevestigd worden. Gelijkaardig memorandum van de Gentse kamer van koophandel ten voordele van Gent. ca. 1789-1790. 2 katernen
- 3539 Uitspraak (gelibelleerd vonnis) van de Raad van Vlaanderen in een proces tussen de weesheren van Kortrijk, eisers, en de wet van Tielt. Voorwerp: toezicht over het sterfhuis van Marten Verbreijt uit Tielt, die zijn jaarlijks poortersgeld slechts betaalde tot 1726. Uitspraak: de weeskamer van Kortrijk blijft bevoegd, zelfs als de vader van de poorterij vervallen is. 17 maart 1732. 1 katern
- 3541 Afschrift van de brief van de wethouders van de stad en die van de kasselrij Kortrijk aan de landvoogden m.b.t. de richtlijnen van generaal Gordis in Roeselare om de Franse kooplui weg te sturen en m.b.t. de openingsuren van de posterijen (30 mei 1792). Afschrift van het "ordre general" van genoemde Gordis m.b.t. Fransen die de Zuidelijke Nederlanden binnenkomen (25 mei 1792). [eind 18de eeuw]. 1 katern
- 3552 Rekwest van de wetten van Kaprijke, Watervliet, Zomergem, Knesselare en Waarschoot aan de keizer. Zij vragen hierin dat na de afschaffing van de issuwe de jurisdictie over de sterfhuizen met wezen zou toekomen aan de wet van de plaats waar ze gelegen zijn. Bedenkingen over dit rekwest vanwege de Kortrijkse weesheren. 1785. 1 katern en 1 stuk
- 3571 Rekening van Anthonette Alexandrine de Brabandere fa. Francis, weduwe ten sterfhuize van Mattheus van Dries, overleden in Kortrijk op 23 juli 1765, met als erfgenamen Marie Arnoldine van Dries, fa. Mattheus, uit diens eerste huwelijk met Clara Bostoen in Gent, en uit zijn tweede huwelijk met genoemde Anthonette Alexandrine de Brabandere Joseph Francois, Joannes Mattheus, Joanne Coleta en Regina Constance, overleden na de dood van haar vader, Mattheus Francis en Amandus Joseph van Dries. 1765-1791. 1 katern
- 3573 Rekening van de weduwe van Ferdinande Ignase vande Putte, gewezen openbaar notaris, als curator bij procuratie verleden voor notaris de Keux door Ferdinande Phlippe van Hallennis en wijlen Simoen Petrus van Hallennis, als erfgenamen van hun zusters Marie Maghdaleene en Marie Anna van Hallennis, ook voorgelegd aan de weduwe van Simoen Petrus van Hallennis en Pieter Blondeel, voogd van de wezen van Simoen Petrus van Hallenis. 1723-1726. 1 katern
- 3591 "Beschrijvinghe van de inauguratie, solemniteijten ende ceremoniën waermede Sijn Excellentie don Ijsidro de la Cueba ende Benavides, marcqgrave van Bedmar etca, commandant generael van dese Nederlanden etca, uijt den naeme van Sijne Conijncklijcke Majesteijt Philippus den vijfden, conijnck van alle de rijcken van Spangnien, Indien etca, heeft ghedaen ende ontfangen den gewonelijcken eedt van de provincie van Vlaenderen binnen Ghendt, vermaerde hoofstadt van de provintie van Vlaenderen op den 19e meert 1702". 1702. 1 katern
- 3603 Verpachting, door de ontvanger van de vorstelijke domeinen van West-Vlaanderen, van de "ghersingen" van de stadsversterkingen en verbod nog langer vee te laten grazen op de stadsversterkingen, dit alles in uitvoering van de overeenkomst tussen de regering en de stad van 13 september 1749 waarbij de functie van gouverneur van Kortrijk en heel de "état major" afgeschaft worden. 1749-1751. 1 omslag
- 3622 - 3629 Rekeningen van Jan Benedict de Mulié, van zijn ontvangst van de zestigsten penning aen de stad competerende, gepresenteerd aan de Kortrijkse wethouders. 1779-1788.
- 3634 Processen voor de Raad van Vlaanderen tussen: de Kortrijkse nering van de brouwers, eisers, tegen de wethouders van Kortrijk, verweerders; de nering van de Kortrijkse brouwers, eisers, tegen de wethouders, de geestelijken en Vier Leden, de Kortrijkse nering van de hosteliers en herbergiers, verweerders. 1679-1690. 1 omslag
- 3787 Albert de Bersaques, heer en baljuw van de heerlijkheid van Lerberghboom, oorkondt dat hij van Joannes Tanghe, kanunnik van Sint-Salvators van Harelbeke, het rapport ontvangen heeft van een tiendrecht op land in Kuurne, toebehorend aan genoemd kapittel en gekocht van de graaf de la Tour en Petronelle d'Ennetières, zijn echtgenote. 16 februari 1701. 1 charter
- 3813 Druksels i.v.m. de linnenhandel met Kortrijk: 1) "Observations à l'Assemblée Nationale par les négocians de la capitale de France et les négocians des Provinces Belgiques, relatives au droit projetté sur les toiles et les dentelles" (Parijs, 1 december 1790); 2) "Adresse presentée à l'Assemblée Nationale au nom des négocians de la Flandre Autrichienne"; 3) "Reflexions sur la commerce de toiles, linge de table et dentelles du Pays Bas Autrichien, adressées à l'Assemblée Nationale de France" (Parijs, 18 december 1790); 4) "Réponse aux resprésentations des négocians de toiles de Beauvais" (Parijs, 19 december 1790); 5) "Supplément aux mémoires des négocians de toiles des Pays-Bas-Autrichiens" (Parijs, 4 januari 1791). 1790-1791.
- 3824 - 3826, 3829, 3834, 3878, 4436, 4959 Gerecht. Processen-verbaal door gerechtsdienaars van het "beclaeghen" of "saisieren" van huizen en erven. 1737-1786.
- 3873 "Deduction pour les bourguemaître et echevins de la ville de Courtray, impetrans des lettres de complainte, trouble de fait, joint à eux les maguilliers de l'eglise paroissiale de S. Martin audit Courtray, d'une part, contre les doyen et chanoines de l'eglise collégiale de Nôtre Dame en la même ville de Courtray, deffendeurs perturbateurs d'autre, pardevant [..] messeigneurs du Conseil en Flandres". [1730 of later]. 1 druksel
- 3889 "Sommiere declaratie nopende het gonne naer alle apparentie can incommen ende ontfangen weesen gedurende den tijt van een jaer uut de goederen ende innecommen competerende de schole van den H. Gheest getrocken capitalatim uut de gonne van sieur Jan Grijson geweest sijnde generael van de selve schole". [einde 17de, begin 18de eeuw]. 1 katern
- 3917 "Déduction pour les bourgemaître et echevins de la ville de Courtray, demandeurs originels par requête du 8 mars 1728 et deffendeurs en reconvention contre les doyen et chapitre de l'eglise collegiale de Nôtre Dame audit Courtray, deffendeurs et demandeurs par conclusion renversaire par devant [..] mesmeigneurs du Conseil en Flandres". 1728.
- 3942 "Aenwys van de quote in 't subsidie ende het onderhoud van het Hof tot laste van de stad van Cortrijcke alsmede van het gone men ontfangen heeft uyt de casse der provintie ofte andere, omme te secoureren de fournissementen gedaen aen militaire, midsgaders de betaelingen gedaen in gelde aen den heer tresorier generael Carpentier, ende de reeds afgerekende validatien, alsmede de gone noch af te rekenen doen [sic] met den gezeyden tresorier generael over het subsidie 't sedert den 1 november 1789 tot den lesten april 1793 ende voor het onderhoud van het Hof 't sedert 1 january 1788 tot den lesten december 1792". [1789-1793]. 1 stuk
- 3949 Ontvangstbewijs door Jan Baptist Heus, ontvanger-generaal van de domeinen van West-Vlaanderen, gegeven aan de inwoners van de stad Kortrijk voor een bedrag van 17 lb. tournois: 7 lb. "over een jaer bekenzaemheyts" van de watermolen naast de O.-L.-Vrouwekerk; 10 lb. "over een jaer bekenzaemheyt" van een van de "weesheerschepen". 29 januari 1611. 1 charter
- 3955 Gelibelleerd vonnis van de Raad van Vlaanderen in het proces tussen Jacques Diericx uit Kortrijk, eiser, en burgemeester en schepenen van Kortrijk, namens Gillis Waldacq, gecommitteerde ontvanger van de belasting op goederen die per schip de stad passeren, en namens Ferdinande Ignace vande Putte, schout, verweerders. Voorwerp: betaling van de belasting. 17 maart 1724. 1 charter
- 3956 Gelibelleerd vonnis van de Raad van Vlaanderen in het proces tussen Martinus der Kinderen, koopman in Gent, eiser, en de wethouders van Kortrijk, verweerders. Voorwerp: Kortrijk eist preferentie van de 10de penning, nl. een bedrag van 53 lb. gr., nadat de eiser had doen decreteren een huis en erf "het Gulden Zwaard" en andere huizen in Kortrijk, ten laste van Anthone de Vos. 9 december 1728. 1 charter
- 3973 Raad van Vlaanderen. Geschil tussen Laurens Clarebaut en jonkheer Willem de Pape, heer van Ter Mander, betreffende een verachterde rente door laatstgenoemde verschuldigd en bezet op genoemde heerlijkheid, en het recht van eerstgenoemde op de opbrengst van de verkochte vruchten der heerlijkheid. 1688. 2 stukken
- 3987 Voor notaris Jan Scaillie in Gent erkent meester Laureins Claerebout baccalaureus in de rechten, heer van Poelvoorde in Aarsele, wonende in Gent, ontvangen te hebben van Guillaeme de Clercq fs. Jan, de som van 48 lb. gr. tegen betaling van een rente, bezet op een hofstede van ca. 17 bunders in Aarsele onder de heerlijkheid van Gruuthuse en gepacht door Pieter de Clercq fs. Jan. 22 februari 1712. 1 katern
- 3990 Uittreksel uit een staat van goed van het sterfhuis van Adriaan Verhenne, overleden te Aarsele in 1774, gepresenteerd aan de Kortrijkse weesheren, betreffende een hofstede in Aarsele gebouwd op cijnsgrond van het kapittel van Doornik, en stukken betreffende de pacht door Jacques Verheije uit Aarsele van een hofstede en grond in Aarsele. De eigenaar is Pieter Fransois Delchambre uit Tielt. [ca. 1811]. 1 omslag
- 3993 De wethouders van Roeselare-ambacht bekrachtigen de bezetting van twee hofsteden met land in Roeselare-buiten en Beveren, met een rente, die Isabelle Verbeure fa. Pieter, weduwe van Pieter Speijbrouck, wonende in Roeselare-buiten, erkende schuldig te zijn aan Catharina Theresia Albertina Josepha Le Camus fa. Edmundus, uit Kortrijk. 1783. 1 charter
- 3994 Bekrachtiging door de wet van Roeselare-ambacht van de verkoop voor het leenhof van Onlede in Beveren door de vrouw en erfgenamen van Emanuel Verfaille aan Isabelle Verbeure, weduwe van Pieter Speybrouck, van een hofstede en land, samen ca. 7 gemeten groot, gelegen in Beveren onder het Ambacht van Roeselare en Volander. 16 januari 1783. 1 katern
- 3995 Afrekening van de publieke verkoop in de gildekamer van Sint-Joris te Gent van de boeken van wijlen Jacobus Franciscus Roeckhaut, kapelaan van de Sint-Michielskerk te Gent, op verzoek van zijn broer uit Tielt, z.d., en attest van A.F. De Graeve, vicaris-generaal van het bisdom Gent over de deugdzame levenswijze van J.F. Roeckhaut. 1779. 1 stuk
- 3997 Voor de greffie van de Indaginge van Gent stelt Charles Focque uit Gent zich borg voor Jacques Ramont uit Gent, die de pacht van het bestiaalgeld (belasting van de Staten van Vlaanderen) in Pittem, Egem, Ruiselede, Kanegem, Oeselgem en Machelen voor het jaar ingaande 1 mei 1700 aangenomen heeft. Loijs Dhont verklaart die borgtocht te certifiëren. 24 april 1700. 1 stuk
- 4001 Voor de wethouders van de heerlijkheid van Huxsel en Acker en die van Gruuthuse in Aarsele erkennen Guillaeme Carpentier en zijn vrouw, Barbara Theresia de Stoop uit Wervik, van Jacobus van Outrive, koopman in Kortrijk, een bedrag van 225 lb. gr. ontleend te hebben. Zij zullen hem een rente betalen. De rente wordt bezet op een hofstede en verscheidene partijen land. 12 augustus 1774. 1 katern
- 4003 Denombrement van twee lenen, toebehorende aan jonkheer Ignatius Bernardus Crombeen, fs. Fransois Ignatius, uit Kortrijk, gelegen in Emelgem, gehouden van het Prinselijk Leenhof van Izegem, bestaande uit resp. ca. 3.000 roeden hofstede en land en 2 bunder 416 roeden land (20 februari 1756), met volmacht vanwege de moeder van Crombeen aan Joannes Wallays, baljuw van Lendelede, om genoemd denombrement te doen (20 februari 1756), en uittreksel uit het landboek van Emelgem. 1756. 3 stukken
- 4004 Notarieel afschrift van een ontvangstbewijs van een denombrement (3 oktober 1570) van het leen, genaamd de heerlijkheid [...] op de Mandel, gelegen in Oostrozebeke, Tielt, Kuurne, Heule, Gullegem, Oekene e.a., gehouden van het Kasteel van Kortrijk en toebehorend aan François van Halewijn, ridder, heer van Zwevegem, Passendale enz. 1772. 1 katern
- 4005 Proces-verbaal van de publieke verkoop voor de wethouders van de parochie Aarsele en de heerlijkheid Gruuthuuse van een hofstede op cijnsgrond van het Gentse Sint-Baafskapittel, gelegen onder de heerlijkheid Gruuthuuse in Kanegem, in de wijk van Aarsele-Kapel, en van twee partijen land, samen iets meer dan 1 bunder groot, in Aarsele, toebehorend aan de weduwe (Anne Marie de Backere) en de erfgenamen van Adriaan Poelvoorde. De kopers zijn Augustijn van Sijmaij en Joseph van Overbeke. 1764. 1 katern
- 4008 Voor de wethouders van de heerlijkheid Houstraete in Deerlijk en Vichte verkopen Jan Oste, fs. Eustachius, Ignatius Oste, Joannes de Stoop, echtgenoot van Joannes Threse Oste, Isabelle Marie Vaerman, weduwe van Pieter van [Hildicson], in haar eigen naam, namens haar 3 kinderen en namens Philipe Vaerman, haar broer (uit Brugge), aan Joannes Tarras, fs. Jan, ca. 1.213 roeden land, gebruikt door Anthone de Rijckere en gelegen in Vichte. 15 oktober 1733. 1 katern
- 4009 Brief van Ferdinand Francois Joseph Renauld de Calonne, beneficiair priester van de Sint-Katharinakapel in Heule, Kuurne en Lendelede, aan de bisschop van Doornik. Hij klaagt over de hoge bijdrage die hij te betalen heeft in de kosten van het herstel van de kerktoren van Kuurne en van de bouw van een nieuwe pastorie van Kuurne. Reden van die bijdrage: de kapel bezit een tiend in Kuurne. 19 september 1758. 1 stuk
- 4010 Broeder Franchois vander Meersch, fs. Jooris, handelend in eigen naam en als procurator van de mede-erfgenamen van het sterfhuis van Jooris vander Meersch en Petronelle Roosbeque, verkoopt aan jonkheer Loijs vanden Hecke de oude, de helft van een meers in Aarsele (26 maart 1703). Akte van de procuratie (17 maart 1703). 1703. 2 stukken
- 4011 Rekening van Joannes Baptiste Delcambre, griffier van Aarsele, van zijn beheer van een kapitaal van 600 lb. gr., ten behoeve van de parochie, ontleend op 14 augustus 1736 van Marie Anna de Smet, geestelijke dochter in Gent, om kapitalen terug te betalen aan de personen die niet akkoord gingen met de reductie van de voet van hun renten op de parochie. 1739. 1 katern
- 4013 Openbare verkoop voor de wet van de parochie Aarsele en de heerlijkheid Gruuthuse van een hofstede van ca. 2 gemeten en 3 partijen zaailand, samen ca. 1 bunder groot, alle gelegen in Aarsele. De verkopers zijn de erfgenamen van Marinus van Hulle, wonende in Vinkt, Aarsele en Wontergem. De koper is Joannes Baptiste van Hollebeke, mede-erfgenaam, met bijhorende stukken. 1779. 1 omslag
- 4016 De wethouders van de heerlijkheid Manegem in Meulebeke stellen Francois Dobbele in het bezit van de twee vijfden van de Veldmolen en molenwal met toebehoren in Meulebeke, door hem gekocht van Adrianus Viellevens, pastoor van Ingelmunster, voor notaris Joos vanden Berghe, notaris in Izegem (19 februari 1663). Dezelfde wethouders stellen dezelfde in het bezit van een vijfde deel van de molen, wal en toebehoren en van 4 à 500 roeden land, door hem gekocht van Anthuenis Tuytens, fs. Guillaeme, echtgenoot van Maijken Coucke, fa. Andries, in Oostrozebeke, voor dezelfde notaris (19 februari 1663). 1663. 2 stukken en 1 katern
- 4017 De wethouders van de stad en het markiezaat van Deinze stellen Jan Jochem van Deinze in het bezit van een meers ("coeweede") buiten de stad en het markiezaat buiten de Bruggepoort in het [..], ca. 400 r. groot, door hem gekocht van Jan Baptiste le Mareschal voor notaris Jan Baptiste vanden Broucke te Gent. 12 juli 1685. 1 katern
- 4018 Bekrachtiging door Jan Baptiste van Bourgoigne, tabellioen van de koning voor de stad en roede van Menen, van de akte op 16 augustus 1688 verleden voor notaris Joos vanden Berghe, notaris te Izegem, waarbij Marguerite Angeline vander Beke, fa. Jaques uit Izegem, aan Jaecques Amerlinck, baljuw van Lendelede wonende in Izegem, verscheidene partijen land en renten verkocht. 1688. 1 charter
- 4020 Publieke verkoop voor de wethouders van de heerlijkheid Vlaecht in Ruiselede: Pieter de Joncheere uit Tielt als curator van het sterfhuis van Pieter vande Wynckele en als procurator van de erfgenamen van Janneken van Rammelaere, echtgenote van genoemde Pieter vande Wynckele, verkoopt aan jonkvrouw Marie van Brabandt, fa. Maryns, jonge dochter uit Tielt, een partij land met een kleine meers, genaamd [den Britsaert], 448 r. groot, gelegen in Kanegem en een hofstede met fruitbomen, 80 à 90 r. groot, gelegen in Kanegem. 30 juli 1675. 1 katern
- 4024 Voor schepenen van het Vrije verkopen Colaert van Uutkerke fs. Colaert en Pieter Janssuene Baudeloot, als voogden van Colaert van Uutkerke, fs. Christoffels, echtgenoot van Maijken Ramon, fa. Jan, aan Henric Hancemandt, heer van Marke, poorter van Brugge, 22 gemeten land met een hofstede erop, gelegen in het ambacht en de parochie Gistel. [1585 of kort erna]. 1 charter
- 4025 De wethouders van de stad en het markiezaat van Deinze stellen Pieter Herman le Marischal in het bezit van een meers ("coeweede"), gelegen buiten de stad, ca. 400 r. groot, gelegen in "ten Basche". Die weide was publiek verkocht geworden door Jan Damman en Adriaan Crommelynck, voogden van de wezen van wijlen Adriaen Crommelynck. 22 april 1677. 1 stuk
- 4026 De schepenen van de stad en het markiezaat van Deinze stellen Jan Baptiste le Mareschal in het bezit van een weide ("coeweede") gelegen buiten de Bruggepoorte van de stad in "ten Basche", ca. 400 r. groot. De schepenen van het Gentse Gedele en de paysierders van Gent hadden deze grond wegens schulden waarmee het sterfhuis belast was, op verzoek van Marie Anne Baele, weduwe van Pieter Herman le Mareschal, publiek verkocht. Koper: Jan Baptist le Mareschal, oom paterneel van de 2 minderjarige kinderen van Pieter Herman le Mareschal. 6 juli 1682. 1 katern
- 4028 Voor de wethouders van de stad en het markiezaat Deinze erkent Adriaan vander Meulen ontvangen te hebben van Norbertus, Hubertus en Joannes vande Kiere de som van 48 lb. gr. Hij zal een rente betalen en bezet die rente op twee huizen in Deinze (Petegem) bij "der Cnocke". 25 maart 1711. 1 katern
- 4031 Voor de wethouders van de stad en het markiezaat van Deinze erkent Guillaeme d'Haenens, inwoner van Deinze, ontvangen te hebben 36 lb. gr. van Pieter vander Meere. Hij zal hem een losrente van 1 lb. 12 s. gr. betalen. Deze rente wordt bezet op een huis en erf bij het stadhuis van Deinze. 12 juli 1662. 1 stuk
- 4032 Voor de wethouders van de heerlijkheden Oudewalle, Proost, Hecke, Groot en Cleen Huijsse in Dentergem, ook fungerend als wethouders van het kapittel van Doornik in Dentergem en van de heerlijkheid Dentergem, verkoopt Joos de Muelenaere, fs. Jan, officier van de heerlijkheid Oudewalle, als procurator van de tweede weduwe van Jacobus Parasys (nl. Janneken vander Straeten) en van de wezen van dezelfde Parasys, gesproten uit zijn huwelijk met zijn eerste vrouw (nl. Jaecquemyntje Cnudde, fa. Fransois), aan Guillaeme van Zantvoorde, raadspensionaris van Tielt, een hofstede en verscheidene partijen grond. 8 juli 1699. 1 katern
- 4034 Eigentijds afschrift van een pachtcontract. Jonkheer Jan Baptiste Keinjaert, heer van Dentergem, verpacht aan Jan de Clerck, fs. Jaspaert, een behuisde hofstede met 50 gemeten land, zijnde een leen in Sint-Andries. Huidige pachter, tot Sint- Baafsmis, zijn de erfgenamen van Garaert (sic) Dhuijsburgh. 9 april 1736. 1 stuk
- 4115 Rekening van ontvanger Joseph Ameije voor het afbreken van de Leiepoort 1782-783. 1 stuk en 1 lias
- 4116 Rekening van Joseph Ameije van de verkoop van 1.312 olmen die stonden langs de Brugse steenweg en publiek verkocht werden. 1782. 1 katern, 1 stuk en 1 lias
- 4136 Rekening van Ignatius Baeckelandt van de generale ontvangsten van de stadsrechten. 1754-1755. 1 katern en 1 omslag
- 4152 Schuldbekentenis vanwege de Kortrijkse schepenen voor een bedrag van 3.400 gulden geleend van de heer van Werp, gouverneur en hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk (27 april 1584). De heer van Werp draagt dit bedrag over aan Jehan de Clercq zoon van Piere, van wie hij het leen en de hofstede ten Akkere gekocht heeft (7 november 1587). 1584-1587. 1 stuk
- 4156 De wethouders van de heerlijkheid Wijkhuize stellen Pieter Boutten, fs. Pieters in het bezit van een herberg en de brouwerij met bijhorend erf, genaamd "de Dubbele Arend" op het dorpsplein van Hooglede onder Wijkhuize. Dit goed was publiek verkocht geworden door de erfgenamen Embo. 6 mei 1726. 1 katern
- 4160 Huwelijkscontract voor de Brugse notaris Bernaerd vander Hofstadt tussen enerzijds Augustijn Baugnier, fs. Philippus en Angela Monné (fa. Joannes), geboren in Péruwelz (Henegouwen) en wonende in Moerkerke, weduwnaar van Marie Therese Coulombier, en anderzijds Pieternelle Joije, fa. Joseph en Marie Houveleijn, geboren in Moorslede en wonende in Brugge. 6 januari 1781. 1 katern
- 4162 "Keus van vierentwintig bequaeme persoonen te doen door de inwoonders van Cortryck, verdeeld in acht cantons, soo sy syn voor het genoodschap der vrywillige om met het magistraet te deliberen op den voorstel van wegen de Staeten gedaen, of men soude toestaen of weygeren den stilstand van wapenen. Dese persoonen te kiesen by meerderheyd van stemmen door ider huysgezin, twee uyt synen canton en eenen uyt geheel de stad, wordende de capitainen en lieutenanten der cantons gecommitteert om dese stemmen op te nemen, volgens besluyt van schepenen van hedent 12 octobre 1790". 1790. 1 omslag
- 4165 Akte waarbij Gilbertus de Choyseul du Plessy, bisschop van Doornik, de twee porties van de Sint‑Maartensparochie verenigt. Petrus van Eesbeque, pastoor van de noordelijke portie, wordt als enige pastoor aangeduid. Zijn collega van de zuidelijke portie, Joannes vander Meulen was overleden. 7 september 1668. 1 charter
- 4171 Rekwest van de nering van Sint‑Niklaas (meerseniers en schaalgewicht) aan het stadsbestuur om geen verlenging van de vrije jaarmarkten toe te staan en voorstellen van de stokhouder en de geëede prijzers aan het stadsbestuur om een einde te maken aan de grieven van de nering van Sint‑Niklaas over de directie van de openbare verkopen in de halle. 1779. 2 stukken
- 4174 De Kortrijkse wethouders vragen aan de regering de toelating om aan Louis du Moulin uit Doornik, die zich als verver in Kortrijk kwam vestigen, 20 lb. gr. per jaar gedurende zes jaar te mogen betalen. De Kortrijkse wevers van tafellakens en servetten, die zich sinds vele jaren ook toeleggen op het vervaardigen van damasten in verscheidene kleuren, zagen zich genoodzaakt hun producten in Brugge of Doornik te laten verven omdat er in Kortrijk geen ververs waren. 24 januari 1754. 1 katern
- 4178 De hoogbaljuw en schepenen van Kortrijk geven de toelating aan Jan Tsoen, Gillis de Cueninck en Loonis de Bruune, voogden van de wezen van Fierkin Tsoen, fs. Gilles en Michiel de Brune, om 400 roeden meers in Harelbeke onder de Spijker te mogen verkopen. Zij geven ook de toelating aan baljuw en schepenen van de Spijker van Harelbeke deze verkoop te doen op voorwaarde dat hij publiek geschiedt. 6 februari 1562. 1 charter
- 4179 Baljuw en schepenen van Grammene vragen aan baljuw, schepenen en weesheren van Kortrijk de toelating om zeker goed, toebehorende aan Griet Oste "noch weese zynde ende wel LX jaeren out", te mogen verkopen aan de dis van Grammene. Zij beloven dat de vrouw haar leven lang door de dis onderhouden zal worden en na haar overlijden op diskosten begraven zal worden. 1531. 1 charter
- 4181 Hoogbaljuw en schepenen van Kortrijk geven aan de baljuw en schepenen van de heerlijkheid Catulle of andere wethouders de toelating om de wees Pieter Bonte, fs. Loys, in Aalbeke te onterven van een behuisde hofstede van ca. 600 roeden, hem nagelaten door zijn vader en moeder, gelegen in Aalbeke. Zijn voogden, Gillis Bonte en Caerle Bonte, hadden dit goed verkocht. 13 april 1564. 1 charter
- 4202 Hoogbaljuw en schepenen van Kortrijk geven aan de baljuw en schepenen van Steurenambacht en van Pieter van Duufhuuse of van andere wethouders de toelating Rouge Simoen fs. Pieters te onterven van 300 roeden land met een achtste deel van een hofstede, hem nagelaten bij de dood van zijn moeder en nog van 20 of 22 roeden lands (waarvan 4 roeden in een hofstede), hun nagelaten door Berreken, zijn halfbroer. Deze goederen werden door zijn voogden, Pieter Simoen en Joos Wybalie, verkocht. 8 november 1565. 1 charter
- 4213 Voor Nicolas Haynin en Jean Dubois, beiden notarissen in de stad en het baljuwschap van Beauvais, verkopen Lucian Danger, koopman in Saint-Quentin bij Beauvais en Marie Danger, weduwe van Claude Hacot, tijdens zijn leven koopman in Beauvais, met de toestemming van Marguerite Hanyn, weduwe van Lucian Danger, tijdens zijn leven koopman-drapier in Saint-Quentin, aan Jean Pardon, bakker in Beauvais en Anne Daniel, zijn vrouw, een winkel en bijgebouwen in Beauvais in de Rue des jacobins. 17 augustus 1661. 1 charter
- 4214 Lodewijk, koning van Frankrijk en Navarra, bekrachtigt de akte, verleden voor notaris Wilbrorque in Saint‑Lucien, waarbij Marie Anne Magnier, weduwe van Charles Postel, molenaarster op de molen van Saint‑Quentin bij Beauvais, van Nicolas Bachelet, tapissier, en Agnes Renault, zijn vrouw, verblijvend in Beauvais, ca. 9 kwartieren land gelegen "au terroir de Miauroy", genaamd "la belle Croix", koopt. 15 maart 1773. 1 charter
- 4215 Memorandum, gericht aan de wethouders van de heerlijkheid van Broucke in Anzegem, Bavikhove en elders, de leenmannen van Schaeghen en de leenmannen van Ten Aerde in Bavikhove, van de deurwaarder van de Raad van Vlaanderen over de inbeslagneming wegens schulden t.o.v. Jacquelijne vander Kindert, weduwe van Guillaeme Beert uit Kortrijk, van de hofstede ter Triest in Bavikhove, toebehorende aan Guillaeme van Lansberghe, fs. Fransois. 18 mei 1706. 1 katern
- 4223 "Keus van 24 bequaeme persoonen te doen door de inwoonders van Cortryck verdeelt in 8 cantons, soo sy syn voor het genootschap der vriwillige om met het magistraet te delibreren op den voorstel van wegen de Staeten gedaen of men soude toestaen of weigeren den stilstant van wapenen. Dese persoonen te kiesen by meerderheyt van stemmen door ider huysgesin, twee uyt synen canton ende eenen uyt geheel de stadt, wordende de capiteijnen en lieutenanten der cantons gecommiteert om dese stemmen op te nemen volgens besluyt van schepenen van heden 12 octobre 1790". 1790. 1 omslag
- 4249 De prins van Steenhuise beveelt zijn ontvangers van Tielt‑ten‑Hove en Aarsele voor de afgelopen zes oorlogsjaren slechts de helft van de heerlijke renten te innen (Kortrijk, 19 september 1698). De prins van Steenhuise beveelt de wetsvernieuwing van Aarsele (Kortrijk, 19 september 1698). 1698. 1 stuk
- 4396 Scheepsrechten geheven door de vrije schippers van Gent. Minnelijke schikking door de Geheime Raad na verzet daartegen van verscheidene Zuidnederlandse steden. Druksel (29 juli 1611); Klacht van de wethouders, de graanhandelaars en schippers van Douai (1ste helft 17de eeuw); Afschrift van de akte van koning Filips van 17 oktober 1657 waarin de schippers die vanuit Gent de Leie opvaren, verboden wordt last te breken. [1611-1657]. 1 omslag
- 4416 Vonnis van de Raad van Vlaanderen in het geschil tussen Anastaise de Plouich, weduwe van wijlen Hector de Costere, heer van Deerlijk, samen met Hector, Agnes en Magdalaine de Costere, haar kinderen, eisers en Charles de Hertoghe, heer van Paddeschoot, verweerder. Voorwerp: bezit van de heerlijkheid Bellegem. 1621. 1 charter
- 4417 Notaris Johannes Caen bekrachtigt het akkoord gesloten tussen de Kortrijkse wethouders en Jehan le Conte uit Rijsel, "sayeteur, satinier, ouvrier de tripes de velours". Laatstgenoemde zal zich voor minstens 8 jaar in Kortrijk vestigen met enkele gezinnen "et faire son dit mestier et stil de sayelterie, ostades, demy ostades et tripes de velours". 1528. 1 charter
- 4418 Voor de schepenen van Rijsel stellen Micquiel Barbieur, satinier in Kortrijk, Loys Barbieur, broer van Micquiel en Jacques Six, beiden uit Rijsel, zich borg voor de eventuele terugbetaling van de 12 lb. gr., die Micquiel van de stad Kortrijk ontving, bij niet- naleving van zijn akkoord met genoemde stad. In dit akkoord was overeengekomen dat Micquiel Barbieur zich als satijnwever in Kortrijk zou vestigen voor minstens 8 jaar. Hij zou hiervoor o.m. een bedrag van 36 lb. gr. krijgen. De eerste 12 lb. gr. zouden contant uitgekeerd worden. De borgstelling betreft die eerste 12 lb. gr. Charter 13 november 1528. 1 charter
- 4439 Brief (klad) van de burgemeester en schepenen van Kortrijk aan de Dreux-Louis Dugué de Bagnols, intendant van Vlaanderen, waarbij ze vragen dat de 3000 wagens kolen die Pierre Hennebreise, koopman in Rijsel, volgens zijn overeenkomst met de Kortrijkse wethouders, aan de Kortrijkse "corps de gardes" tijdens het winterseizoen zal leveren, vrij zouden zijn van alle belastingen. [einde 17de‑begin 18de eeuw]. 1 stuk
- 4442 Stichting van een beneficie "in ecclesia majori" (sic) van Kortrijk krachtens het testament van Pierre Fignet, alias Pedro Castellana uit Lichtervelde, opgemaakt in El Puerto de Santa Maria, Spanje op 25 februari 1679. Overeenkomst terzake tussen de Sint‑Maartens en de O.‑L.‑Vrouwekerk. 1709‑1710. 1 omslag
- 4443 Ingevolge een klacht vanwege deken en kapittel van de Kortrijkse Lievevrouwekerk, waar een broederschap van de zielen in het vagevuur bestaat, verbieden de vicarissen-generaal van het bisdom Doornik de oprichting van een gelijkaardig broederschap in de Sint‑Maartenskerk. 19 februari 1715. 1 katern
- 4444 - Joseph van Susteren, bisschop van Brugge, beveelt Ivo Benedictus Bouckaert, pastoor van Staden, aan als pastoor van Sint‑Maartens in Kortrijk (Brugge, 10 februari 1725). - Joannes Ernestus, bisschop van Doornik, verklaart het pastoorschap van Sint‑Maartens in Kortrijk vacant na het overlijden van deken Jacqes de la Haye (Doornik, 27 februari 1725). 1725. 2 stukken
- 4456 Akte van de Kortrijkse notaris Johannes Caen waarin de overeenkomst tussen de wethouders van Kortrijk en Nicolas Maes, zoon van Joosse, "taincturier de sayes, ostades et demy ostades" uit Rijsel. Nicolaes Maes belooft hierin zich gedurende minstens 8 jaar in Kortrijk te vestigen en er zijn beroep uit te oefenen. 1528. 1 charter
- 4457 Lastenkohieren e.a. stukken betreffende openbare werken voor de stad. 1599‑ca. 1604. 1 katern met losse stukken
- 4479 Aantekenboek van militaire logementen. "IIIIe quoyer ofte lijste van de IXen lijaetse. Logementen van de wyck van Ste Maertens, beghinnende an de drie Conijnghen op de Maerct ende eyndende in het Syoen straettien, ghevisiteert bij jonckheer Bouduijn Tayaert den Xen ende XI december 1653". 1653. 1 katern
- 4486 Afschaffing van de functie van "gouverneur major commandant et adjudant de la ville de Courtray en van tout etat major sous quelque denomination ou emploij que ce pouroit etre" in ruil van een bedrag van 150.000 gulden door de stad en kasselrij aan de schatkist te betalen. Afschaffing van het visrecht in de stadsgrachten in ruil voor een eeuwige rente van 10 guldens per jaar door de stad aan de domeinen van West‑Vlaanderen te betalen en mits afstand gedaan wordt aan de vorst van het gras van de binnenste versterkingen. 1749. 1 lias
- 4635 Rekening van Franciscus de Brabandere als ontvanger van Kortrijk-buiten van een pointing en ommestelling op 21 januari 1743, ter betaling van 2.000 transporten voor een jaar gewone subsidie van 1 november 1742 tot 1743, voor een bedrag van 16.800 lb. par., en ter betaling van diverse lasten. [1742-1743]. 1 omslag
- 4770 Kohier van "restanten getrocken ut drye pointing boucken, respectivelick ommegestelt binnen de prochie van Sweveseele, van de binnecosten van den jaere beginnende St. Jansmisse 1689 eijnd ende 1690, ten advenante van XVIII s. gr. utten bundere, van de vier hondert transporten van den 21 maerte 1691, courtresse fouraegie als andersints, gepoint in advenante van XXI s. gr. utten bundere ende den contributie bouck van den 21 novembre 1691, in advenante van twee pont gr. ijder bunder, danof ontfangers is geweest Jacob de Conijnck, danof den heere bailliu van tselve Sweveseele gebeden wort executie te dresseren tot laste van de naervolghende persoonen tot verhael van de sommen daer bij geroert". 1689-1691. 1 katern
- 4794 "Keus van vierentwintig bequaems persoonen te doen door de inwoonders van Cortryck, verdeelt in agt cantons, zoo zy zyn voor het genoodschap der vrywillige om met het magistraet tedelibereren op het voorstel van wegen de staeten gedaen of men zoude toestaen of weigeren den stilstand van waepenen,deze persoonen te kiezen bij meerderheyd van stemmen door ider huysgesin, twee uyt zynen canton ende eenen uijt geheel de stad, wordende de capyteinen ende lieutenanten der cantons gecomitteerd om deze stemmen op te nemen volgens besluyt van schepenen van heden twalfsten octobre 1700 negentig". 1790. 1 omslag
- 4801 Stukken betreffende het sterfhuis van Karel Filips de Rodoan, bisschop van Brugge, overleden in Ename op 7 juli 1616: - Testament, 1614. - Rekening van Jan Monroy, huiskapelaan van de bisschop van Brugge, ca. 1614‑1616. - Sterfhuisrekening door Jan Monroy gepresenteerd aan de erfgenamen. - Sterfhuisrekening door Jan Monroy, kanunnik van Sint-Donaas. - Rekening van "Joannes Morotii", in naam van de testamentuitvoerders, gepresenteerd aan de deken en het kapittel van Sint-Donaas. [1614-1616]. 1 lias met 5 katernen
- 4849 Rekening door Maximiliaen Segers, luitenant‑hoogbaljuw van de stad en kasselrij, met bijhorende stukken, van het sterfhuis van Joanne Catharine van Hoorebeke (dochter van Jooris en van Marie‑Anne Sterck), overleden te Kortrijk op 16 september 1762. De erfgenaam, P.M. vander Schelden, causa matris, wil zich geen erfgenaam "fonderen". 1762-1768. 1 omslag
Vaste URL: https://search.arch.be/ead/BE-A0516_109095_107868_DUT
Bookmark url: https://search.arch.be/ead/BE-A0516_109095_107868_DUT