---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : E:Parochiale instellingen, m.i.v. Heilige-Geesttafel en kerkfabriek
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : 13de eeuw - heden
Het kerkgebouw van Gavere wordt voor het eerst expliciet vermeld in 1407, toen Antonis Bette van kerkmeesters Janne Den Wagheneere en Pieter Den Beere in samenspraak met de goede lieden van de parochie de opdracht kreeg om twee klokken te hergieten. Het patronaat behoorde dan reeds toe aan de abt van de abdij van Saint-Aubert te Kamerijk (Cambrai), in het huidige Frankrijk. Kerk en parochie waren van oudsher toegewijd aan de heilige Amandus, maar over de vroegste geschiedenis is slechts weinig geweten.
De parochie behoorde tot 1559 tot het bisdom Kamerijk, het aartsdiaconaat Brussel en de dekenij Aalst. Vanaf 1559 werd dit het bisdom Mechelen en de dekenij Oudenaarde. In 1801 werd dit het bisdom Gent, meer bepaald de dekenij Zottegem en de parochie Oosterzele, vanaf 1920 gewijzigd naar de dekenij Oosterzele.
Net als in enkele andere kerkgemeenschappen uit de regio, beschouwde men het Gaverse kerkgebouw op het einde van de 18de eeuw als ontoereikend. Aan de vooravond van de Franse Revolutie, meer bepaald in 1789, werd het oorspronkelijke kerkje dan ook volledig herbouwd, met uitzondering van het koor in Doornikse steen. Dit koor onderging wel enkele wijzigingen, zoals de toevoeging van twee vensters in 1850. De sacristie vertoont bovendien nog sporen van een 13de-eeuwse driepuntboog.
De nieuwe driebeukige kerk betekende een groot verschil met het vroegere kleine kerkje, dat vooral tijdens de 17de eeuw grote herstelwerken nodig had. Anno 1627 was het schip aan de zuidzijde immers nog met stro gedekt en aan de noordzijde met schaliën. Datzelfde jaar wachtten bovendien het Onze-Lieve-Vrouwkoor en het koor van het Heilig Kruis op dringende herstellingen. Beide situaties werden verholpen, zodat in 1629 de volledige kerk met schaliën bedekt was en de koren in goede staat waren hersteld. De vensters eisten de aandacht van vaklui op in 1681, vloer en daken werden in 1711 aangepakt. Met uitzondering van 1728 werd tijdens de 18de eeuw dan ook telkens gemeld dat de kerk zich in behoorlijke staat bevond.
De Gaverse kerk kende tijdens het ancien régime drie altaren. Het hoofdaltaar was gewijd aan de patroonheilige van de kerk, terwijl beide zijaltaren respectievelijk toegewijd waren aan de heilige Catharina en aan Onze-Lieve-Vrouw. Een afbeelding van deze laatste komt, naast die van Sint Amandus, voor op de predikstoel die in 1768 werd geplaatst. Meldingen van aanwezige relikwieën zijn voor de 17de en de eerste helft van de 18de eeuw niet voorhanden. Pas in het derde kwart van de 18de eeuw worden vier relikwieën genoemd, meer bepaald van patroonheilige Sint Amandus, Sint Catharina, Sint Joannes Nepomucenus en Sint Antonius.
De beide klokken die in 1407 voor de kerk werden hergoten, kregen in 1702 een zelfde behandeling door Paschier Melliaerts, die er tevens een klok aan toevoegde. De drie exemplaren ondergingen een nieuwe hergieting in 1791 door Simon en Foissy, waarna één exemplaar door de Fransen in stukken werd geslagen voor muntslag. De resterende twee, waarvan er één toegewijd was aan de Heilige Drievuldigheid en één aan Sint Amandus, werden in 1851 terug vergezeld door een derde klok, toegewijd aan de heilige Maria.
Tijdens het ancien régime had Gavere meestal zijn eigen pastoor. Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw is er zelfs sprake van een onderpastoor. Een pastorie in strikte zin was er tijdens de 17de, en ogenschijnlijk ook tijdens de 18de eeuw niet aanwezig. De verblijfplaats van de pastoor en zijn eventuele onderpastoor is tot nu toe onbekend.
Archief van de Sint-Amandusparochie te Gavere. De ongelukkige staat van het kerkgebouw en het ontbreken van een pastorie doorheen het grootste gedeelte van het ancien régime, is er vermoedelijk de oorzaak van dat relatief weinig kerkarchief van Gavere bewaard bleef. Tijdens de 20ste eeuw kon men slechts enkele ancien-régimestukken in de pastorie aantreffen .
Het valt te veronderstellen dat de voornaamste stukken hetzij in de kerk, hetzij in de onbekende verblijfplaats van de pastoor of bij parochiale medewerkers werden bewaard. Een aantal van de documenten in deze inventaris is dan ook via particuliere handen per toeval in het Belgische Rijksarchief terechtgekomen. Alle stukken in deze inventaris bevonden zich tot voor kort in het conglomeraatbestand Land van Gavere. De oorsprong van dit bestand bevindt zich in twee neerleggingen met bijhorende plaatsingslijsten, respectievelijk uit 1837 en 1846 . Een herinventarisatie volgde ca. 1900, wat resulteerde in een eerder chaotische, Franstalige toegang tot het geheel. Deze kende vervolgens heel wat schrappingen en supplementen, en tenslotte werd hij ca. 1988 vertaald door Serge Renson, een versie die tot 2009 geldig was .
Uit de combinatie van bovenstaande toegangen blijkt dat het bestand in de loop van de 19de en de 20ste eeuw met een groot aantal stukken werd uitgebreid tot het een vreemdsoortig conglomeraat vormde. Enkele Gaverse kerkstukken waren reeds in de neerlegging van 1837 aanwezig, afkomstig van de heer Varenbergh als neef van de laatste griffier van het Land van Gavere. Het betreft de oude nummers 342, 577 en 578.
Alle andere documenten binnen dit parochiale archief waren het voorwerp van neerleggingen of mutaties tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw. De Varia-verzameling van het Gentse Rijksarchief, een kunstmatige verzameling uit de 19de eeuw, bevatte oorspronkelijk het oude nummer 621 waarvan de eigenlijke herkomst niet achterhaald kon worden. Oude nummers 628-630, 634-636 en 638 zijn afkomstig van het gemeentebestuur van Gavere, dat de stukken in 1958 overdroeg . Nummer 641, misschien niet toevallig een stuk van de pastoor en niet van de kerk, is dan weer via het gemeentebestuur van Eke in het Rijksarchief terechtgekomen.
De parochieregisters van Gavere werden overgebracht naar het Rijksarchief te Beveren, waar ze op microfilm raadpleegbaar zijn. Het gaat om registers van dopen, huwelijken en begrafenissen voor de periode 1626-1797.
DE BROUWER J., Bijdrage tot de geschiedenis van de kerkelijke instellingen en het godsdienstig leven in het Land van Aalst tussen 1621 en 1796, Dendermonde, 1975, 4 dln. DE SMET A. en TIMMERMANS R., Gavere, in Jaarboek van de Zottegemse Culturele Kring 1963-1964, 1966, 15, p. 116-124. Gavere, in DE POTTER F. en BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. Eerste reeks: Arrondissement Gent, Gent, 1864-1870. VAN TWEMBEKE J., De kerkelijke organisatie in het Land van Aalst, in Land van Aalst, 1959, XI, 5, p. 238-248.
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_115406_DUT