---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : E:Parochiale instellingen, m.i.v. Heilige-Geesttafel en kerkfabriek
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : Eind 11de eeuw - heden
»Bisdom Doornik, aartsdiaconaat en decanaat Gent (tot 1561). Bisdom Gent, aartspriesterschap Gent (1561), ==> aartspriesterschap Gent, parochie Sint-Baafs Gent (1803), later weer zelfstandige parochie« Oorspronkelijk behoorde het ganse Gentse gebied binnen de Leiebocht, waaronder ook de latere Sint-Niklaasparochie, tot de Sint-Pietersparochie. Als parochiekerk diende de abdijkerk van Sint-Pieters en later de aanpalende Onze-Lieve-Vrouwkerk. Dat veranderde toen in 942 de Sint-Janskerk* als eerste kerk van dit gebied werd ingewijd. De snel groeiende handelsbedrijvigheid in de Gentse portus aan de Leie leidde op het einde van de 11de en/of het begin van de 12de eeuw tot de oprichting van nieuwe stadskerken. In deze periode moet ook de oprichting van de eerste Sint-Niklaaskerk gesitueerd worden. De eerste expliciete vermelding dateert van 1120, toen ze door brand vernield werd. In die beginperiode had de kerk nog de rang van "kapel", afhankelijk van de moederkerk (Onze-Lieve-Vrouw) en/of van de Sint-Janskerk. Vermoedelijk al vóór 1140 werd de Sint-Niklaaskerk de zetel van een zelfstandige stadsparochie in het patronaatsgebied van de Sint-Pietersabdij. Van de eerste romaanse Sint-Niklaaskerk uit de 12de eeuw zijn onder de huidige kerk funderingsresten terugggevonden. Vanaf het begin van de 13de eeuw begon men met de bouw van een nieuwe groots opgevatte gotische kerk, opgetrokken in Doornikse kalksteen, een typisch voorbeeld van Scheldegotiek. Het duurde tot omstreeks 1430 en gespreid over drie grote bouwcampagnes vooraleer de kerk enigszins voltooid was. Vrij vlug bleek de gedurfde bouwwijze en te ondiepe funderingen voor stabiliteitsproblemen te zorgen, die tot in de 20e eeuw zouden voortduren. Vooral de toren zou eeuwenlang voor problemen zorgen. Vanaf het begin van de 16de eeuw onderging de Sint-Niklaaskerk regelmatig herstellingen, restauraties en verbouwingen. Telkens kwam de slechte toestand van het kerkgebouw tot uiting. De vernieling van het gotische interieur en de inboedel van de kerk bij de beeldenstormen van 1566 en 1578 was compleet. Het calvinistisch bewind van Gent maakte van de kerk een stal (1578). Het plan van de stadsmagistraat om de kerk te slopen (1579) werd evenwel niet uitgevoerd. Na de herovering van Gent door Farnese (1584) werd de kerk opnieuw gewijd en in gebruik genomen. Vanaf het einde van 16de eeuw was men bijna constant bezig met herstellingen, verbouwingen en aanpassingen aan nieuwe bouwstijlen. Onder het pastoraat van Rogier Nottingham (1656-1691) kreeg de kerk een nieuw barok meubilair. Tijdens een hevige storm (1673) scheurde de torenspits, die grotendeels naar beneden stortte. De spitse torenbekapping werd nadien vervangen door een veel lagere stompe bedaking, zoals dat nu nog altijd het geval is. Aan een voorstel van hogerhand om aan de Sint-Niklaaskerk een andere bestemming te geven werd geen gevolg gegeven (1778). Het Franse bewind sloot de kerk (1798), maar al begin 1800 werd ze opnieuw voor de eredienst geopend. Maar de verloedering van het kerkgebouw werd in de loop van de 19de eeuw steeds erger. Vanaf het midden van de 19de eeuw begon men zich zorgen te maken over de toestand van het gebouw; getuigen hiervan de talrijke studies, rapporten, vergaderingen en voorstellen tot restauratie. Behalve werken tot instandhouding en herstellingen gebeurde er de hele 19de eeuw niets wezenlijks. De eigenlijke restauratiewerken, nl. van de westgevel, begonnen in 1912. De oorlog legde in 1914 de werken stil. De in 1912 begonnen restauratie werd pas in 1938 hervat en in 1946 voltooid. Dan volgde er weer een tijd van studie en overleg, waarbij ook een grondig archeologisch onderzoek hoorde. Vanaf 1960 werden de restauratiewerken opnieuw aangevat, die tot heden (2000) nog steeds niet zijn beëindigd. >< De toren van de Sint-Niklaaskerk vervulde tot 1443 de functie van stadswachttoren en was dus bemand met stadstorenwachters, voordat het huidige Belfort die functie kreeg. De Sint-Niklaaskerk verschafte onderdak aan een twintigtal kapellen en hun kapelanieën. Vele ervan waren de kapellen van ambachten en neringen. De kerk was ook de zetel van een vijftiental broederschappen en gilden. De kerk en andere parochiale instellingen puurden veel inkomsten uit landcijnzen en renten in Gent en omgeving. Tot 1590 was de Sint-Niklaasparochie verdeeld in twee "porties" met elk een pastoor. In 1681 telde de parochie (Sint-Veerle inbegrepen) ten minste 4120 inwoners, midden 18de eeuw ± 3350 inwoners. Nadat al in 1585 een eerste besluit daartoe genomen was, dat nadien herroepen werd, werd het Sint-Veerlekapittel* in 1614 "definitief" naar de Sint-Niklaaskerk overgebracht. In 1783 werd de unie met de Sint-Niklaaskerk opgeheven en kreeg het kapittel weer een eigen collegiale kerk, nl. de kerk van de (ex-) jezuïeten in de Volderstraat. In 1614 werd ook de Sint-Veerleparochie bij de Sint-Niklaasparochie gevoegd.
Archief van de Sint-Niklaasparochie te Gent. Een belangrijk deel van het archief van de Sint-Niklaaskerk berustte tot 1955 in de kerk zelf, in de "bovenkamer" van de sacristie. Het werd er door E. Coppieters-Stochove in 1902 geïnventariseerd. De bouwvallige staat van de kerk en de nakende restauratie noopten in 1955 tot een dringende verhuizing. Via het Bisdom Gent werd het archief in RG in bewaring gegeven (Aanwinstnr. 1955/11). Door de overhaaste en weinig zorgvuldige overbrenging ging veel van de oorspronkelijke ordening verloren; bepaalde bescheiden werden zelfs helemaal niet meer teruggevonden. Dr. M. Gysseling identificeerde en her-inventariseerde ca. 1960 een deel ervan, dat van dan af gekend was als het SN-bestand. Het "moderne" kerkarchief werd in een apart bestand ondergebracht en geïnventariseerd. De parochieregisters (eind 18de-begin 19de eeuw) werden bij de verzameling parochieregisters gevoegd en in 1991 naar RBn overgebracht. Het overige bleef tot heden quasi ongeordend. Er zijn evenwel plannen om ook dit ongeordende deel in het geheel van het Sint-Niklaasarchief te integreren. Eveneens in 1955 en in het kader van de grote ruiloperatie met het Stadsarchief van Gent kwam een ander deel van het archief van de Sint-Niklaaskerk in RG terecht (Aanwinstnr. 1955/14), als onderdeel van wat nadien het S-bestand werd. De belangrijke maar niet geïnventariseerde charterverzameling van de Sint-Niklaaskerk is zowel uit de kerk als uit het Stadsarchief afkomstig. In 1969 werden anoniem een aantal ontbrekende bescheiden uit de serie SN overgemaakt (Aanwinstnr. 1969/6). SN 195 en 196bis zijn een schenking uit 1970 van de pastoor van de Sint-Niklaaskerk (Aanwinstnr. 1970/1). Het fonds van de Sint-Niklaaskerk (en elk van zijn deelbestanden) bevat zowel eigenlijk kerkarchief als archief van de Heilige-Geesttafel en van broederschappen en gilden. Bovendien is het vermengd met archief van het Sint-Veerlekapittel en van aanhorigheden van het kapittel.
Stadsarchief Gent, Parochieregisters, Sint-Niklaas: dopen, 1584-1796; huwelijken, 1590-1796; overlijdens, 1675-1796. - RBn., Parochieregisters Sint-Niklaaskerk Gent: dopen, 1793-1801; huwelijken, 1793-1832; begrafenissen, 1791-1798
DE SMIDT F., De Sint-Niklaaskerk te Gent. Archeologische studie (Verhandelingen van de K.V.A.W.L.S.K.B., Klasse der Schone Kunsten, XXXI, 23), Brussel, 1969. - DE CLERCQ G., De kerkelijke instellingen te Gent in verband met de oudste stedelijke geschiedenis, in: Nederlandsche Historiebladen, 1939, 2, p. 117-135. - De Sint-Niklaaskerk te Gent. Geschiedenis - Iconografie - Kerkschat - Restauratie, Gent, 1979. - DE POTTER F., Gent van den oudsten tijd tot heden. Geschiedkundige beschrijving der stad, 3, Gent, [ca. 1890], p. 163-243. - MAES D., Het Gents kerkepad. Sint-Niklaaskerk - Korenmarkt, in: Ghendtsche Tydinghen, 1997, 26, 1, p. 2-16. - VAN WERVEKE H., De Gentse Sint-Niklaasparochie in 1681. Demografisch-historische studie, in: HMGOG (NR), 1955, 9, p. 17-47
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_108087_DUT