---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : Schuttersgilden
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : Begin 18de eeuw - 1805
De schuttersgilde als instelling in het algemeen werd tot nu toe slechts weinig bestudeerd . De oorsprong, met in het bijzonder oprichtingsdata van schuttersgilden is vaak onbekend . Hand- en kruisboogschutters (respectievelijk met patroonheilige Sint-Sebastiaan en Sint-Joris) kwamen reeds voor in de 12de eeuw, hoewel hoofdzakelijk in steden. Daar vonden ze hun wortels in zowel het militaire milieu als het gildewezen. Gelijkaardige plattelandsorganisaties ontstonden later, eerder naar (het begin van) de vroegmoderne tijd toe. De Gaverse Sint-Sebastiaangilde kende zijn ontstaan pas bij aanvang van de 18de eeuw . Hoewel dergelijke instellingen door het besluit van 9 floréal jaar IV (28 april 1796) door de Fransen werden ontbonden, zetten ze in de praktijk hun activiteiten vaak verder als zogenaamde sociëteit, verstoken van enige religieuze benaming - wat ook in deze casus het geval moet geweest zijn. De laatste gekende Gaverse prijsschieting vond immers plaats op 20 oktober 1805, waarna er geen enkel spoor van de organisatie meer werd teruggevonden. Instellingen zoals deze werden altijd bemand door een drietal types van functies, telkens met hun bijhorende taakgebieden: personen met het militaire aspect als hoofdtaak (wat minder van toepassing is bij plattelandsgilden), personen die instonden voor het interne bestuur en personen verantwoordelijk voor de organisatie van de schietingen. Uiteraard startte iedereen onderaan de ladder als gewoon lid, een zogenaamde gildebroeder. Bij intrede legde men een eed af en betaalde men een zogenaamde doodschuld, bestemd ter dekking van begrafeniskosten. De hoofdman stond in voor het eerste aspect uit het driedelige takenpakket. Hij werd verkozen voor het leven door de rest van het bestuur, de zogenaamde Eed van de gilde en was vaak een notabele uit het dorp. Wegens zijn lange loopbaan in de instelling kan hij beschouwd worden als leidersfiguur en voornaamste aanspreekpunt. Hij had eventueel een stadhouder, die als plaatsvervanger en vertrouwenspersoon van de hoofdman optrad. De deken, eventueel bijgestaan door zorgers en een griffier of klerk, was verantwoordelijk voor het interne bestuur, meerbepaald de supervisie over de financiën en de beslechting van eventuele geschillen tussen gildebroeders. Gilden konden bovendien eigendommen ver-werven, allerhande (financiële) verplichtingen aangaan en uit eigen naam burgerlijke gedingen aanspannen - heel wat zaken waarvoor duidelijk een kundige schrijver nodig was. Vaak werd deze vaste ploeg bijgestaan door een ontvanger, die in hoofdzaak instond voor het innen van de jaarlijkse ommestelling (een bedrag dat werd gevraagd per lid ter aanvulling van de kas) en het opstellen van de rekening. De eigenlijke organisatie van schietingen lag tenslotte in handen van de koning, die in principe ceremonieel de eerste in rang was. Op sommige plaatsen traden een baljuw en twee ridders als zijn secondant op. Deze organisatieopdracht hield behoorlijk wat werk in: jaarlijks vonden telkens één grote koningsschieting en meerdere gewone prijsschietingen plaats. Hiervoor onderhield men contacten met andere verenigingen, waarbij de griffier of klerk moest bijspringen: bevriende gilden werden immers uitgenodigd voor eigen schietingen en vice versa. Het bestuur van de Gaverse Sint-Sebastiaansgilde bestond met absolute zekerheid minstens uit een koning, een baljuw, een hoofdman, een deken, proviseerders, een griffier en een ontvanger. Deze benamingen komen voor op enkele bewaarde schutterslijsten en - uiteraard - de rekeningen. Het evenement van het jaar was de koningsschieting. Elke schuttersvereniging hield zon schieting, telkens op de zogenaamde Papegaaidag, een datum die gekozen werd en die na Pinksteren moest vallen. Op de vooravond ervan kwam de gilde samen om te overleggen over de samenstelling van het bestuur, waarin sommige leden werden vervangen. De koning, een jaarlijks veranderend ambt, werd echter op de schuttersdag zelf verkozen: de titel van koning kwam immers die persoon toe, die de vogel afschoot. Te Gavere vond deze activiteit telkens plaats op het einde van de dreef naar het prinselijk kasteel, zoals te zien is op de 17de-eeuwse plaat van het kasteel, gepubliceerd in Sanderus Flandria Illustrata . Na wat plaatselijk ceremonieel (waarbij de nieuwe koning werd omhangen met het ereteken, namelijk een gouden gaai) trok men vervolgens in processie naar de plaatselijke kerk, waar men werd ingehaald door de pastoor voor een plechtige mis. Daarna barstte het koningsfeest los, een drie dagen durende afwisseling van banketten en danspartijen.
Archief van de Gilde van Sint-Sebastiaan te Gavere. Het archief van dergelijke instellingen werd hoogstwaarschijnlijk thuis bij één of meerdere gildebroeders bewaard. De grootste kanshebber voor deze taak was logischerwijze de klerk of griffier die door de vereniging onder de arm was genomen voor het opstellen van hun voornaamste documenten. De overleving van een gildebestand tot op de dag van heden, hangt dan ook af van een reeks toevalligheden en een portie geluk.
Zo geldt dit zeker voor Gavere, waarvan we met zekerheid kunnen zeggen dat de laatste griffier van de Sint-Sebastiaansgilde de 18de-eeuwse stukken thuis tussen zijn privé- en ambtsarchief bewaarde. Deze persoon, Pieter Joannes Ghyselinck (1735 - ca. 1806) genaamd, was griffier van de gilde vanaf ca. 1760 tot zijn afschaffing tijdens de Franse Tijd. Hij was in alle omliggende lokaliteiten zeker geen onbekende: zo oefende hij het notarisambt uit, was hij ontvanger in diverse lokaliteiten - waaronder het Land van Gavere -, griffier van onder meer Sint-Denijs-Boekel en baljuw van Munkzwalm. Hij was tevens af en toe werkzaam als prijzer of procureur, en als administrateur van bepaalde personen en instellingen zoals het Gentse Hebberechtshospitaal.
Deze drukbezette notabele woonde in het dorpscentrum van Gavere en hield thuis zijn eigen persoons- en divers ambtsarchief nauwgezet bij - dé hoofdreden waarom er zoveel 18de-eeuws gildearchief bewaard is gebleven. De stukken van de Gaverse Sint-Sebastiaansgilde zijn in het Rijksarchief te Gent neergelegd als een deeltje van een groter geheel, namelijk de tweede en laatste omvangrijke neerlegging van wat het archiefbestand Land van Gavere zou worden.
Op 9 oktober 1846 nam toenmalig provinciaal archivaris Polydore Charles Van der Meersch een totaal van 86 pakken en een groot aantal losse stukken lokaal archief aan van Hippolyte Ghyselinck, kleinzoon van Pieter Joannes Ghyselinck. Daarin bevonden zich grotendeels stukken uit regio Gavere en Sint-Denijs-Boekel, waaronder ook één pak papieren van het Gilden van St Sebastiaen, tot Gaver - 18e siècle. Het geheel werd samengevoegd met stukken die op 11 september 1837 waren overgedragen door een zekere familie Varenbergh - eveneens nazaten van lokale ambtenaren.
De lijsten van stukken die werden voorzien bij de twee neerleggingen, bleven tot rond de eeuwwisseling de voornaamste toegang tot het samengestelde bestand Land van Gavere. Ca. 1900 vond een herinventarisatie plaats, wat resulteerde in een eerder chaotische, Franstalige toegang tot het geheel. De 20ste eeuw kende heel wat toevoegingen aan het bestand, maar ook één grote verhuisoperatie: stukken betreffende Sint-Denijs-Boekel werden ca. 1964 afgescheiden en toegekend aan het Rijksarchief te Ronse. Tot slot werd de oude Franstalige toegang ca. 1988 vertaald door Serge Renson, een versie die tot 2009 geldig was. Beide laatstvermelde toegangen, zowel het moederexemplaar als de Nederlandse vertaling ervan, vermelden de stukken van de Sint-Sebastiaansgilde onder archiefnummers 144 & 145. Bij de huidige inventarisatieactie, waardoor uiteindelijk het volledige bestand Land van Gavere zal herwerkt worden, worden beide pakken uit dat bestand gelicht en hier apart behandeld.
Gavere, in DE POTTER F. en BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. Eerste reeks: Arrondissement Gent, Gent, 1864-1870, p. 94? Geschiedenis van de staande wip van Sint-Sebastiaansgilde te Gavere, Gavere, 1987. Zie Gemeentelijke Openbare Bibliotheek Gavere, Kasteeldreef 48, 9890 GAVERE, Schuttersgilden, in VANDERMAESEN M., Archiefvormers in de gerechtelijke arrondissementen Brugge, Ieper en Veurne. Deel I: Archieven van overheidsinstellingen tot 1795 (Gidsen 50), Brussel, 2001, p. 460-461.
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_119187_DUT