Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4243 Joos van Bugghennout doet verhef van zijn leen van 25 roeden gelegen te NIVERSELE in Opwijk naast Jan van Waerbeke. Het rapport werd gezegeld door Willem van den Bossche omdat de leenhouder geen zegel bezit in 1440.
- 4441 Margriete sBruwers begijntje, doet verhef van haar leen van een bunder gelegen in Sint Odolfs Brouc binnen de vrijheid in DMEERELBROUC genoemd GROTEN BOCHT en aan de meers van Lauwereys Boden. Tot het hoofdleen behoren twee mannen te weten Jan van der Donc houdt een half bunder en de andere is Margriete sBackers ook begijntje die een half bunder houdt. Het rapport werd gezegeld door Jan Boele op verzoek van de leenhoudster op 24 juni 1430.
- 4442 Zegher van Pottersberghe voogd en dingelijk man van Maria van Elselaer doet verhef van haar leen van twaalf en half bunders groot gelegen in de vrijheid van Dendermonde. Van het hoofdleen worden vijf bunders en half in de vrijheid gehouden ook in het vrije gelegen. Nog heeft zij een heerlijke penningrente van 28 deniers par. op zeven bunder erfgrond. Het rapport werd door Zegher van Pottersberghe gezegeld op 24 juni 1430.
- 4443 Jan van der Braemt doet verhef van zijn leen genoemd TGOED TER MEEREgelegen binnen de vrijheid en is negentien bunders groot. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
- 4444 Jan Christiaens doet verhef van zijn leen van een half bunder winnende land binnen de Vrijheid gelegen tussen het leen van Adriaen van de Capelle en het leen van Hendric Stols. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 juli 1430.
- 4445 Willem van der Haghe doet verhef van zijn leen gelegen aan DEN TERDT VAN DEN VERE TE THIELRODE. Het rapport werd gezegeld door Jan Boelle, omdat de leenhouder geen zegel bezit, op 3 juli 1430.
- 4446 Jan Claus zoon van Jan hanchier van de hertog van Bourgogne en graaf van Vlaanderen en als sterfman van het Godshuis van Affligem doet verhef van een leen. Het rapport werd gezegeld door Jan Claus op 4 juli 1430.
- 4447 Ghiselbrecht de Lu doet verhef van zijn leen wezende een jaarlijkse rente van twaalf ponden par. die de leenhouder heft wegens het bezit van de ammanie van Dendermonde. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 8 juli 1430.
- 4448 Joes Triest doet verhef van zijn leen zijnde een jaarlijkse erfelijke rente van tien pond groot dat hij heft op het goed en heerschip te Massemines. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 24 juli 1430.
- 4449 Adriaen van der Capelle doet verhef van zijn leen en manschap van vier dagwand en dertig roeden winnende land gelegen binnen de vrijheid TCRAYNEM VELTgenoemd. Tot het leen behoort een jaarlijkse heerlijke rente van zestien schellingen par. dat de leenhouder heft op zestien bunders erfgrond DINGHENE VELDE genoemd gelegen in Opwijk toebehorende diverse laten. Nog behoort aan het hoofdleen acht manschepen toe binnen Denderbelle te weten Jan de Keysere zoon van Jan houdt een bunder helftwinning, Pieter Parellin houdt een bunder helftwinninge en Jan van der Gracht houdt twee bunders helftwinning in twee manschepen. Binnen Appels: Jan van den Hende houdt vier en half roeden meers en Hildewaert van den Driessche houdt ook vier en half roeden meers. Nog in Opwijk houdt de vrouw sMeirs zes dagwand winnende land en heer Godevaerd van der Elst houdt een dagwand winnende land. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 26 juli 1430.
- 4450 Nycaesis de Bels doet verhef van zijn leen zijnde een erfgelijke jaarlijkse rente van drie pond groot geldende de twee delen van het groot veer DEN GROETEN VEEREvan Dendermonde. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 augustus 1430.
- 4451 Pieter van den Male doet verhef van zijn leen zijnde DE GROETE VEERE VAN DENDERMONDE in de Schelde waarvan Jan van der Schelde het derde deel houdt.in leen. De twee delen zijn belast met een erfelijke jaarlijkse en eeuwigdurende rente van drie pond groot tournois die Nicaesis de Bels in leen houdt. Men is verplicht de heer en de vrouw van Dendermonde en hun huisgezin met veer over te voeren mids dat men van de veerlieden iets in natura geeft in de herberg zoals men van oude tijden gewoon is te doen. De voordelen en eigendommen op vier dorpen gelegen aan de Schelde en de Durme behoren aan het hoofdleen toe. Deze dorpen zijn Zele, Hamme, Moerzeke en Grembergen. In Zele, Hamme en Moerzeke heeft de leenhouder van het veer het recht van ieder huishoudende persoon en die vuur heeft [in de betekenis van een schouw] en die plouch winningghe houden of niet, een brood te eisen. Van iedereen die plouchwinninghe houdt die koren [graan] wint of doet winnen twee rugghen scoeve.Van elke inwoner van Grembergen en vuur [een schouw] heeft of hij plouchwinningghe doet of niet betalen een recht van een gebakken huishoud brood. Het overzetten wordt als volgt belast : met twee paarden geeft men vier schoven, drie paarden zes schoven en vier paarden acht schoven, half rogge half evene. Bovendien moet elk persoon die in Dendermonde woont er een huisgezin onderhoudt en vuur brand jaarlijks een sterling of ingghelsche betalen. Elke inwonder uit de hogervermelde vier parochies die het veer gebruiken moeten een ei of een lee was geven. De leenhouder is verplicht tot een paardendienst. De leenhouder zegelde het rapport op 11 november 1430.
- 4452 Lodewijc van Masseminne heer van HOELBEKE wettelijk voogd over Oigiers van Masseminne zoon van wijlen Louis van Masseminne, heer van Uitbergen en Overmere, doet verhef van de heerlijkheden van Uitbergen en Overmere. Deze heerlijkheden hebben de drie justitie graden. Tot het leen behoort ook een penningrente die diverse personen op diverse plaatsen moeten ten bedrage van van veertig pond par. en in natura 236 hoederen en 6 spint en een halster evene. Ook het recht van de visserij en de vogelvangst behoren tot de heerlijke rechten. Ook in BARELBROUC heft de leenhouder zijn rechten zo o.m. de warande en de schoof dat de vierde opper van sommige plekken van meersen is. Ook de helft van de windmolden in Overmeere is in zijn bezit. Tot het hoofdleen behoren eenenzestig manschepen. Het derdedeel van deze heerlijkheden houdt Ghyselbrecht van Massemen broer van de leenhouder in leen die Ogier staat ten gevolge. Het rapport werd door Louis van Masseminne gezegeld op 28 april 1432.
- 4453 Jan Boele doet verhef van zijn leen van een half bunder liggende binnen de vrijheid naast Cornelis Scormans en Gheert Moens. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 20 juli 1440.
- 4454 Jacob Pieters zoon van Daneel doet verhef van zijn leen bestaande in een jaarlijkse rente van zes schellingen negen penningen par., drie hoenderen die de leenhouder heft op zekere erfgronden te weten : drie schellingen vijf penningen par. op vier bunders erfgrond in diverse percelen binnen Dendermonde naast TEN ABBEELLE TEN VEERE.Nog drie schellingen vier penningen par. op twintig dagwand erfland in diverse percelen binnen Zele gelegen waarvan elf dagwand liggen naast DEN SPILDORENen de negen dagwand naast DER DWEERSTRATE.De drie hoenderen worden geheven op twee bunders erfgrond genoemd DE WONACKERE in Grembergen gelegen en voor een gedeelte toebehorende de kinderen van Jan Heins.Verder houdt men van het hoofdleen vier manschepen te weten : Jan van Bugghenhout houdt vijf dagwand leens gelegen in ROOSEBROUC binnen Sint-Gillis. Neel Callen houdt een dagwand leen in het zelfde broek, de derde is heer Jan Esscherijc die een bunder in leen houdt en de vierde houdt Cateline Bosch dochter van Diederick, vrouw van de leenhouder, die een dagwand in leen houdt in Zele gelegen. De leenhouder zegelde het rapport op 13 juli 1440.
- 4455 Joorkin van der Braemt doet verhef van zijn leen genoemd TER MEERE negentien bunders groot waaronder meersen en winnende land, gelegen in diverse percelen. Het rapport werd gezegeld door Hyoen van den Braemt broer van Joorekin als voogd op 23 juli 1440.
- 4456 Pieter van Leppevelde als wettelijk man van Margriete van Acker doet verhef van haar leen van twee vaatzaad. Het rapport werd gezegeld door Jan van den Acker op 25 juli 1440.
- 4457 Joes Sterrinc doet verhef van zijn leen van twaalf roeden binnen de vrijheid gelegen IN DEN GROOTEN BUCHT en is een meers gelegen IN MEEREEL BROUC palende aan Pieter van der Donct zoon van Jan en aan het TGASTHUUS MEERSCH.Van het hoofdleen houdt Pieter van der Donct een leentje van vier roeden. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juli 1440.
- 4458 Arent van Buedeghem doet verhef van zijn leen van negen bunders en half en een half dagwand. Van het leen Michiel van Brieghen houdt veertien bunders die de leenhouder ten gevolge staan en Olivier van Buedeghem houdt drie dagwand. Van het hoofdleen houdt men nog eens tien dagwand erfgrond geldende een penning per jaar en ten vijfthiensten scovegelegen op TCLEEN BROENBROUC METTEN SCILDEKENE.De leenhouder heeft van de tien dagwand de tiende penning. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 augustus 1440.
- 4459 Jan Joes doet verhef van zijn leen van twaalf roeden gelegen binnen de vrijheid naast DE BOUWENS BRUGGHE.Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 3 augustus 1440.
444 gevonden, 121 t/m 140 getoond, pagina 7 van 23