Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 503 Karel Coberger, heer van Coberger en van Sint-Anthonis, opperintendant-generaal en gouverneur van alle Bergen van Barmhartigheid in de Nederlanden, oorkondt dat hij aan jonkvrouw Cornelia Schaerts een erfelijke jaarrente van 26 gulden heeft verkocht voor 500 gulden, bezet op de goederen van de Bergen van Barmhartigheid en in het bijzonder op de goederen van de Berg van barmhartigheid van Kortrijk. Deze rente is losbaar voor 500 gulden. 24 maart 1640.
- 504 Baljuw, burgemeester en schepenen van Vatene oorkonden dat Willem van Alst, zoon van Lieven, inwoner van Sint-Baafs-Vijve, erkend heeft dat hij aan Jan Wittebolle een erfelijke jaarrente van 2 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op 900 roeden lands, gehouden van de heerlijkheid van Vatene. Gedaan door Nikolaas de Hont, plaatsvervangend baljuw van Vatene, Jan Tack, Mathijs Gryspere, Jan Verbiest en Jan Bruggheman, schepenen ontleed aan Sint-Eloois- Vijve. 27 juni 1640.
- 505 De burgemeester en schepenen van Kortrijk oorkonden dat zij van Jacoba Simoens, moeder-overste van de grijze zusters, 192 lb. groten Vlaams ontvangen hebben en verplichten zich ertoe uit hoofde van deze lening aan genoemd klooster een erfelijke jaarrente van 12 lb. groten Vlaams uit te keren, losbaar tegen de penning zestien. 20 februari 1641.
- 506 Joos de Bije en Cornelis van den Berghe, zoon van Walter, schepenen van het hof en heerlijkheid van Nevele-Ronsevaal, oorkonden dat Jan Wittebolle, zoon van Lodewijk, uit Sint-Eloois-Vijve aan de Grijze Zusters van Kortrijk, vertegenwoordigd door moeder-overste Jacoba Sijmoens, de erfelijke jaarrente van 2 lb. groten heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 504. 17 augustus 1643.
- 507 Rafael Bulteel, Willem Goetghebuer, Maurits de le Gay en Willem de Maleyne, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Rogier van Thieghem, zoon van Gillis, erkend heeft dat hij aan Elizabeth Callen, dochter van Willem en weduwe van Joos van de Putte, een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 16 lb. groten en bezet op een huis en erf, gelegen op Overleie op de zuidzijde van het Koekstraatje, tussen de huizen van Willem de Hane en Noël de Smet. 10 september 1643.
- 508 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat heer en meester Mattheus van den Broucke, zoon van Willem, aan de Grijze Zusters de erfelijke jaarrente van 24 lb. parisis heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 479. 28 oktober 1643.
- 509 Burgemeester en schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat zij voor het betalen van hun quote in twee beden verplicht geweest zijn leningen aan te gaan bij particulieren en erkennen van jonkvrouw Barbara Andries, meesteres van het begijnhof, 56 lb. groten ontvangen te hebben, waarvoor zij aan de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 3 lb. 10 s. groten moeten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien. 13 november 1643.
- 510 Karel Ferdinand du Jardin, Joos van Huele, Gaspar van den Broucke en Willem Goetghebuer, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat heer en meester Pieter de Hondt, priester, cantor en kanunnik van de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Kortrijk, in uitvoering van het testament van zijn moeder, wijlen jonkvrouw Johanna Pillen, weduwe van heer en meester Joris Dhondt, aan de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 3 lb. parisis heeft geschonken, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis en erf, gelegen op de markt tussen de huizen van Pieter van de Vijvere en van Maillart Lombaert. 4 september 1644.
- 511 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Maaike Buyse, weduwe van Joos Croy, en haar zoon Jacob Croy erkend hebben dat zij aan Robrecht Persyn, zoon van Jan, een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moeten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis met erf, gelegen op Overbeke op het Boerenkerkhof aan de vijver achter het grote huis van genoemde Persyn. 16 januari 1646.
- 512 De vicarissen-generaal van het bisdom Doornik, sede vacante, benoemen heer en meester Joannes Baptista de Haveloose, pastoor van Menen, tot deken van Wervik en bekleden hem alle daaraan verbonden bevoegdheden en rechten. 17 september 1646.
- 513 Opdracht van de bisschop van Doornik aan de gardiaan van de kapucijnen te Kortrijk om op 19 september 1649 zelf de goddelijke diensten in de kerk van de kapucijnen te celebreren en dit niet te laten doen door de deken van de Onze-Lieve- Vrouwekerk of pastoor-deken Schaerts, dit om alle schandaal, moeilijkheden en twisten te vermijden. 18 september 1646.
- 514 Bekendmaking door Maurits Le Gaij, openbaar notaris te Kortrijk, dat Jeroom de Clerck, zoon van Joris, oud 54 jaar, knaap van de gevangenis te Kortrijk, op verzoek van heer en meester Leonard Schaerts, pastoor-deken van de christenheid van Kortrijk hem op de openbare weg een brief heeft afgenomen die genoemde Jeroom de Clerck meebracht uit Doornik als antwoord op een schrijven van genoemde pastoor-deken aan de bisschop. 19 september 1649.
- 515 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jacob Bucquet, zoon van Jan, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan jonkvrouw Petronella Tournois, dochter van Guido, begijn te Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 5 lb. 14 s. 2 d. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis met erf, gelegen in de Korte Steenstraat, tussen de huizen van Cornelis Loncke en van Pieter Lammertijn. 30 juni 1651.
- 516 Andries Mangellus, pauselijk protonotarius en nuntius in de Belgische gebieden en het graafschap Bourgondië, geeft aan de officiaal van Doornik op dracht het huwelijk gesloten tussen Michiel van den Berghe en Johanna van Daele, waarvan de geldigheid betwist werd omdat Johanna meter geweest was van het kind van genoemde Michiel en van zijn eerste echtgenote, zuster van genoemde Johanna, geldig te verklaren en dit in het openbaar bekend te maken. 12 september 1652.
- 517 Godfried Wandelinus, priester, kanunnik en officiaal van Doornik, maakt de beslissing bekend die door de pauselijke internuntius getroffen werd in verband met het huwelijk van Michiel van den Berghe en Johanna van den Daele (cfr. Oorkonde ontleed onder nr. 516). 17 september 1652.
- 518 Bekendmaking dat aan jonkvrouw Maria du Rieu, dochter van jonkheer Jan en weduwe van heer Joos Eelbo door Petronella Tournoijs, dochter van Guido, zullen uitgekeerd worden 1) Een erfelijke jaarrente van 4 lb. 10 s. groten, zijnde een deel van de rente waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder de nrs. 475 en 491. De rest van deze rente wordt uitgekeerd aan Jonkvrouw Magdalena du Rieu, zuster van Maria; 2) Een erfelijke jaarrente van 18 lb. parisis, losbaar tegen de penning zestien. 18 maart 1654.
- 519 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jacob Marren, zoon van Willem, en Willem de Mets, zoon van wijlen Willem de jonge, echtgenoten van de dochter van Robrecht Persyn, in uitvoering van het testament van Jan en Katelijne Persyn aan Elizabeth Scherlinck de erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis hebben overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 511. 21 april 1654.
- 520 Voor burgemeester (al. amman) en schepenen van de spijker van Harelbeke erkent Joos Holvoet, zoon van Willem, van Deerlijk dat hij aan jonkheer Justus Waije, zoon van heer Frans, van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 6 lb. 5 s. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien, bezet op verscheidene bebouwde percelen grond, gelegen te Harelbeke, groot in totaal 39 roeden lands. 14 augustus 1658.
- 521 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat jonkvrouw Petronella Tournoys, dochter van Guido, begijn te Kortrijk, uit hoofde van een overeenkomst met wijlen jonkvrouw Marie du Rieu, weduwe van heer Joos Eelbo, aan Jan Baptist du Toict en Nikolaas Eelbode erfelijke jaarrente van 6 lb. groten heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder de nrs. 475, 491 en 518. 19 juli 1662.
- 522 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat jonkheer Joos Waye, zoon van jonkheer Justus, als testamentuitvoerder van zijn tante jonkvrouw Magdalena Waije, aan het koor van de Sint-Maartenskerk de erfelijke jaarrente van 6 lb. 5 s. groten heeft overgedragen, waarvan sprake in de akte ontleed onder nr. 520. 10 mei 1663.
113 gevonden, 61 t/m 80 getoond, pagina 4 van 6