(Robert, abt van Cambron, vicarius der cisterciënzers in de Nederlanden, schrijft aan de abt van Boudelo dat hij de Suppliek zag van de abdissen, te Gent verblijvend, namelijk van de Bijloke, Ter Hagen, Doornzele en van Oost-Eeklo. De abt van Boudelo wordt gemandateerd om het volgende toe te staan: de Bijloke mag (wegens enorme schuldenlast door voedselbedeling aan de armen in het hospitaal) tot 3000 of 4000 flor. heffen door verpanding der goederen of door een inkomst, af te kopen door 13de, 14de of 16e penning. Oost-Eeklo mag tot 600 flor. heffen tegen dezelfde penning. Doornzele mag tot 800 flor. heffen. Ter Hagen mag één huis in Gent verkopen en een molen in hypotheek geven. Zegelaankondiging: de oorkonder. Aankondiging van handtekening van de assessor van de oorkonder. Nota: (S. ) Th(omas) Buss. De mandato R(everendi) d(omi)ni vicarii g(e)n(er)alis. A. Origineel. Perkament (hoogte: links 146, rechts 141; plica: links 27, rechts 28; breedte: boven 250, onder 252). Centrale dubbele gleuf in plica met enkele gleuf in vouw, waardoor dubbele perkamentstaart, waaraan roodwassen ovaal, geschonden zegel met rond tegenzegel. R.G., Abdij van Boudelo, O. 160. Op de rug: 1) hand s. XVII: "A. 3. n°. 44". Vermelding: Kersbergen, Het archief van Boudeloo, p. 52.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
1140
Vorige (nr 1139)
|
Volgende (nr 1141)