Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 254 Inno vijfthien hondert ende vier ende twintich vierthien daghe junii. De schout en de schepenen van de heerlijkheid Binderveld oorkonden dat Peter van Herkenroye, poorter van Sint-Truiden, aan Willem Greyfven, eveneens poorter van deze stad, 28 roeden grond heeft verkocht, liggend te Halle, voor 90 Rg. Schout: Jan van Lamijns. Schepenen: Henrick vanden Stucken; Henrick Smeets; Jan Maes; Bertelmeeus Otten; Wouter vanden Stucken; Loywijck Everarts. 1524, 14 juni.
- 255 Ghesciet int jaer ons heren Jhesu Christi doemen screff duesent vijffhondert vijffentwintich inder maent van decembri dertich daghen. De meier en de laten van het Sint-Truidens cijnshof Spruten hoff oorkonden dat Marie Cleynjans aan Cloes Piels, priester een erfcijns verjocht heeft van 37 1/2 st., zijnde de helft van 3 Rg., die zij trok, als erfenis van haar broer, wijlen Gielis Cleynjans op: huis en hof van Willem Winckelers alias van Kelsbeeck, de bezittingen van Roes Uten Broeke natuerlick; van Aert Huveners; Cloes Putseys en Balthazar Provener, bij elkaar liggend aan de. sh.. renstraete en de Goetstraete. Bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Sprutenhof: Meier: Gheert van Houthem. Laten: Roes Uten Broeke; Goeris Smeets; Gielis van Herkenroede; Vranck van Lechy. Schepenbank: Schout: Thomas van Weseren. Schepenen: Merten van Artum; Willem van Baelen; Goeris Smeets; Ghielis van Herkenroe. 1524, 30 december ( n.s.).
- 256 Inden jaere der saligher geborten ons heren Jhesu Christi doenmen scref duysent vijfhondert ende vijfentwintich den achtinden dach van mey. De meier cm de laten van het cijnshof van joffrouw Sarbels te Runkelen, oorkonden dat Jorijs van Niel en zijn vrouw aan Joseph vanden Steenweghe, als voorganger van de priores van Nonnemielen, een erfcijns van 1 Rijnsgulden verkocht hebben, voor de som van 20 Rg., op hun huis met toebehoren te Runkelen. Meier: Willem van Cranebroeck. Laten: Olevier Stiers, schout van Duras; Wouter Lenaert; Henric Loken; Jorijs Wijssers. 1525, 18 mei.
- 257 Inden jare ons heren dusent vijffhondert sesentwintich in junio vier daghe.De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat zij uitspraak hebben gedaan in een geschil tussen Katherine van Hoerne, priores van Nonnemielen en jonker Jan van Duras, alias van Ordingen, over een waterkering. De gezworen meesters van Sint-Truiden: Hubrecht Goevaerts; Liebracht...; Peter Cremers en Jan vanden Lochtenhoeve hebben daartoe de sluistocht in het midden van de bedding gemeten met een pegel en hun bevindingen aan de schepenen medegedeeld, die besluiten dat Katherine van Hoerne de sluisvloer mag herstellen of betimmeren, zolang zij zorgt voor het handhaven van het water op de vastgestelde pegel. Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Jan vanden Creefte; Jan vanden Leene; Meester Merten van Arthum; Gielis van Herckenroede; Willem van Baerlen; Art Menten. 1526, 4 juni.
- 258 Anno a nativitate domini millesimo quingentesimo vicesimo indictione decima quinta mensis vero februarii die duedecima. In tegenwoordigheid van notaris Johannes Macquet vanBincke en andere getuigen, leggen de geprofeste zusters van Nonnemielen de voorwaarden vast om een nieuwe abdis te kiezen na de dood van Katherina van Horne. Zusters: Gertrudis van Linden, subpriorissa; Catherina Pollart; Oda van Vecht; Catherina van Tiel; Anna Costers; Maria van de Weyer sive de Vivario; Maria van Herckenroede; costeresse; Maria van Herckenroede, schoolmcestresse. Elisabeth van Eyck; Catherina Daens dicta derde priorinne; Francisca Bruninx, cantrix; Catherina Vrancken; Daunna de Boiz, magistro infirmarie; Catherina Coecloers; Catherina van Rijkel; Luna Wijnant; Anna Uyten Broeck; Yda Menten; Catherina van Bruggen; Waltera Clotz. Getuigen: Nicolaas Pijls, dekaan van de O. -L. - Vrouwkerk te Sint-Truiden; Johannes Menten, schout; Raso Uyt den Broeck. 1527, 12 februari.
- 259 Inden jare onss heeren dusent vijfhondert ende achtentwintoch den eersten dach in novembri. De schout en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Heylwich Vastrarts afziet van het vruchtgebruik op 1/2 bunder bos, gelegen te Mielen, ten voordele van haar konderen Eylken Vasstrarts, echtgenote van Art Ceel en Lijsbeth Vastrarts, huisvrouw van Joris Grevers, die de halve bunder verkocht hebben aan Joseph vanden Steenwege, gemachtigde van Marie vande Wijere, priores van Mielen, voor 37 Rg., koers van Sint-Truiden. Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Giielis van Herckenroede; Meester Merten van Artum; Willem van Stapele; Jheronimus Gherinx; Art Menten; Jannes Rausscarts. 1528, 1 november.
- 260 Gheschiet int jaer ons liefs heren Jhesu Cristi duysent vijffhondert ende achtentwintich in decembri den vijffden dach. De waarnemende meier en de laten van het Sint-Truidens laathof dat toebehoort aan het klooster Terbeek, oorkonden dat Margriet Bastijns een kapuin erfelijk op haar huis en hof, gelegen te Zipinghen heeft opgedragen aan Joseph vanden Steenweghe, als gevolmachtigde van de priores van Nonnemielen. Deze akte werd bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Abdis van Ter Beek: Nycol de Paeye. Rentmeester: Jan van Heelen, priester. Meier: Jannes Boegaerts. Laten: Aerdt Toelen; Jan Struven; Goevaert van Hertten; Jan Riecksteels. Schepenbank: Schout: Thomas van Wesere. Schepenen: Meester Maerten van Arthum; Jan van Mettecoven; Ghielis van Herckenroede; Jannes Menten. 1528, 5 december.
- 261 Inden jaere onss heeren duysent vijfhondert ende negentwintich in Martio acht daghe. De meier en de schepenen van het laathof dat Ridder Willem van Coelhem bezit te Runkelen, oorkonden dat Art Stiers aan Joseph vanden Steenweeghen, proviseur van Marie vanden Wyere, priores van Nonnemielen, een jaarlijkse erfrente van een Rijnsgulden verkocht heeft op huis en hof te Haenrode, bij de "Heeren straet", toebehorend aan Henrick vanden Lare. Meier: Olivier Stiers. Laten: Augustijn Gherinx; Peter Winckelers anders van Kelsbeeck; Adam van Verssen; Jan Vollen; Govaert Stiers; Peter Pijks. 1529, 8 maart.
- 262 Inden jaere onss heeren duysent vijffhondert negenentwintich den achden daghe in Aprili. De schepenen van de Loonsebuitenbank van Lummen, die vonnist voor landsvrouwe Myrgriet van Ronchi, bevestigen dat op 11 oktober 1525 Lisbeth van Steyvoirt, weduwe van Jan Wijnand, met haar voogd Wouter vanden Berghe, afstand deed van het vruchtgebruik op een beemd, gelegen te Schulen, geheten den Oiyendonck bampt ten voordele van haar dochter, Lucie, religieuze te Nonnemielen. Hierna werd Joseph vanden Steeweghe gegicht in de genoemde beemd in de naam van Lucie en ten voordele van het konvent van Nonnemielen. Schepenen: Peter Neeven; Lenaert van Gelmen; Henrick Gooyens; Herman Borghelins; Willem Thijs; Jan van Niedercosen. 1529, 8 april.
- 263 Gescheit inde gedaen int jaer ons liefs heren duysent vijfhondert neghenentwinticht in novembri XVlll daghe. De schout en de schepenen van de bank te Zepperen, toebehorend aan de deken van Sint-Servaas te Maastricht, oorkonden dat Lucas Santermans een gouden gulden erfelijk op 1 1/2 bunder en 5 roeden grond, gelegen op die Stuyckt en op 1/2 bunder en een hof van 5 roeden op het Stertim velt opdraagt aan Walterus Vandenputte, die ze op zijn beurt overdraagt aan meester Jan Puytzeyts, optredend in de naam van het klooster van Nonnemielen. Schout: Herman van Wijlrade. Schepenen: Lambrecht Neiven, Jan Marien; Willem Aengenheyde; Cloes der Zelige; Gielis van Schoen; Meerten Bolgrij. 1529, 18 november.
- 264 Inden jare der zaliger geboerten ons heeren Jhesu Crhisti alsmen screeff duisent vijfhondert ende dertich in aprili sess dagen. De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat Jacob Coele der Auwe een goudgulden in jaarlijkse erfcijns verkocht heeft aan Marie vanden Wijere, priores van Nonnemielen op huis en hof, gelegen op de"Bornendries". Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Ghielis van Herckenroede; meester Marten van Arthum; Willem van Stapele; Jheronimus Gherinx; Art Menten; Jannes Rauscarts. 1530, 6 april.
- 265 Notariële akte van Anthonius Jacobus de Itten. Onleesbaar. Inkt verbleekt. 1531, april.
- 266 Int jaer ons heren dusent vijfhondert enendertich inder maent van decembri vijff dage. De meier - bezitter en de laten van het Sint-Truidens cijnshof Sprueten Hoff, oorkonden dat Cloes Pijels, priester, de helft van 3 Rg. en 15 st. jaarlijks, en 30 Rg. kontant, ruilt met Joseph vanden Steeweghe, gemachtigde van Marie vanden Wijer, priores van Nonnemielen, tegen 4 Rg. erfelijk, die wijlen Karstijne van Biest, alias Cruyers, religieuse te Mielen, jaarlijks liet gelden op een huis met hof, gelegen te Sint-Truiden, in de Hamelstraete, tussen het huis van Agnese van Horion en dat van Willem Kakelaerts. Bekrachtigd door de schout van het abt en de schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: eigenaar en meier: Gherdt van Houthem. Laten: Jheroninimus Gherinx; Walterus vanden Putte; meester Jan Putseys; Jan Wenne. Schepenbank: Schout: Gerdt Warnijers. Schepenen: meester Merten van Artum; meester Jheronimus Gherinx; Ghielis van Herkenroede; Jan Menten. 1531, 5 december.
- 267 Gheschiet indt jaer ons liefs heren Jhesu Chisti duysent fijffhondert ende drijendertich in junio den sevenden dach. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Everart Bastijns aan zijn zwager Merten van Putsys 6 st. erfelijk heeft opgedragen, gehecht aan zijn huis en hof, gelegen op de Bornendries, met als reengenoten Merten van Putseys en Thewus van Putseys, dit omdat Bastijns bij de verdeling van de erfenis meer heeft ontvangen dan zijn zwager. Daarop heeft Merten van Putseys deze 6 st. verkocht aan Joseph vanden Steenweghe. Deze dubbele overdracht werd bezegeld door de proost, de plaatsvervangende prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: proost: Ruth Vrancken. Meier: Jan Vrancken. Laten: Willem Alaerts; Jannes Houmes; Jan Stiermans; Jannes Poelmans. Schepenbank: Schout: Liebrecht van Heyre; vervanger: Jannes JUN...; Schepenen: meester Merten van Arthum; Willem van Stapel; Ghielis van Herckenroede; Jannes Rausscharts. 1533, 7 juni.
- 268 Int jaer ons heeren duysent vijfhondert ende vijffendertich den negentiensten dach in mert. De meier en de laten van het kommandeurshof van Bernissem te Schelf-Heide, oorkonden dat Jan Snyers, wonende op de Rauysbeeck aan Henrick Buckinx, inwoner van Sint-Truiden, een jaarlijks erfrente van 2 Rg. verkocht heeft op een huis te Scelve, toebehorende aan Liebrecht vander Suyten, voor een som van 40 Rg., koers van Sint-Truiden. Meier: Reyner Hollans. Kommandeur: Gerard van Strijthagen. Laten: Bartels Otten; Jannes van Laurens; Gielis vanden Laer; Jan Weghen. 1535, 19 maart.
- 269 Inden jare dusent vijfhondert ende vijfendertich den achden dach der maent vande mey. De schout en de schepenen van Guigoven bevestigen dat Johanna van Diest, weduwe van jonker Willem van Hoern, op 25 juni 1522 van Barttel Bonarts een mud rogge erfelijk heeft ontvangen op zijn huis en hof, gelegen te Guigoven aan de ghemeyn straet. Op 17 maart 1525 heeft jonker Jacob van Duffel, meier te Leuven, tweede echtgenoot van Johanna van Diest, dit mud rogge geschonken aan Michiel Wessens van Kortessem, die optrad in naam van het klooster van Nonnemielen. Schout: Sebastiaen Copmans. Schepenen: Lambrecht Conen; Herman Vreven; Michiel Wessens; Moes Berden; Willem Motmaans; Wouter Moers. 1535, 8 mei.
- 270 Int jaer duesent vijfhondert sessendertich inder maent aprilis acht daghe. De meier en de laten van het proosthof te Sint-Truiden oorkonden dat Mertten van Putzeys aan Joseph vande Steeweghe voor 17 Rg., de Hornsgulden gerekend voor 18 st. en de Brabantse stuiver voor 1 1/2 st. een kwijtrente verkocht heeft van een Rijnsgulden op zijn huis en hof met toebehoren, gelegen op de Bornendries, grenzend aan weerszijden aan Everard Bastijns en Marie van Scoenbeeck. Dit werd bekrachtigd door de proost, Rutcherus Vrancken, de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: meier: Jan Vrancken. Laten: Balduwijn Zuerinx; Gherdt van Houthem; Herman van Hennensdaele; Reyner Brans. Schepenbank: schout: Gherdt Warnijers. Schepenen: meester Mertten van Arthum; Adreaan van Geet; Bauduwijn Zuerinx; Jannes Rausscharts. 1536, 8 april.
- 271 Int jaire der zaligher geboirten Jhesu Christi doe men screeff duysent vijfhondert ende negenendertich opden XXVll dach februarii. De schout en de schepenen van de Luikse bank te Rummen bevestigen dat jonker Herman van Horion, stadhouder en drossaard van het land van Loon, op 17 oktober 1538 een erfrente van 30 st. op een laatgoed, toebehorend aan Baltus van Dalenbrouck, gelegen te Rummen, heeft opgedragen aan Marie vande Wijer, abdis van Nonnemielen, door bemiddeling van Joseph vanden Steenwege, gevolmachtigde van het klooster. Schout: Aert Muglairts. Schepenen: Odto Odten; Peertseffail van Horion; Jacob Liebairts; Willem van Horion; Petrus Joes; Willem Pouwels; Airt Cluteneers. 1530, 17 februari.
- 272 Int jaer ons heren Jhesu Christi Doemen screeff duesent vijffhondert ende vertich inder maent septembri XVlll daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Joes van Stapel 6 grote - en 6 kleine roeden land, gelegen achter den bos van Durass, tussen het goed van Jan van Heelen en dat van Jan Kakelarts verkocht heeft aan Gherdt vander Moeien, Peterszoon, voor 32 Rg., brabants gelts. Dit werd bekrachtigd door de proost, de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: Proost: Rutcherus Vrancken. Meier: Reyner Brans. Laten: Peter vander Moeien; Liebrecht van Heer; Jannes Rausscarts; Thomas van Alken; Jan van Miesschen; Machiel Brans. Schepenbank: Schout: Liebrecht van Heer. Schepenen: Adriaen van Gheet; Willem van Stapel; Baltus van Wezeren; Jannes Raussaarts. 1540, 18 september.
- 273 Gesciet int jaer ons heren duysent vijfhondert ende enenvertich den sesentwintichsten dach van februario. De meier en de schepenen van het laathof dat ridder Willem van Coelhem, heer van Duras enz. bezit op het kerkhof te Runkelen, oorkonden dat Art vanden Daufhuyse met toestemming van Berbe van Horten, zijn echtgenote, voor 60 Rg., Sint-Truidens geld aan Joseph vanden Steenwege een jaarlijkse erfrente verkocht heeft van 4 Rg. op een bunder land, gelegen te Runkeren aan die wech die van Runckeren loept nae den ossen wech, tussen het goed van Joris Vischers en Jan vander Hofstaet. Meier: Willem van Coelhem. Laten: Peter Winculers; Adam van Verssen; Jan Vollen; Peter Menten; Jan van Cuelen; Gherit van Houthum. 1541, 26 februari.
80 gevonden, 21 t/m 40 getoond, pagina 2 van 4