(Suppliek van Arnold a Bocholtz, aartsdiaken der Ardennen en kanunnik van Sint-Lambrechts-Luik, aan Julius III om hem een lijfrente van 300 florijnen ten laste van de abdij van Boudelo toe te kennen. Arnold verzoekt bovendien om uitbreiding van de verplichting tot betaling der lijfrente aan zijn opvolgers. Nota: [blijkens B: Fiat ut petitur (met verdere instructies). Datum Rome apud Sanctum Petrum, ld. Januarii, anno quinto. Missa XIIII Januarii. N. Dat. ]. Op de rug (blijkens C) "R(egistra)ta L(ibro) xxv, fol. 165". - (Blijkens B en C): "xvia Januarii Joannes Drolshagen, procurator". A. Origineel: niet voorhanden. B. Afschrift s. xvi, in notariële kopie door Lambrecht Doupey, notaris van Sint-Lambrechts-Luik (4), naar A.R.G., Abdij van Boudelo, O. 135 (papieren lias, ff. 7 r°-V°). - C. Afsehrift s. XVI, in notariële kopie door Gerard Lectorius, naar A.R.G., Abdij van Boudelo, O. 135 (papieren lias, ff. 8r°-9r°). Vermelding: Kersbergen, Het archief van Boudeloo, p. 50 (A. 3. n°. 47") (2). (1) De terminus post quem is het akkoord van Boudelo om de erfrente te betalen aan Arnold van Bocholt. De terminus ante quem is de pauselijke goedkeuring door Julius III. (4) Lambrecht Doupey: vermeld op 29 januari 1568, 27 augustus 1572, 1 december 1578 (R. Luik, Cathédrale Saint-Lambert à Liège, oorkonden nrs. 1144, 1152 en 1157). (2) Karel V had Boudelo bij de aanstelling als abt van Jakob de Drayere belast met 1.200 lb. (van 40 gr. ) jaarlijks. Op 14 oktober 1555 legt Karel V 100 lb. jaarlijks pensioen op aan Boudelo ten gunste van Pieter Verreycken, zoon van wijlen meester Pieter Verreycken, audiëncier (zie A. R., Raad van State en Audientie, 1471/4; Asaert, Het archief van de Abdij van Boudelo, p. 79 (R.G., Abdij van Boudelo, nr. 710)).)
Instruction pour la commande [ dépôt - inventaire - élément ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
1089
Précédent (nr. 1088)
|
Suivant (nr. 1090)