Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 29, Jan Baptiste Coolman, advocaat bij de Raad van Vlaanderen, Claire Françoise, Jacqueline Cecilie en Marie Jenne Coolman, en Jan Hendrick Dhamere, advocaat bij de Raad van Vlaanderen, ten gunste van zijn echtgenote, allen erfgenamen van wijlen procureur Coolman, supplianten. Anne Josine Le Poivre, weduwe van jonkheer Gerard de Villers, schuldeiser van wijlen procureur Coolman, rescribente. Inv. nr. 969, f. 342-356. 14 juli 1694. Eerste aanleg - different. Betwisting van schulden en van de manier waarop deze over de erfgenamen van de schuldenaar moeten verdeeld worden. Zijn de erfgenamen gezamenlijk verantwoordelijk voor de schulden van de erflater - moeten ze dus in geval van insolvabiliteit van één van de erfgenamen voor die erfgenaam bijbetalen - of zijn zij enkel hoofdelijk verantwoordelijk voor hun eigen deel?. De Grote Raad verklaart dat de supplianten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het aandeel van hun broer Baudewijn Guilliam Coolman in het voorlopig slot van rekening gesloten op 18 februari 1693 en in alle andere vorderingen die de rescribente nog meent te hebben, weliswaar met aftrek van de reeds betaalde sommen. De Grote Raad verklaart dat de supplianten - wat betreft de schuld van hun moeder - verplicht zijn om zowel de onroerende als de roerende goederen van hun moeder aan te wijzen waarop de schuld kan verhaald worden. Indien zij dit niet doen of indien de opbrengst onvoldoende is, heeft de rescribente het recht om de supplianten gezamenlijk verantwoordelijk te houden voor de hele schuld van hun moeder of het resterende deel ervan. De Grote Raad veroordeelt de supplianten tot één derde van de proceskosten en compenseert de resterende delen over beide partijen.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
29